Lof voor aanpak van bedrijventerreinen

Rijk, provincies en gemeenten hebben in een convenant vastgelegd dat uiterlijk in 2013 moet zijn begonnen met de herstructurering van 6.500 hectare bedrijventerrein. Afgaande op de nu bekende plannen, gaan de provincies er vanuit dat komende jaren in totaal ruim 7.400 hectare op de schop kan worden genomen.

De provincies, die bij de operatie de regie hebben, moesten hun herstructureringsplannen uiterlijk 1 april indienen bij het Rijk. Acht provincies hebben dit daadwerkelijk gedaan en alleen al deze plannen gaan samen richting de 6.800 hectare. Flevoland, Groningen, Drenthe en Friesland zijn nog niet klaar en hebben tot 1 juni de tijd om hun plannen alsnog in te dienen. Uit concept-versies die al wel bij het ministerie van VROM bekend zijn, blijkt dat het bij hen gaat om nog eens ruim 650 hectare.

De ministers Huizinga (VROM, ChristenUnie) en Van der Hoeven (Economische Zaken, CDA ) zijn zeer goed te spreken over de inspanningen van de provincies, zeggen zij in een gesprek met Binnenlands Bestuur. ‘Als alles wordt gerealiseerd, hebben we de doelstelling ruimschoots gehaald’, zegt Van der Hoeven. Huizinga: ‘We liggen dik op schema.’

Volwassen

Het Rijk levert nu ook zijn beloofde bijdrage: ruim 107 miljoen euro aan zogeheten Topper-gelden worden gedecentraliseerd naar het Provinciefonds. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) reageert verheugd. ‘De provincies hebben dit heel voortvarend opgepakt’, zegt Annemarie Gehrels, senior beleidsadviseur Economische Zaken bij de provinciekoepel.

Volgens haar moet het Rijk nu ook daadwerkelijk afstand nemen: ‘Het is altijd een spannend punt of men ook echt kan loslaten. Als verantwoording nodig is in de Tweede Kamer, moet de minister durven zeggen: dit is gedecentraliseerd beleid. En vervolgens mogen de provincies worden afgerekend op hun prestaties. Het Rijk moet nu ook durven kiezen voor een volwassen decentralisatie.’

Behalve over herstructurering, hebben Rijk, provincies en gemeenten ook afspraken gemaakt over de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen. Gehrels zegt dat de provincies inmiddels ‘goed sturen’ op regionale samenwerking en afstemming tussen gemeenten. ‘Dat is altijd weer een hobbel die moet worden genomen. Maar in het convenant onderkent ook de VNG het belang van regionale samenwerking. Het kan per provincie verschillen wat de beste aanpak is.’

De VNG is druk bezig een ‘team van ambassadeurs’ samen te stellen dat die samenwerking moet stimuleren. Hiervoor is een half miljoen euro beschikbaar. Gemeenten hebben tot het najaar van 2011 de tijd om zelf te bepalen hoe ze samenwerken. Als dat niet lukt, kunnen de provincies ingrijpen. De ambassadeurs krijgen volgens Jaap Berends, beleidsmedewerker bij de VNG, de komende ruim anderhalf jaar de functie van ‘oliemannetjes’ of ‘mediators’.

De VNG bekijkt daarnaast ook de mogelijkheden tot ‘verzakelijking’. Hierbij komt de exploitatie van een bedrijventerrein in handen van één ondernemer die zorgt voor beheer, verhuur en uitgifte. Verder werkt de gemeentekoepel aan modellen voor parkmanagement, waarbij beheer en inrichting gezamenlijk aangepakt.