Salderen zonnestroom levert vanaf 2025 minder op

Minister Rob Jetten (D66) voor Klimaat en Energie heeft in een Kamerbrief aangegeven dat hij de huidige salderingsregeling vanaf 2025 geleidelijk wil afbouwen, totdat huishoudens in 2031 niet meer kunnen salderen. Daarvoor in de plaats komt een ‘redelijke vergoeding’.

Fors gegroeid

Het vorige kabinet had al besloten om de salderingsregeling af te schaffen, omdat de terugverdientijden voor zon op dak bij huishoudens steeds korter worden. Het afgelopen jaren is het aantal zonnepanelen bij huishoudens fors gegroeid en die groei zal, meldt Jetten, komende jaren doorzetten.

Blijven liggen

Het vorig voorstel van de regering om de salderingsregeling voor kleinverbruikers af te bouwen is, doordat het bij de Tweede Kamer is blijven liggen. Daarom handhaaft de minister in het huidige voorstel de 100 procent saldering nog in 2023 en 2024.

Avond en nacht

Met salderen kunnen kleinverbruikers het stroomverbruik in avond en nacht, als de zon niet schijnt, compenseren met het overschot dat ze met hun zonnepanelen produceren tijdens zonuren. Voor het deel dat kleinverbruikers niet mogen compenseren ontvangen ze vanaf 2025 een ‘redelijke vergoeding’ van de leverancier.

Zwakke onderhandelingspositie

Het wetsvoorstel bevat een mogelijkheid om regels te stellen aan deze redelijke vergoeding, gezien de zwakke onderhandelingspositie van kleinverbruikers tegenover grote bedrijven. Jetten wil de redelijke vergoeding op 80 procent van het leveringstarief vastzetten. Ook komt er een maximumtarief zodat leveranciers niet verplicht zijn de stroom terug te nemen tegen een prijs die op dat moment een stuk hoger is dan de prijs die ze op de groothandelsmarkt betalen. ‘Op termijn’, schrijft de minister, moet er meer marktwerking komen waarbij de kleinverbruiker zelf kan bepalen aan wie en tegen welke prijs hij zijn overtollige stroomproductie kan verkopen.

Minder dan zeven jaar

Jetten heeft TNO het onderzoek naar de terugverdientijden van zonnepanelen uit 2020 opnieuw laten uitvoeren. Nu blijkt dat de terugverdientijd in de afgelopen twee jaar tijd korter zijn geworden: in plaats van negen jaar is het nu iets minder dan zeven jaar. Zou de salderingsregeling in stand blijven dan zou dat leiden tot een terugverdientijd van krap 4,5 jaar. Dat zou, aldus Jetten, ‘een forse overstimulering betekenen’.

Utiliteitssector

Volgens het TNO-onderzoek is de terugverdientijd in de utiliteitssector, zoals bijvoorbeeld kleine kantoren, met 3,6 jaar nog een stuk gunstiger dan bij huishoudens. De minister wil de wetswijziging per 1 januari 2023 laten ingaan.