Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

De Peel vernat zonder boerenzakdoek

Dieprood kleurt de Peel op stikstofkaartjes. Toch zijn boeren, natuurbeheerders en bestuurders best optimistisch over de toekomst.

19 augustus 2022
beeld van de peel
Shutterstock

Stikstofreductie en vernatting in en rond Natura-2000 gebieden: ‘Als het in de Peelvenen kan, kan het overal in Nederland’, zegt de Brabantse gedeputeerde Hagar Roijackers. De provincie werkt aan een ‘gebiedsgerichte aanpak’. De grote kwestie: kunnen de boeren met een hogere grondwaterstand een boterham verdienen?

CAO-onderhandelaar (24-36 uur)

CMHF Overheid
CAO-onderhandelaar (24-36 uur)

Strategisch beleidsadviseur bestaanszekerheid

Duo+ in opdracht van Gemeente Uithoorn
Strategisch beleidsadviseur bestaanszekerheid

Meest intensief

Mede dankzij de inspanningen van Werkgroep Behoud de Peel zijn de meer dan 4.000 hectaren Peelvenen op de grens van Noord-Brabant en Limburg tot Natura 2000-gebied verheven. De turfwinning is al veertig jaar beëindigd, maar de landbouwactiviteiten als melkveehouderijen en ook varkens- en kippenbedrijven behoren sindsdien tot de meest intensieve van Nederland.

Vlaggen

Op de fameuze onderzoekskaartjes van juni dit jaar is de Peel rood gekleurd, ten teken dat de stikstofneerslag 70 tot 80 procent omlaag moet. Sinds de Stikstofwet hangen overal in in Nederland de vlaggen op zijn kop en is het agrarisch grondgebied gekleurd met boerenzakdoeken.

Bezopen

Niet bij John Verhoeven, melkveehouder te Liessel, al noemt hij de landelijke doelen van de Stikstofwet ‘bezopen’. Verhoeven boert met 200 koeien op 250 meter van de Deurnsche Peel. ‘Als de wet wordt uitgevoerd, hou ik vijftig koeien over. Dat is te weinig. Daar is mijn bedrijf niet op gebouwd.’

Zes melkveehouders met in totaal duizend koeien hebben het veld geruimd.

Hoogveen

Niettemin vindt Verhoeven dat de melkveehouderij duurzamer moet en werkt hij daarom mee aan het project Leegveld, waar 180 hectare landbouwgrond, grenzend aan de Deurnsche Peel wordt omgezet in nieuwe natuur. Zes melkveehouders met in totaal duizend koeien hebben het veld geruimd. In het gebied gaat het grondwaterpeil omhoog en wordt regenwater meer vastgehouden om moerasachtige omstandigheden te creëren waardoor wellicht hoogveen ontstaat.

Nachtelijke irrigatie

Met ruime subsidies van waterschap Aa en Maas probeert Verhoeven zijn steentje bij te dragen met ondergrondse irrigatie (subirrigatie). Op 18 hectare van zijn land zijn nieuwe drainagebuizen aangelegd die geen water afvoeren, maar water vanuit de sloten naar de mais voeren. Waar bij de bekende beregening overdag veel water verdampt, verdampt er bij deze nachtelijke vorm van irrigatie niets.

Ondergrondse kade

De drains vullen zich via de Peelkanalen met Maaswater. ‘De grondwaterstand is nu twee keer zo hoog’, zegt Verhoeven, die berekeningen laat zien dat hij dit droge jaar een ondergrondse zoetwaterbel creëert van 30 duizend kubieke meter water, die als een onzichtbare ondergrondse kade tegendruk biedt aan het water in Leegveld. Goed voor het nieuwe natuurgebied, en goed voor zijn mais.

'Gebiedsgerichte aanpak in een transitieproces is een zaak van lange adem’

Gerard Daandels

Vrijwilligheid

De dirigent van de nieuwe natuurontwikkeling in Leegveld heet Gerard Daandels. ‘Gebiedsgerichte aanpak in een transitieproces is een zaak van lange adem’, zegt de oud-burgemeester van Deurne. Het proces met de zes melkveehouders, duizend koeien en 180 hectare begon al rond de eeuwwisseling en werd grotendeels aan de spreekwoordelijke ‘keukentafel’ op basis van vrijwilligheid geregeld.

Nieuwe natuur

Daandels, bestuurder met boerenroots, probeert als een oliemannetje zowel boerenbelangen als natuurbelangen te behartigen. ‘Zeker is de landbouw direct om de Peelvenen te intensief’, beaamt hij. ‘Maar de nieuwe Stikstofwet poetst niet even de stikstofdepositie weg van 1800 eenheden naar 500.’ Volgens Daandels moeten grote, intensieve veehouders daarom verhuizen naar minder stikstofgevoelige gebieden. ‘We hebben er hier echt nieuwe natuur bijgekregen, al wordt er nog te weinig gemonitord of de natuurdoelen ook worden gehaald. De boeren die overblijven, gaan meer natuurinclusief boeren, met minder koeien op meer grond aan de rand van de Peelvenen, en mogelijk andere teelten. En wij gaan ze daarbij helpen.’

‘Niet alles kan overal, maar ook kan niet alles tegelijk'

Gerard Daandels

Meer tijd

De kern van alle onvrede is namelijk dat de overheid geen consistente koers vaart en de boeren te weinig helpt om nieuwe bedrijfsvormen uit te proberen en te ontwikkelen, aldus Daandels. ‘Daarom moeten we meer tijd nemen’, zegt hij. ‘Niet alles kan overal, maar ook kan niet alles tegelijk. We moeten met gebiedsmakelaars werken. Zo kunnen we per bedrijf samen met de boer op zoek naar maatwerkoplossingen.’

Bij elkaar

De gebiedsmakelaars van weleer werken nu bij de provincie, waterschappen en Staatsbosbeheer. ‘We zouden ze weer bij elkaar moeten brengen. Ze kennen het kunstje van gebiedsgerichte aanpak, ze kunnen goed luisteren en verloochenen tegelijk hun afkomst niet.’ 

Kool en geit

Dit voorjaar stelde een kritisch rapport van de Zuidelijke Rekenkamer dat de provincies Brabant en Limburg net te lang de kool en geit hebben gespaard. De natuurdoelen in de Peelvenen zijn onverenigbaar met grondwateronttrekking en stikstofdepositie van vooral de intensieve veeteelt, is de teneur van het rapport. De provincies moeten keuzes maken en een helder perspectief voor de regio schetsen. ‘Gebiedsgerichte aanpak’ is een nogal conceptueel begrip met te weinig concrete plannen en maatregelen, zo is te lezen.

'De oplossing ligt in multifunctioneel gebruik van de ruimte'

Hagar Roijackers

Voedselbossen

Op het Provinciehuis in Den Bosch denkt Hagar Roijackers, gedeputeerde Water, Natuur en Gebiedsgerichte aanpak (GroenLinks) niettemin dat een gebiedsgerichte aanpak wel degelijk kan werken. ‘Alle functies in de Peelvenen zijn intensief. De oplossing ligt in multifunctioneel gebruik van de ruimte. Nattere landbouw, natuurontwikkeling, energie, recreatie, woningbouw op palen, grootschalige voedselbossen’, somt Roijackers op. ‘Als dit in de Peelvenen lukt, lukt het overal in Nederland. Den Haag kijkt naar ons.’

Nieuwe verdienmodellen

Roijackers en collega-gedeputeerde Elies Lemkes-Straver, gedeputeerde Landbouw, Voedsel, Bodem en Brede Welvaart (CDA) en gebiedsgedeputeerde voor gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel, geven voorbeelden van nieuwe verdienmodellen waarbij oplossingen voor verschillende hoofdpijndossiers met elkaar meeliften.

Inspiratiebedrijven

De provincie draagt tientallen miljoenen euro’s bij aan de financiering. ‘We hebben twaalf inspiratiebedrijven, waar nieuwe inkomstenbronnen als een agrarisch kinderdagverblijf of een boerderijwinkel is ingericht, of bomen zijn aangeplant voor inkomsten uit agroforestery. Tientallen boeren komen daar kijken’, zegt  Lemkes.

Groen-blauwe diensten

'We dragen met 37 miljoen euro bij aan agrarisch natuurbeheer en ontwikkelen met het rijk verdienmodellen voor groen-blauwe diensten’, aldus Roijackers.  Er is een grondruilfonds, waarmee intensieve bedrijven op kwetsbare grond kunnen ruilen ten behoeve van natuurinclusieve landbouw. Coaches begeleiden boeren in dit soort omgekeerde ruilverkaveling tot meer grondgebonden landbouw.

Niet directief

De provincie wil daarbij niet te directief zijn. ‘Dat is niet goed voor het proces. Het moet zoveel mogelijk op basis van vrijwilligheid. Boeren moeten zelf tot nieuwe inzichten komen’, aldus Roijackers en Lemkes.

Lees het hele verhaal deze week in BB15 (inlog

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie