PBL relativeert ernst van schrappen Transitiefonds
Het planbureau analyseert de ruimtelijke thema's van het hoofdlijnenakkoord.
Het Planbureau voor de Leefomgeving relativeert de ernst van het schrappen door de nieuwe coalitie van het Transitiefonds voor het landelijk gebied. Dat doet het PBL in een nieuwe analyse van het Hoofdlijnenakkoord. In het fonds zat nog ruim 20 miljard euro voor de provincies, om de natuur-, water- en klimaatdoelen te bereiken van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). ‘Historisch gezien blijven de begrote bedragen hoog’, schrijft het PBL.
Eerder had de bestuurscommissie landelijk gebied van het Interprovinciaal Overleg (IPO), met daarin dertien gedeputeerden van de BBB, wel degelijk laten weten dat ‘de middelen uit het transitiefonds landelijk gebied onmisbaar’ zijn. Voorzitter hiervan is Femke Wiersma, gedeputeerde in Friesland.
De nieuwe landbouwminister
Zij vertelde Binnenlands Bestuur in gesprek te willen met de nieuwe landbouwminister, vanwege alle onduidelijkheid: ‘Ik zie in het akkoord dat de gebiedsgerichte aanpak belangrijk blijft. Maar hoe gaan we dat financieren?’ Afgelopen dinsdag meldde ze de provinciale staten in Friesland op onderdelen haar gebiedsprogramma op te schorten. ‘Hier kunnen we pas weer uitvoering aan geven als er meer duidelijkheid is over het vervolg van het NPLG’, schreef ze.
En in een andere statenbrief van diezelfde dag: ‘De uitvoering van het gebiedsproces staat en valt met voldoende geld. Nu in het Hoofdlijnenakkoord het Transitiefonds geschrapt is lijkt deze financiering minder zeker.’
Kort na verzending van deze brieven bleek uitgerekend zijzelf de beoogde bewindsvrouw van het nieuwe ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. BBB-collega Jean Rummenie, die zijn hele werkzame leven verbonden was aan het ministerie van LNV, wordt waarschijnlijk staatssecretaris.
Tien miljard over
Het nieuwe kabinet schrapt zoals gezegd de resterende 20 miljard euro van het Transitiefonds, maar reserveert wel één miljard per jaar voor investeringen in landbouwinnovatie, een opkoopregeling van met name verouderde boerderijen, en oplossingen voor problemen in de mestmarkt. Daarnaast is er elk jaar 500 miljoen euro voor agrarisch natuurbeheersubsidies, gericht op onder meer de bescherming van boerenlandvogels als de grutto, kievit en tureluur.
‘Per saldo is er tot en met 2035 10 miljard euro minder ten opzichte van het indicatieve budget van het Transitiefonds’, rekent het PBL. Maar, voegt het bureau toe: ‘Doordat de huidige miljarden op de LNV-begroting voor het landelijk gebied blijven staan – onder andere voor uitkoopregelingen, de gebiedsaanpak van provincies en het Programma Natuur – is er in historisch opzicht nog altijd veel geld beschikbaar, zeker tijdens de komende kabinetsperiode.’
Wegzetten van middelen
Buiten dat was een gebrek aan geld de laatste jaren niet het probleem. Dat was wel de uitvoeringscapaciteit van provincies. ‘De afgelopen jaren bleef het wegzetten van middelen (...) fors achter bij de ambities. (...) Dat roept de vraag op of er met minder budget in de praktijk ook minder zal worden besteed.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.