Gemeente wil haar damherten houden, maar ziet af van rechtszaak

De gemeente Hoeksche Waard heeft besloten geen rechtszaak aan te spannen tegen de provincie Zuid-Holland om de damherten die in het poldergebied leven te beschermen. Een motie daartoe haalde geen meerderheid, ondanks dat wel een meerderheid van de raad tegen het geplande afschieten is. Ook steunt de gemeente wel de rechtszaak die al door dierenorganisaties is begonnen. Een petitie tegen het afschot is door ruim 8000 mensen getekend.

Damherten afschieten

De provincie wil al jaren dat de bijna honderd damherten afgeschoten worden. Afgelopen maand is hiervoor opnieuw een vergunning verleend. Een eerdere vergunning werd in 2021 door de Haagse rechter afgewezen. Animal Rights en Fauna4Life vechten ook nu weer het besluit aan bij de rechter. Ook begonnen ze een kort geding, waarmee ze willen afdwingen dat er geen enkel damhert gedood mag worden tot er uitspraak is gedaan. De rechtbank in Den Haag heeft volgens een woordvoerder nog geen datum gevonden voor behandeling van de zaak.

Het college van burgemeester en wethouders had de raad eind vorige week per brief geadviseerd niet te gaan procederen tegen de provincie. Volgens het college heeft de gemeente hiervoor ‘niet de benodigde expertise in huis’ en is een beroep ook niet nodig, omdat Animal Rights en Fauna4Life al stappen nemen.

De gemeente is tegen

Wel diende de gemeente eerder dit jaar een zienswijze in op het besluit van de Omgevingsdienst Haaglanden, de uitvoeringsorganisatie van de provincie Zuid-Holland. ‘De vraag is hoe zwaar het argument van verkeersveiligheid kan worden meegeteld, nu gemiddeld vanaf 2016 minder dan één aanrijding per jaar heeft plaatsgevonden’, schreef het collegebestuur daarin. ‘Schade aan landbouwgewassen is met name een probleem bij een ongebreidelde groei van het aantal damherten, zoals blijkt uit het beheeradvies. In de afgelopen periode is gebleken dat de schade aan landbouwgewassen, met een roedel van circa veertig damherten, beperkt is.’

Maar volgens de omgevingsdienst is het niet haalbaar om het aantal damherten tot veertig te beperken, zoals de gemeente Hoeksche Waard wil. Om dat te bereiken, zouden elk jaar veertien herten gedood moeten worden. Bovendien zou er in zo'n kleine groep op den duur inteelt optreden, met minder vruchtbaarheid als gevolg en uiteindelijk een einde aan de populatie.

De rechtbank in 2021

De zaak sleept al lang. In 2021 verhinderde de rechtbank Den Haag al dat de damherten afgeschoten zouden worden. De reden was dat de provincie niet duidelijk had gemaakt waarom met oog op de verkeersveiligheid en de bescherming van landbouwgewassen de gehéle populatie moest verdwijnen. De provincie moest een nieuw besluit nemen. Dat werd alsnog de ‘nulstand’. Net als nu is ook destijds de rechtszaak begonnen door Animals Rights en Fauna4Life.

Opvallend genoeg werd vorige maand een onthoofd damhert aangetroffen bij het baggeren van een sloot in het dorp Strijen. De Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid onderzoekt nog wat er gebeurd kan zijn.

De ontsnapping

De populatie damherten waar het nu omgaat, begon twintig jaar geleden met de ontsnapping van drie dieren uit een hertenkamp. Onrust ontstond na een aanrijding in 2015. Twee agrarische bedrijven hebben met name last van de dieren. 

De omgevingsdienst maakt in haar besluit onderscheid tussen de ‘verwilderde’ damherten in de Hoeksche Waard en de ‘in het wild levende’ damherten in onder meer de Amsterdamse Waterleidingduinen en op de Veluwe. Het is volgens de dienst onmogelijk dat zich damherten van die andere beschermde populaties bij de soortgenoten in Zuid-Holland hebben gevoegd. De afstanden zijn te groot. Zou de populatie zonder rem kunnen doorgroeien, dan zou de Hoeksche Waard op termijn een kleine 7000 damherten kunnen tellen.

Overigens is de grote populatie damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen ook ooit begonnen met een klein aantal snapte dieren, zeggen onderzoekers.