Hoe de Drentse windmolens werden doorgedrukt
Provinciale Staten van Drenthe zetten in 2010 het veenkoloniaal gebied op de kaart als locatie voor grootschalige windenergie. Na jaren van verzet wordt deze zomer de eerste van in totaal 45 windturbines gebouwd. Binnenlands Bestuur maakt een reconstructie.
Provinciale Staten van Drenthe zetten in 2010 het veenkoloniaal gebied op de kaart als locatie voor grootschalige windenergie. Na jaren van verzet wordt deze zomer de eerste van in totaal 45 windturbines gebouwd. Binnenlands Bestuur maakt een reconstructie.
Zwarte Mercedessen
Boeren en projectontwikkelaars krijgen tegen 2010 snel door welke nieuwe mogelijkheden de SDE-subsidie voor windmolens biedt. ‘Ik kreeg boeren aan mijn bureau die vertelden dat zwarte Mercedessen hun erven op- en afreden’, zegt een oud provincieambtenaar. ‘Die vroegen zich af wat er aan de hand was.’ Het zijn projectontwikkelaars uit het hele land, zoals Raedthuys BV, Essent en NUON. Wie zijn grond in bruikleen geeft voor een windturbine kan rekenen op een vergoeding van 40.000 euro per jaar, de turbine-eigenaar kan rekenen op een jaarlijkse winst van zo’n 160.000 euro.
Grote belangen
De belangen zijn dus groot, zowel voor de boeren die zelf molens willen ontwikkelen als voor de boeren die grond ter beschikking stellen. Alleen: het provinciebestuur van Drenthe wil helemaal geen windmolens. Tot Gedeputeerde Staten op 6 april 2010 een naar later zal blijken dramatisch besluit neemt.
Verruiming
De provinciale concept omgevingsvisie die op 18 december 2009 ter inzage komt, gaat aanvankelijk nog uit van 60 MW. ‘Omdat het landschap van de gemeenten Emmen en Coevorden zich er het best voor leent, wordt in dit gebied gezocht naar een geschikte locatie voor een windpark.’ Meerdere projectontwikkelaars en landbouwers bepleiten een aanmerkelijke verruiming.
Rumoer
Ook in de Provinciale Staten leidt de conceptvisie tot rumoer: linkse partijen willen meer ruimte voor windenergie, gesteund door het CDA. Veel boeren zijn lid van die partij, zijn actief in gemeenteraden of in het bestuur van LTO Noord. Zo komen de belangen van boeren bij windenergie gemakkelijk de politiek binnen. Gedeputeerde Staten gaan een beetje om, ze verhogen de ambitie van 60 MW naar 200 MW in 2020. Al herhaalt het provinciebestuur: ‘Wij blijven bij onze keuze om dit alleen in Zuidoost Drenthe toe te staan.’ Dat staat ook in het ambtelijk advies: ‘Er zijn diverse alternatieve locaties aangedragen. Advies: uitsluiten van andere locaties dan Emmen-Coevorden.’
Koerswijziging
Op dinsdag 6 april 2010 komt het college van GS onder leiding van cdk Jacques Tichelaar tot een even onverwachte als dramatische koerswijziging: GS voegen grote delen van de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze toe als zoekgebied voor windenergie. Drie weken daarvoor noemt Haarsma het in een gesprek met RTV Drenthe opeens een geschikte locatie: ‘Dan kijk ik toch naar de veenkoloniën en het gebied Coevorden-Emmen.’
Paniekvoetbal
Het lijkt paniekvoetbal, maar volgens oud gedeputeerde Rein Munniksma (ruimtelijke ordening, PvdA), ook betrokken bij het besluit van 6 april, had het provinciebestuur geen andere keus. Alle provincies voelden rond 2010 al een zekere druk om meer te doen aan windenergie, zegt Munniksma, daarom ging de ambitie omhoog van 60 naar 200 MW. En dat was in het gebied rond Emmen en Coevorden niet te halen. Bovendien, zegt Munniksma: ‘Wij wisten dat een groep rond ontwikkelaar Ten Have vergaande en grootschalige plannen had in dat gebied. Zouden wij nee zeggen dan zou de minister dat gebied zelf aanwijzen. Nu hoopten we dat we de plannen nog een beetje beperkt konden houden.’
Heel veel rumoer
Het ambtelijk advies van maart 2010 dat onder leiding van zijn collega Haarsma tot stand kwam om ‘andere locaties dan Emmen-Coevorden uit te sluiten’ was politiek in feite helemaal niet houdbaar, stelt Munniksma. Maar of het rijk de provincie zou hebben overruled is nog maar de vraag, zegt hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen Herman Bröring: ‘Zoiets zou heel veel rumoer hebben gegeven. Ik ken er geen voorbeelden van. In die zin ging het bij Munniksma eerder om vrees dan om realiteit.’
Binnenlands Bestuur reconstrueert in een tweeluik de aanleg van windmolens in de Drentse veenkoloniën. Willem de Haan doet onderzoek naar de Drentse en Groningse windparken. Voor Argos (Vpro, radio 1) maakte hij een documentaire over het voorgenomen Groningse park N33. Lees het hele eerste deel deze week in BB09 (inlog).
Reacties: 9
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Voor al dit subsidiegeld had op iedere woning gratis zonnepanelen kunnen liggen. Maja, daar verdient abn niet aan.
Het aansluiten van nieuwe windmolenparken kost tot en met 2023 al 4 miljard euro. Het geld is afkomstig van de zogeheten Opslag Duurzame Energie, een taks op de energierekening van huishoudens en bedrijven.
Bovendien mag staatsbedrijf TenneT eventuele extra kosten in rekening brengen door de transporttarieven op de energienota te verhogen.
Voorlopig komt er nog geen einde aan subsidies voor windmolenparken. In de periode 2023-2030 verwacht de Rekenkamer dat er tussen de vijf en zes miljard euro nodig is voor de aanleg van nog meer windparken .
Ik bedoel om dit soort opmerkingen te maken over landschap dat bij uitstek is gevormd door economische activiteit...