Advertentie
ruimte en milieu / Column

De Omgevingswet en de rechtsstaat

Hoe de Omgevingswet kan helpen om het vertrouwen tussen burger en overheid te herstellen.

01 april 2025

In veel landen demonstreren mensen voor de democratische rechtsstaat. Hun machthebbers maken pers en oppositie monddood, blijven doorprocederen zodat de tegenpartij afhaakt, zaaien twijfel over de rechtmatigheid van vonnissen, zetten rechters onder druk of voeren vonnissen niet uit. Ze zorgen voor constante chaos en drukte, zodat mensen geen tijd hebben om ergens fundamenteel over na te denken en dus geen verandering willen.

Ook bij ons staan democratie en rechtsstaat onder druk. Er verschenen de afgelopen jaren allerlei alarmerende rapporten over het gebrek aan vertrouwen in de overheid. Soms zelfs met oproepen tot actie. Zijn ze gelezen? Wordt er wat mee gedaan? Hebt u ze gelezen? Doet u er wat mee?

In 2024 verscheen het rapport van de Staatscommissie Rechtsstaat ‘De gebroken belofte van de rechtsstaat’. Een rechtsstaat biedt iedere burger:

  • bescherming door en tegen de overheid (beschermende kant),
  • invloed op wie de macht heeft en hoe deze wordt gebruikt (democratische kant)
  • zo nodig: steun van de overheid die door grondrechten – in het bijzonder sociale rechten en zorgplichten – actief voorwaarden schept om gestalte te kunnen geven aan hun leven in de samenleving (voorwaardenscheppende kant).

Volgens de Staatscommissie slagen overheidsorganisaties er als collectief niet in om de rechtsstaat voor iedereen voldoende te laten slagen. Ze gaan onnodig vaak de fout in en doen weinig om fouten te herstellen en nieuwe fouten te voorkomen. Iedereen bij de overheid zou een ‘rechtsstatelijk kompas’ moeten hebben als onderdeel van het ambtelijk vakmanschap.

Overheidsmedewerkers moeten zich bewust zijn van hun macht en van de mogelijkheid om tegenspraak te bieden aan leidinggevenden en bestuurders. Dat kompas is er te vaak niet. Overheidscommunicatie is onbegrijpelijk voor burgers. De onderliggende oorzaak daarvan –  ingewikkeldheid van beleid, wetten en de uitvoeringspraktijk – wordt niet consequent aangepakt. Brieven en websites zijn te juridisch en te complex. Overheidsmedewerkers hebben onvoldoende inlevingsvermogen en ervaren niet de emoties, (tijds)druk of stress die de burger wel ervaart. Ze houden daar dan ook geen rekening mee. Te laat wordt gereageerd op burgerbrieven of bezwaarschriften. De afhandeling van bezwaarschriften is geen echte heroverweging van het besluit.

De feitelijke rechtszekerheid voor de burger is naar de achtergrond verdwenen en het is een taaie klus om overheidsorganisaties zo in te richten dat alle communicatie begrijpelijk is. Rechtsbescherming voelt niet als rechtsbescherming, omdat in het bestuursrecht het besluit centraal staat. De rechter buigt zich alleen over de inhoud daarvan, terwijl dat meestal slechts een deel van het probleem is tussen de burger en de overheid. Het is dikwijls niet mogelijk om in één keer over het hele probleem te oordelen en de burger echt te helpen. Deze moet daardoor lang wachten op een oplossing. Ook hier wordt onnodig doorprocederen genoemd.

In juridische opleidingen is volgens de Staatscommissie te weinig aandacht voor eigenschappen als luisteren en conflictoplossend vermogen. Dit zouden kerneigenschappen moeten zijn van iedereen die een functie in de rechtsstaat uitoefent. De focus van opleidingen ligt echter te vaak bij juridische kennis en vaardigheden. Er is nauwelijks aandacht voor andere probleemoplossende interventies dan het recht. De rechtsprekende macht maakt bovendien onvoldoende gebruik van nuttige inzichten in niet-juridische, empirische disciplines of van de rapporten van de Nationale ombudsman.

Tjonge, wat een heftige constateringen!  

Het rapport bevat tien verbetervoorstellen. Los daarvan biedt de implementatie van de Omgevingswet ook een kans. ‘De Omgevingswet kan een bescheiden bijdrage aan herstel van vertrouwen leveren door het faciliteren van burgerparticipatie, betere besluitvorming over projecten, inzichtelijker procedures en regelgeving en beter beschikbare informatie over de fysieke leefomgeving’, aldus de Memorie van Toelichting (2013/14). Het systeem van de wet gaat uit van een beleidscyclus. Dat is werken aan voorspelbaarheid en duidelijkheid geven over te realiseren doelen. Het is een kans voor een gemeenteraad om de controlerende rol te pakken. Vroegtijdige participatie/betrokkenheid staat of valt met kunnen luisteren, oplossingsgerichtheid en het kunnen benutten van mee-koppelkansen en de flexibiliteit van de wet. Het is anno 2025 nog harder nodig dan toen.

Volgens de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is het kerninstrument ‘programma’ van de Omgevingswet bij uitstek geschikt om de kloof tussen beleid en uitvoering te overbruggen en zo aan herstel van vertrouwen te werken. Misschien niet verplicht, maar wel nodig, ook vanuit de invalshoek van de rechtsstaat.

De implementatie van de Omgevingswet is in volle gang. Een mooie kans om hiermee tegelijkertijd ook aan de rechtsstaat te werken!

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

R. D.
Alleen jammer dat de Omgevingswet het juist nóg ingewikkelder heeft gemaakt voor zowel de ambtenaren die ermee moeten werken als voor de burgers/bedrijven die via de wet iets willen regelen. En misschien nog erger dan de Omgevingswet is het DSO, wat het vertrouwen van de inwoners (en ambtenaren overigens) in de overheid ook geen goed doet.
T. Simpelmans
Ja maar deze mevrouw heeft al lang geleden haar baan opgezegd en verdiens tegenwoordig een godsvermogen met leuteren over de Omgevingswet. Niet dat daardoor één steen extra op elkaar komt, maar u begrijpt in één keer haar enthousiasme voor dit juridische gedrocht.
Advertentie