Op weg naar een inclusief mobiliteitssysteem
Interview met Edgar Huitema over project SINFONICA.
“Het gaat niet alleen over de toekomst, maar ook over nú”
Een wereld met zelfrijdende voertuigen en andere vormen van slimme mobiliteit komt steeds dichterbij. Inspirerende innovaties leiden tot vergezichten die de fantasie prikkelen en waar mensen, zeker professionals, niet over uitgepraat raken. Maar wat is de impact van ontwikkelingen in het openbaar vervoer op reizigers uit kwetsbare groepen? Hoe kan het toekomstige OV ook voor die mensen toegankelijk blijven? En is het mogelijk de opgedane kennis nu al in hun voordeel te gebruiken?
Dat soort vragen staan centraal in het project SINFONICA (Social INnovation to FOster iNclusIve Cooperative connected and Automated mobility, zie kader), gericht op de acceptatie van oplossingen van ‘Cooperative, Connected and Automated Mobility’ (CCAM). Edgar Huitema, adviseur Mobiliteit (focusgebied Duurzame leefomgeving) bij AT Osborne, is de projectleider van SINFONICA namens de provincie Noord-Brabant en SmartwayZ.NL.
SINFONICA
In SINFONICA (een Horizon Europe-project) werkt een Europees consortium van veertien partners uit zeven landen gedurende drie jaar aan toekomstig autonoom rijdend openbaar vervoer voor iedereen. Het budget is 3,7 miljoen euro, waarvan 256.000 euro voor de provincie Noord-Brabant en SmartwayZ.NL. Tijdens het project staat het testen en valideren van strategieën, methodieken en instrumenten centraal, om nu en in de toekomst op lokaal en regionaal niveau CCAM in onder meer het openbaar vervoer optimaal te implementeren.
Speciale aandacht voor kwetsbare doelgroepen
Tijdens dit project onderzoeken de betrokken partijen op vier Europese locaties (waaronder Noord-Brabant) hoe het openbaar vervoer toegankelijk en inclusief kan blijven bij een toenemende digitalisering en automatisering van het mobiliteitssysteem. Met speciale aandacht voor mensen uit kwetsbare groepen, die het gebruik ervan als een uitdaging (kunnen) ervaren. Op Europees niveau zijn vijf doelgroepen vastgesteld: ouderen, mensen met cognitieve beperkingen, digitaal kwetsbare mensen, jongeren en kwetsbaarheden gerelateerd aan gender.
De periode september 2023 tot september 2024 staat in het teken van het veldonderzoek in de vier ‘pilot sites’: West-Midlands (Engeland), Hamburg (Duitsland), Trikala (Griekenland) en Noord-Brabant. “Vanuit SmartwayZ.NL hebben we voor Noord-Brabant nog drie extra doelgroepen bepaald: migranten, eenoudergezinnen en mensen in het plattelandsgebied, vanwege de ‘vervoersarmoede’ die daar kan optreden door het verdwijnen van buslijnen.”
Doelgroepen vaststellen en bevragen
Het vaststellen én bevragen van die doelgroepen is wel een uitdaging op zich, heeft Edgar ervaren. “Die groepen bij elkaar vormen een heel groot deel van de maatschappij. Via workshops hebben we de beschreven doelgroepen bepaald en afgestemd met het hele consortium. Uiteindelijk wil je weten hoe zij omgaan met technologie, waar ze in het huidige mobiliteitssysteem al tegenaanlopen én wat hun blik is op een wereld met steeds meer technologisch geavanceerde mobiliteit. Het interviewen en werven van deze mensen, is een vak apart, waarvoor we een extern bureau hebben ingeschakeld.”
Niet alleen toekomstgericht
Een belangrijke rol voor Edgar als projectleider is het behartigen van belangen van de provincie Noord-Brabant in het Europese consortium. “Het gaat al heel snel over alle toekomstige mogelijkheden, zoals zelfrijdende voertuigen, terwijl we juist ook moeten praten over de toepasbaarheid in het nú, bijvoorbeeld in het plattelandsgebied. Als we nu al leren waar mensen tegenaanlopen bij die technologie, kunnen we daar ook nu al stappen in zetten!
Het is voor ons dus heel belangrijk dat we tijdens dit project dingen leren waar OV-gebruikers in Noord-Brabant, nee, in heel Nederland, nu iets aan hebben. Dat doel moeten we voor ogen houden.”
Sociaal en internationaal
Voor Edgar is dit project anders dan hij tot nu gewend was bij AT Osborne, waar hij alweer vier jaar werkt. “Normaal ben ik meer betrokken bij de technische kant van het verhaal. En we bedenken allemaal hele toffe dingen, maar hoe zorgen we nou dat iedereen die oplossingen kan gebruiken? Wat ik zo cool vind aan deze opdracht, is dat het om een sociaal ingestoken project gaat, waarbij we de gebruikers zelf erbij betrekken, de mensen om wie het uiteindelijk gaat.”
Wat Edgar ook bijzonder aanspreekt, is het werken in een internationaal speelveld, in dit geval met veertien partners uit zeven verschillende landen. Met alle verschillende culturen en werkstijlen die daarbij horen. “Een andere manier van werken, die in het begin nog een beetje wennen was, maar wel heel leuk en interessant. Met tussendoor ook inspirerende buitenlandse tripjes, in september ben ik nog naar Italië geweest.”
Volop kansen om te verzilveren
In januari draagt Edgar na anderhalf jaar het projectleiderschap over aan een medewerker van de provincie Noord-Brabant. “Voor mij een prima moment. Het project staat nu in de steigers en is klaar voor de verdere uitvoering. Het is nu aan de provincie om dit onderdeel samen met externe partijen op te pakken, lessen te leren en daar breed over te communiceren; niet alleen binnen de provincie, maar ook binnen Nederland.”
Ten slotte wijst Edgar graag op de vele, interessante uitvragen (calls) vanuit de Europese Unie, over een breed scala aan onderwerpen. “Daar liggen volop (financiële) kansen, die de Nederlandse overheid nog te weinig verzilvert. Kansen om met 100% financiering vanuit de Europese Unie een project te draaien, waar je veel kunt leren, zoals wij in Brabant nu doen over het inclusief maken en houden van een slim mobiliteitssysteem.”
Meer weten?
Neem dan rechtstreeks contact met ons op.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.