Elf procent woningvoorraad is duurzaam

Van alle Nederlandse woningen wordt 11% op dit moment verwarmd door een warmtepomp of warmtenet. Dat blijkt uit een inventarisatie van energiebedrijf Vattenfall. Vooral de warmtepomp is met een flinke opmars bezig.

Aardgasvrij

Over 30 jaar moeten alle woningen in Nederland aardgasvrij zijn. Maar op dit moment wordt pas iets meer dan eentiende duurzaam verwarmd. En bovendien zijn zeker al die woningen nog niet fossielvrij of gasloos: veel ervan zijn aangesloten op een stadsverwarming die wordt verwarmd door een centrale gasinstallatie. Het gasverbruik van die netten is per woning wel lager dan individuele cv-ketels, maar uiteindelijk zullen ook die netten hun warmte van een andere, niet-fossiele bron moeten krijgen.

Gemeente

Het verschil per gemeente is wel groot. In de meeste grote steden bestaat een warmtenet, waarbij vooral Utrecht, waar bijna 30% is aangesloten op een warmtenet, eruit springt. Als het gaat om de grootste percentages, springen vooral de gemeenten eruit die voor het grootste deel bestaan uit naoorlogse bouw, zoals Purmerend, Almere, Duiven en Nieuwegein. In die gemeenten is meer dan de helft van de woningen aangesloten op een warmtenet. Veel van die netten zijn al in de jaren zeventig en tachtig aangelegd.

Toename

Opvallend is dat het aantal individuele aardgasvrij verwarmde woningen de laatste jaren flink toeneemt. Verwarming door middel van een warmtepomp wordt steeds belangrijker, en het percentage van de Nederlandse woningen die door een warmtepomp wordt verwarmd, 5,2 %, ligt net iets lager dan de aangesloten woningen op een warmtenet (5,9 %).

2050

Uiteindelijk verwacht de energiesector dat warmtenetten in 2050 het grootste deel van de warmtevraag van woningen voor hun rekening zullen nemen. Die netten worden dan wel verwarmd door co2-neutrale bronnen, zoals aardwarmte, aquathermie of door restwarmte uit industriële processen. All-electric oplossingen, zoals warmtepompen of warmte-koudesystemen in de grond, zullen vooral voor de minst stedelijke gebieden een belangrijke optie worden. Ook in oude binnensteden is de aanleg van een warmtenet, door de beperkte ruimte, de matig geïsoleerde huizen en grote hoeveelheid ondergrondse leidingen, zelden kostenefficiënt. Verwacht wordt dat op die plekken vooral biogas, gewonnen uit bijvoorbeeld mest of groenafval, ingezet kan worden.