Dorpsauto vult hiaten in buitengebied

Openbaar vervoer in de buitengebieden, het blijft een lastige combinatie. Ondanks de inzet van streek- en buurtbussen blijven er veel ‘witte plekken’ op de kaart. In het Brabantse Boerendonk hebben ze nu de oplossing gevonden: de Dorpsauto, met dank aan vrijwilligers èn de provincie.

Geen 100 procent
‘100 procent dekking in openbaar vervoer is onmogelijk,’ vertelt gedeputeerde Ruud van Heugten, ‘dit is een prachtige oplossing waarbij vervoer en mantelzorg gecombineerd wordt.’ De Dorpsauto is het eerste project dat van start gaat met hulp van de subsidieregeling voor Kleinschalige Mobiliteitsoplossingen.

Micro

Directe aanleiding voor de Dorpsauto was een wijziging in de route van de Buurtbus waardoor inwoners van Boerdonk niet langer met het openbaar vervoer naar o.a. Gemert en Beek en Donk konden.

Vrijwilligers kwamen met het idee voor het vervoer op ‘micro-‘niveau. En met succes, de provincie schonk met liefde 13 duizend euro om het vervoersmiddel aan te schaffen.

Belang provincie

‘We hebben belang bij dit soort initiatieven,’ aldus de gedeputeerde, ‘het is een goede aanvulling op het bestaande openbaar vervoer en in verhouding is het niet duur. We hopen zelfs dat de Dorpsauto zich in de toekomst helemaal zelf kan bedruipen. We hebben namelijk geen structurele middelen hiervoor. We kunnen alleen helpen met de aanschaf en met raad en daad.’ De prijs die de reiziger is dan ook duurder dan een doorsnee buskaartje, maar nog altijd stukken goedkoper dan bijvoorbeeld een taxi.

NIet opdringen
De Dorpsauto wordt volledig gerund door vrijwilligers, en dat is jammer voor dorpen met wat minder gemeenschapszin. 'We gaan als overheid niets opdringen, het initiatief moet komen van de bewoners,’ legt Van Heugten uit. De provincie Noord-Brabant stelt in totaal 170 duizend euro beschikbaar voor kleinschalige vervoersinitiatieven zoals de Dorpsauto.