Nog weinig bekend en gepubliceerd omtrent de voor exploitatieplannen verplichte ‘eindafrekening
De vaststelling van een eindafrekening bij een exploitatieplan. De systematiek en de gevolgen van een programmawijziging
De systematiek en de gevolgen van een programmawijziging.
Twaalf jaar na de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening is er nog weinig bekend en gepubliceerd omtrent de voor exploitatieplannen verplichte ‘eindafrekening’. Nog weinig gemeenten blijken een eindafrekening te hebben vastgesteld. Duidelijkheid over de manier waarop de betaalde exploitatiebijdrage moet worden herberekend ontbreekt dus nog, mogelijk nog minder over de wijze waarop rekening gehouden moet worden met een programmawijziging. In deze bijdrage wordt een aanzet gedaan om de gevolgen van een programmawijziging bij een eindafrekening inzichtelijk te maken.
Inleiding
Met de introductie van het exploitatieplan in 2008 is voor gemeenten ook de plicht gekomen om een eindafrekening vast te stellen als de in het exploitatieplan opgenomen werken, werkzaamheden en maatregelen zijn uitgevoerd. Hoewel de Wet ruimtelijke ordening (hierna te noemen: ‘Wro’) al sinds juli 2008 geldt, lijken er in de praktijk nog weinig eindafrekeningen te zijn vastgesteld. Gelet op het feit dat de Wro in 2008 in werking is getreden, de eerste bestemmingsplannen uit circa 2009/2010 dateren, zou dat betekenen, als rekening wordt gehouden met een looptijd van tien jaar, dat veel gemeenten tegen het vaststellen van eindafrekeningen gaan ‘aanlopen’.
Nog weinig is bekend hoe een eindafrekening moet worden vastgesteld en wellicht nog minder is bekend op welke wijze een programmawijziging daarin een rol moet spelen. Zowel de wet zelf in art. 6.20 Wro als de memorie van toelichting zijn onduidelijk over de vraag hoe een eindafrekening moet worden bepaald in het geval er gedurende de looptijd van het exploitatieplan een programmawijziging is geweest. In de wetsgeschiedenis2 wordt alleen gesteld dat wanneer in een exploitatiegebied het woningbouwprogramma verandert, deze wel doorwerkt.
In Grondzaken in de Praktijk van juni 20183 heeft een eerste aanzet gestaan voor het opstellen van een eindafrekening. Het ging daarbij met name om een artikel waarin in zijn algemeenheid een aantal onderdelen werd belicht. De eindafrekening verdient een nadere analyse van de wijze waarop art. 6.20 Wro werkt en hoe een programmawijziging werking heeft bij de eindafrekening.
In deze bijdrage wordt als uitgangspunt genomen dat, zoals in de memorie van toelichting is opgenomen, een programmawijziging bij de eindafrekening een rol speelt. Het gerealiseerde eindbeeld/programma zal in de eindafrekening moeten worden opgenomen. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de werking van de eindafrekening en wordt getracht inzage te geven op welke wijze een wijziging van het programma bij een eindafrekening tot uitdrukking moet worden gebracht. Welke stappen dienen er doorlopen te worden? Wat gebeurt er op het moment dat er sprake is geweest van een programmawijziging? Op welk moment dient er vooruitlopend op de eindafrekening al rekening gehouden te worden met een programmawijziging?
Mr. Kristian van de Laar – Grondzaken en gebiedsontwikkeling, september editie 2020, pag. 18 – 24.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.