Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

‘Benut meteen het gouden uur’

Een marketingbureau had het niet beter kunnen bedenken: een spectaculaire fik op de avond vóór de presentatie van een boek over wat gemeenten kunnen leren van een chemische brand. Een pr-stunt was het allerminst, de Shellbrand in Moerdijk begin juni. Wel een testcase voor burgemeester Jac Klijs en zijn mensen die hun eigen lessen gelijk in de praktijk moesten brengen.

04 juli 2014

In het boek Vuurdoop maakt Moerdijk de balans op van de brand bij Chemie-Pack. Gemeentesecretaris  Kandel geeft een stoomcursus crisisbeheersing. ‘Oefenen, oefenen, oefenen’, zegt hij. En zorgen dat iedereen een telefoonoplader paraat heeft.

Een marketingbureau had het niet beter kunnen bedenken: een spectaculaire fik op de avond vóór de presentatie van een boek over wat gemeenten kunnen leren van een chemische brand. Een pr-stunt was het allerminst, de Shellbrand in Moerdijk begin juni. Wel een testcase voor burgemeester Jac Klijs en zijn mensen die hun eigen lessen gelijk in de praktijk moesten brengen. Met redelijk succes, zo lijkt de eerste indruk. In elk geval voor de boekpresentatie: Vuurdoop was even landelijk nieuws.

De explosieve brand bij Shell bleek al snel onvergelijkbaar met de ramp waarover Vuurdoop gaat, die eerdere brand in Moerdijk, bij Chemie-Pack op 5 januari 2011. De brand die zowel op het industrieterrein als op Twitter moeilijk onder controle te krijgen was en die een storm van kritiek bracht op de communicatie vanuit de gemeente. De brand ook die ernstige milieuschade opleverde en zorgen over de gezondheid van omwonenden. Toenmalig burgemeester Wim Denie stapte voortijdig op. Een maand lang bleef de GRIP4-status van kracht, waarmee de leiding over het incident bij de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant lag.

Het was de eerste serieuze test voor de nieuwe veiligheidsregio’s. Zij waren op 1 oktober 2010 in werking getreden krachtens de Wet veiligheidsregio’s, waarin de verantwoordelijkheid en coördinatie bij crisis­bestrijding is geregeld voor alle hulpdiensten. De gemeente en de twee betrokken veiligheidsregio’s, Midden- en West-Brabant en Zuid- Holland Zuid, moesten met nieuwe regels en protocollen aan de slag.

Verwarring
Moerdijk was de eerste gemeente die na de inwerkingtreding van die wet belandde in de vierde fase van GRIP (Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure). De burgemeester moest het opperbevel over de rampbestrijding overdragen aan de burgemeester die voorzitter is van de veiligheidsregio. De situatie leidde tot verwarring toen Moerdijk vervolgens een noodverordening wilde afkondigen: wiens handtekening moest daar nou onder staan? Uit voorzorg tekenden beide burgemeesters.

De brand bij Chemie-Pack leerde Moerdijk veel over de afstemming en samenwerking met de veiligheids­regio’s. Maar ook over communicatie – intern en extern. En zelfs over praktische dingen als telefoonopladers, tijdige aflossing en oefenen. Met het uitbrengen van een eigen boek, naast de vele onderzoekrapporten die over de brand zijn verschenen, wil Moerdijk laten zien wat andere gemeenten kunnen opsteken van de ramp. In interviews kijken circa twintig betrokkenen terug op de brandbestrijding en de nasleep, onder wie vijf betrokken burgemeesters, de gemeentesecretaris, milieuambtenaren, veiligheidsmensen en communicatieprofessionals. Het boek bevat handzame tips, waarin alle genoteerde lessen over voorbereiding, crisisbeheersing, de nafase en crisiscommunicatie zijn samengevat.

Het is eigenlijk verplichte kost voor elke gemeente, zegt gemeentesecretaris Bert Kandel. In zijn werkkamer  blikt hij daags na de Shellbrand terug op de crisis van 2011. ‘Natuurlijk, Moerdijk is een risicogebied, met onze chemische industrie en zeehaven. Maar een ramp kan elke gemeente treffen. Een grote brand, een busongeluk, een tankauto die ontploft. Maar ook andere incidenten kun je beschouwen als een crisis die de gemeenschap raakt en waarvoor je het rampendraaiboek uit de kast haalt: wij hadden hier onlangs een vermissing, wat een moordzaak bleek te zijn en waar burgers op reageerden met een stille tocht. Of zedenzaken, de terugkeer van een ex-gedetineerde in de gemeente, een kakkerlakkenplaag. Ook dan kun je wat hebben aan wat wij over rampenbestrijding hebben geleerd.’

Na ‘Chemie-Pack’ is op het industrieterrein van Moerdijk een veiligheidscentrum gekomen, met permanent aanwezige beroepsbrandweer, politie en gespecialiseerde verpleegkundigen. Voor 2011 werd wel over de noodzaak daarvan gesproken, maar ja, zoiets kost tijd, goed overleg en vooral geld. En dus moest het vierde risicogebied van Nederland (na de Rotterdamse haven, Amsterdam en Sittard-Geleen) het doen met vrijwillige korpsen uit omliggende dorps­kernen en beroepskorpsen op minstens twintig kilometer afstand.

Wat dat betreft brengt zo’n ramp dan ook weer iets goeds, zegt Kandel. ‘We hebben met de risicovolle bedrijven en de veiligheidsregio de krachten gebundeld en een beroepskazerne neergezet die goed kan samenwerken met de bedrijfsbrandweer, zoals bij de Shellbrand is gebleken.’

Akelig stil
Vorige maand was burgemeester Klijs een dik uur na het uitbreken van de brand al live op de regionale radio te horen. Via Twitter was door de veiligheidsregio en de gemeente toen al het nodige gecommuniceerd. Hoe anders verliep dat drie jaar eerder. De gemeentelijke website lag plat en terwijl alarmerende, ongecheckte informatie over Twitter vloog – 20 duizend tweets per uur die middag – bleef het vanuit de gemeente akelig stil. Pas na vierenhalf uur trad de gemeente met een persconferentie naar buiten.

Het is een lastig spanningsveld tussen de zorgvuldigheid die je als gemeente wilt betrachten in de communicatie en de snelheid van de moderne media, voegt Kandel daaraan toe. ‘Vroeger stuurde je pas een bericht uit als je alles wist: hoe groot is de brand, hoeveel slacht­offers zijn er, welke gevaarlijke stoffen komen vrij? Dat duurde soms uren. Nu zeggen we: wacht niet totdat het beeld van het incident compleet is, maar communiceer gelijk, in het eerste “gouden uur”, te beginnen via Twitter en op je website.’

Je kunt volgens Kandel aan­geven welke melding van de brandweer is gekomen, dat de crisisorganisatie aan het werk is gezet en dat er snel meer informatie volgt. ‘Burgemeesters en communicatiemensen vonden dat aanvankelijk lastig; je gaat toch niks melden als je niks weet? Maar als je het niet doet, zijn burgers en pers ter plekke je voor en verlies je greep op de communicatie.’ Ook van de grote maatschappelijk onrust over gezondheidsrisico’s heeft Moerdijk geleerd. Twee dagen na de brand liet het waterschap in een persbericht weten dat er kankerverwekkende stoffen in het bluswater waren aangetroffen. De media-aandacht en de onrust leidden ertoe dat opnieuw werd opgeschaald naar GRIP4: de veiligheidsregio nam de regie over. Je moet berichtgeving duiden, zegt Kandel daar nu over. ‘In het onderzoek naar het bluswater waren inderdaad stoffen aangetroffen die schadelijk zijn. Maar in de berichtgeving werd niet geduid welke hoeveelheden en wat dat betekent voor de gezondheid van mensen. Je moet eenduidig zijn, uit één mond spreken en iemand hebben die dit soort onderzoeksresultaten kan uitleggen.’

Toenmalig burgemeester Denie, die in het boek voor het eerst zijn verhaal doet over de brand, leerde nog iets anders over de ramp die de gemeente ontsteeg. Het overdragen van de leiding  over de rampbestrijding naar de veiligheidsregio is makkelijker gezegd dan gedaan. Hij vond het moeilijk om het incident los te laten, zegt hij in Vuurdoop. De ramp voltrok zich in zijn gemeente, waar niemand meer van weet dan hij. Denie voelde zich aan de kant gezet.

Spanning
Met de nieuwe bevelstructuur was ook nog niet geoefend. Er ontstond een spanning die er eerder niet was tussen hem en de plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsregio, burgemeester Peter van der Velden van Breda. ‘Toen ik dat later bij de burgemeesterskring uitlegde, was er geen collega die kon bevatten wat het betekent dat je als lokale burgemeester niks meer te vertellen hebt in je eigen gemeente.’

Oefenen, oefenen, oefenen, is anno 2014 een belangrijk advies van Moerdijk aan andere gemeenten. Oefenen met het overdragen van gezag en samenwerken met de veiligheidsregio. Maar oefen ook het activeren van de crisisorganisatie, zodat iedereen weet wat hij moet doen en waar hij moet zijn. Bijna de helft van de 300 medewerkers die gemeente Moerdijk telt is betrokken bij veiligheidszorg, zegt Kandel. ‘Acht jaar geleden had Moerdijk één rampenambtenaar die de hele week met een paar piepers rondliep, maar die kan onmogelijk honderd man bellen. Nu wordt een aantal mensen via een pieper gealarmeerd, die vervolgens hun crisisteam bij elkaar roepen via een communicator, een systeem dat automatisch blijft bellen tot voldoende mensen hebben gereageerd dat ze onderweg zijn.’

Moerdijk oefent ook in aflossen. Bij Chemie-Pack bleek dat sommige betrokkenen te lang doorliepen, met het idee dat het weldra achter de rug zou zijn. Als dat dan niet gebeurt, stort je in of laat je steken vallen. Dat betekent dat de ‘loco’ ook moet weten wat er bij een crisis moet gebeuren. En de loco van de loco, zegt Kandel. ‘Onze twee nieuwe wethouders zijn gelijk op training gestuurd en we hebben vijf locosecretarissen die allemaal een basisdiploma hebben voor crisisbeheersing.’

Heel praktisch is de tip om ervoor te zorgen dat iedereen altijd een telefoonoplader bij zich heeft. De rampenstaf van Moerdijk kreeg op de avond van de Chemie-Packbrand met grote vertraging het bericht ‘brand meester’ door, omdat het mobieltje van de brandweercommandant leeg was. Na de Shellbrand voegt burgemeester Klijs daar nog een tip aan toe: zorg dat je benzinetank nooit leeg is. Hij reed vorige maand met een knipperend rood lampje op zijn dashboard naar het gemeentehuis. En in zijn volgeladen mobieltje, juist die middag vervangen, ontbrak het nummer van de veiligheidscoördinator. Het ouderwetse telefoonboekje bood uitkomst. Het blijft mensenwerk, zegt Kandel. ‘En we leren nog elke dag.’


Trending op Twitter
Met 118.000 tweets tussen 5 en 8 januari was de brand bij Chemie-Pack enkele dagen wereldwijd trending topic. Zelf was de gemeente Moerdijk nog een groentje op Twittergebied. Een communicatiemedewerker introduceerde het medium op het gemeentehuis enkele maanden voor de brand. Voor velen een nieuw fenomeen. Moeten we die uitgaande twitterberichten niet eerst goedkeuren?, vroeg de wethouder communicatie zich af. De twittervoorlichtster kreeg een andere baan, haar opvolger was op 5 januari net begonnen. Inmiddels hoort communiceren via social media tot de dagelijkse routine van de afdeling communicatie. Bij de Shellbrand vorige maand retweette de gemeente na enkele minuten het eerste bericht van de veiligheidsregio.


Moerdijk veilig
Alle partijen wilden leren van de brand. Samen met de provincie, het havenschap, het bedrijfsleven en de veiligheidsregio ontwikkelde de gemeente het actieprogramma Moerdijk Veilig. In het nieuwe bestemmingsplan voor het industriegebied is alle aandacht nu gericht op veiligheid. Toekomstige risicovolle bedrijven worden geclusterd op een plek dicht bij de brandweer, bestaande bedrijven mogen buiten dat cluster niet uitbreiden. De handhaving is aangescherpt, met extra onaangekondigde controles en meer aandacht voor bedrijfscultuur; hoe gaan ondernemingen om met veiligheid? Voor omwonenden en werknemers op het industrieterrein komt er een systeem dat hen via de website of een app informeert over een incident en mogelijke risico’s. Het splinternieuwe alerteringssysteem, dat bedrijven moet waarschuwen bij een brand op het industrieterrein, heeft zijn nut nog niet kunnen bewijzen. Shell liet na het te activeren toen op 3 juni een reactor met ethylbenzeen ontplofte en in brand vloog.


Het boek ‘Vuurdoop’ is te bestellen via www.moerdijk.nl/vuurdoop (kosten 25 euro per exemplaar)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie