Woningtekort vorig jaar opnieuw opgelopen  

Er zijn op dit moment 400.500 woningen te weinig. Dat zijn er 10.300 meer dan een jaar eerder. Dat concludeert onderzoeksbureau ABF Research in haar jaarlijks prognose ie opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Meer huishoudens

De belangrijkste oorzaak voor de gestegen behoefte aan woningen is de toename van het aantal huishoudens, onder meer door migratie en doordat mensen langer alleen wonen. De onderzoekers gaan er nu van uit dat er in 2031 ruim 19.000 huishoudens meer zijn dan ze zelf in de vorige prognose hadden ingeschat. Ook werden volgens ABF eerder nog zo’n 8.000 huizen in de woningvoorraad meegerekend die al lang leegstaan en vermoedelijk niet meer bewoonbaar zijn. Ook dat verhoogt het woningtekort.

2 procent

De politiek vindt een woningtekort van 2 procent van de totale woningvoorraad acceptabel. Om dit te bereiken moeten er per direct 231.800 woningen worden bijgebouwd, stellen de onderzoekers, want op dit moment bedraagt het tekort 4,9 procent. Tot en met 2030 zijn er 993.200 woningen nodig zijn om in 2031 op het streeftekort van 2 procent uit te komen. Dat betekent tussen de 150.000 en 200.000 nieuwe woningen per jaar.

Vergunningverlening

In 2023 werden minder nieuwe woningen opgeleverd dan het jaar ervoor. Vooral de trage vergunningverlening als gevolg van stikstofproblematiek en protesten van omwonenden speelt daarbij een rol. Door het oplopende tekort zijn de huizenprijzen in het afgelopen kwartaal tot recordhoogte gestegen.