Gemiddeld 729 euro over hebben voor aansluiting warmtenet
Nieuw draagvlakonderzoek onder mensen van wie de wijk een warmtenet kan krijgen.
Het van het gas halen van woningen vereist voldoende draagvlak. Dat is al jaren duidelijk, en dus wordt ook al lange tijd onderzoek gedaan naar de gedachten die Nederlanders hebben over bijvoorbeeld de aanleg van warmtenetten. Een nieuwste studie op dit vlak is van de hand van onderzoeksinstituut TNO verschenen, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het onderzoek beantwoordt de vraag wat de bereidheid van woningeigenaren beïnvloedt om mee te betalen aan de kosten van de aansluiting van hun huis op het warmtenet.
Dat pikken we natuurlijk niet
Dat draagvlak voor een warmtenet geen garantie is, bleek begin dit jaar met de warmtenetten waarop sociale huurwoningen in Rotterdam en Amsterdam-Noord zijn aangesloten. Warmteleveranciers Eneco en Vattenfall bleken voor dit jaar de vaste lasten te hebben verhoogd, vanwege personeels- en materiaalkosten. Het gevolg was dat de energierekening van de bewoners omhoog gaat in plaats van omlaag, zoals was verwacht als ze van het gas zouden gaan.
De Amsterdamse GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink zei eind januari in een raadsdebat hierover met Vattenfall te willen spreken, ‘want dat pikken we natuurlijk gewoon niet’. Vorige week lieten de Amsterdamse woningcorporaties zelfs weten voorlopig met warmtenetten te stoppen en weer cv-ketels te plaatsen. ‘De alternatieve energiebron stadswarmte is door extreme prijsverhogingen van het vastrecht door energiebedrijf Vattenfall onbetaalbaar geworden voor bewoners’, meldde de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.
‘Er is geen enkele huurder die instemt met het verduurzamen van zijn of haar huis als je daarna meer dan het dubbele betaalt voor een aansluiting op stadswarmte, ten opzichte van gas’, zei directeur Anne-Jo Visser.
Ook in Rotterdam onvrede
In Rotterdam werd in januari met grote steun een motie aangenomen die het college van B&W oproept met Eneco en Vattenfall in gesprek te gaan en uiterlijk in het tweede kwart van dit jaar aan de raad verslag te doen. Een tweede aangenomen motie vroeg het bestuur te onderzoeken of bij toekomstige aanbestedingen al onmiddellijk op betaalbaarheid kan worden geselecteerd. Evenals hun Amsterdamse tegenhangers vinden ook Rotterdamse woningcorporaties als Woonstad en Havensteder dat er snel wat moet veranderen aan de hoge vaste lasten van warmtenetten, zo berichtte het lokale medium Rijnmond.
Het onderzoek van TNO
Het nieuwste onderzoek van TNO heeft niet naar huurders maar naar woningeigenaren gekeken. Het gaat om een enquête eind 2022 onder 1138 mensen uit 615 verschillende buurten in 135 gemeentes. De wijken waar zij wonen, maken grote kans ooit een warmtenet te krijgen. De gemiddelde leeftijd van de groep was ruim 59 jaar en bijna iedereen heeft een hbo- of wo-opleiding gevolgd.
Van deze groep bleek ongeveer de helft positief of zelfs uitermate positief over een overstap op een warmtenet. Op z'n hoogst 18 procent had een diametraal andere houding, bijvoorbeeld omdat zij weten dat een huishouden niet zijn eigen warmteleverancier kan kiezen, maar gebonden is aan de specifieke exploitant van het warmtenet in diens regio. Bijna 70 procent was weinig of hoogstens enigszins bekend met het fenomeen van warmtenetten. Een opmerkelijke conclusie van de onderzoekers is dat meer bekendheid met warmtenetten niet leidt tot meer bereidheid tot meebetalen. Sterker nog: ‘Het is andersom.’
Wat de bereidheid vergroot
Wat wél de bereidheid vergroot, zijn contrastrijke factoren als: een hogere WOZ-waarde van de eigen woning, geen zorgen over hoe elke maand rond te komen, een vertrouwen in met name de lokale overheid en in het specifieke warmtenetplan, alsook duidelijke communicatie over wat de aanleg en de aansluiting op het warmtenet gaan behelzen. De onderzoekers noteren dan ook als aanbeveling: ‘Betrek bewoners bij het proces als er een warmtenet komt.’ En: ‘Investeer in de vertrouwensrelatie tussen de bewoner, de gemeente en energie- en warmteleveranciers.’ Want dat vertrouwen in de instanties is niet zo groot.
Maar hoeveel willen mensen dan bijdragen aan de aansluiting? Gemiddeld vulden respondenten in: 729 euro. Toen ze vervolgens hoorden dat een aansluiting op een warmtenet gemiddeld 6000 euro kost, verdubbelden ze hun bijdrage tot gemiddeld 1468 euro. Opvallend is dat mensen met zeer goed geïsoleerde woningen minder willen betalen dan mensen met minder warmtedichte huizen.
1. Bij lager opgeleiden verwacht ik een veel lagere bereidheid, oa vanwege complete desinteresse.
2. Ik geloof er niets van dat mensen bereid zijn 730 euro te lappen als niet duidelijk is wat ze ermee opschieten (uitgezogen worden door een monopolist).
3. Die 6000 euro is alleen de bijdrage aansluitkosten. Dat is niet het hele plaatje.
4. De aanbeveling "investeer in de vertrouwensrelatie tussen de bewoner, de gemeente en energie- en warmteleveranciers" slaat nergens op. Energie- en warmteleveranciers tonen zich notoir onbetrouwbaar. Net als de minister trouwens.
5. De aanbeveling "neem mensen mee in het proces" slaat nergens op in het kader van het creëren van draagvlak. De uitkomst staat immers al vast: wij gaan u naaien. Denkt iemand dat het helpt als u precies uitgelegd wordt hoe en per wanneer u genaaid gaat worden?
6. Ik snap het hele onderzoek niet. De Tweede Kamer heeft op 3 november bij motie van Sandra Beckman (SP) aangenomen dat de warmtetransitie woonlastenneutraal moet worden uitgevoerd. Ik mag toch aannemen dat een minister van Democraten (!) 66 zo'n motie gewoon uitvoert.