Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

‘Het gebrek aan integraal werken is een zorgpunt’  

De Evaluatiecommissie Omgevingswet over het eerste jaar Omgevingswet.

18 april 2025
Hetty Klavers
Hetty Klavers

‘In werking, maar onderbenut’, luidt de weinig verhullende titel van het eerste ‘reflectierapport’ van de Evaluatiecommissie Omgevingswet. Voorzitter Hetty Klavers licht de werkwijze van de commissie en de belangrijkste bevindingen toe. ‘Of de kosten van de Omgevingswet opwegen tegen de baten, dat is niet aan ons.’

Casemanager Bouw

Gemeente Nederweert via Geerts & Partners
Casemanager Bouw

Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling

Gemeente Hoeksche Waard
Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling

BB De Omgevingswet is pas ruim een jaar ingevoerd. Bij veel gemeenten staat het werken ermee nog in de kinderschoenen. Waarom wilden jullie daar nu al op reflecteren?

HK 

Hetty Klavers: ‘We noemen het niet voor niks een reflectierapport. De echte evaluatie wordt in 2028 gemaakt en verschijnt waarschijnlijk ergens in 2029. Tot die tijd werken aan één grote wetsevaluatie, dat leek ons niet verstandig. Dat zou ons heel veel werk opleveren in één jaar. Om de werklast wat beter te verdelen, proberen we van jaar tot jaar een aantal onderzoeken te doen die we eventueel nog zullen herhalen in 2028. Nu, in ons eerste rapport, wilden we twee kerninstrumenten uit de Omgevingswet pakken die zeker zouden worden gebruikt na de inwerkingtreding: de decentrale regels en de BOPA's. We konden nog geen stevige conclusies trekken, maar het leverde wel aandachtspunten op waar we de komende jaren agenderend verder mee aan de slag willen.'

BB Een belangrijke beperking bij het eerste rapport: het gaat alleen over hoe overheden met die instrumenten omgaan. Niet hoe burgers en bedrijven de praktijk ervaren.   

HK 

‘De keuze voor de instrumenten maakt automatisch dat je je meer focust op de overheid. De onderzoekers hebben wel geprobeerd om ook vanuit het bedrijfsleven input over de Omgevingswet te verzamelen, maar dat is gewoon niet gelukt. We hebben onszelf in ons plan van aanpak een vrij hoog ambitieniveau opgelegd door te zeggen: we willen niet alleen de actieve gebruikers, maar ook de passieve gebruikers ondervragen. Daar moeten we de komende jaren verder vorm en inhoud aan geven.’

BB Wat heeft u in de uitkomsten het meest verrast?

HK 

‘Ik vond het veelvuldige gebruik van BOPA’s [buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, red.] erg opvallend. Op zich is daar niets mis mee, het is gewoon een van de instrumenten uit de Omgevingswet. Maar we hebben in de commissie veel discussies gehad over de doorwerking ervan. Wat zijn de consequenties voor gemeenten nu dat instrument zo veel wordt ingezet? Wat betekent het voor de workload van de komende jaren en voor de samenhangende benadering van de leefomgeving waar de Omgevingswet voor staat? Daar waren we van tevoren als commissie niet op uitgekomen. Een ander punt dat we wel wisten, maar wat toch prangend naar voren kwam, is dat het beleidsarm omzetten van regels nog maar de eerste stap is. Nu gaat het erom dat gemeenten, provincies en waterschappen alle instrumenten die je onder de Omgevingswet kunt inzetten ook beleidsrijk maken. Dan zie dat je daar bij gemeenten meteen tegen een capaciteitsprobleem aanloopt.’

We zagen dat het proces van vergunningverlening absoluut niet is stilgevallen

BB Tegenstanders van invoering van de Omgevingswet vreesden een sterke terugval in verleende vergunningen. Die bleef uit. Hoe kwam dat?

HK 

‘Die passage in ons rapport is puur gebaseerd op de feiten. We zagen dat er eind 2023 een enorme hausse aan aanvragen is geweest, maar ook dat het proces van vergunningverlening daarna absoluut niet is stilgevallen. De achterliggende redenen daarvan hebben we niet apart onderzocht.’

BB Het Digitaal Stelsel Omgevingswet valt formeel buiten jullie scope, maar jullie konden het niet vermijden.  

HK 

‘Dat klopt. Onze opdracht is om te kijken of de wet in praktijk doet wat ‘ie belooft. En dan kun je gewoon niet om het DSO heen. We kregen daar van zo veel kanten opmerkingen en signalen over mee! Zelfs verzoeken of we daar alsjeblieft niet meteen wat aan konden doen. Nou, dat konden we natuurlijk niet. Maar we kunnen wel opschrijven wat de rode draden zijn en die staan volgens mij heel helder in ons reflectierapport.’

BB Het belangrijkste punt is dat burgers en bedrijven bij het DSO vastlopen in de vergunningencheck of belanden bij het antwoord: bel uw gemeente.

HK 

‘Ja. De deskundigheid in de commissie gaat niet over het DSO. Maar het is evident dat een goed gebruik daarvan voor de Omgevingswet heel erg belangrijk is.’

Een goede balans tussen beschermen en benutten is óók de uitkomst van een lokaal wegingsproces

BB Ik wil graag een paar andere bevindingen van de commissie met u doornemen. Een daarvan is dat het nog erg zoeken is naar de balans tussen het beschermen en het benutten van de leefomgeving die de Omgevingswet beoogt. Ook voor de commissie.  

HK 

‘Er zijn op dat punt eindeloos veel perspectieven beschikbaar. Wij willen daar als commissie meer grip op krijgen. We gaan er de komende jaren met elkaar, maar ook met deskundigen, over praten: hoe kun je hier nou op systematische wijze naar kijken? Het heeft evident ook een meer bestuurlijke kant. Want een goede balans tussen beschermen en benutten is óók de uitkomst van een lokaal wegingsproces. En hoe krijg je überhaupt die balans te pakken als een aantal omgevingswaarden nog niet eens zijn gehaald? Want daar hebben we ook wat voorbeelden van in ons land.’

BB Een andere bevinding: het integraal werken moet in de gemeentehuizen nog sterk groeien.

HK 

‘Ja. Dat kregen we terug van onderzoekers, maar zagen we ook vanuit andere bronnen. Dat vinden wij echt een zorgpunt. De Omgevingswet is juist bedoeld om een integrale afweging te maken. Dat veronderstelt een andere manier van samenwerken. Veel zaken die in gemeentehuizen en bij provincies en waterschappen tot voor kort redelijk waren gescheiden, moeten nog veel meer met elkaar verweven worden.’

BB Jullie constateren dat de beoogde versnelling in de vergunningverlening nog niet wordt gehaald. De tijdswinst die je boekt bij de afhandeling dreigt te worden teniet gedaan door het extra vooroverleg.

HK 

‘Dat is meer een vraag die we nu nog hebben. Het komende jaar staat het instrument vergunningen centraal in een van onze onderzoeken en gaan we hier specifieker naar kijken.’  

BB Daarin speelt ook de participatie onder de Omgevingswet een rol.

HK 

‘Ja. Ook daar gaan we de komende jaren meer maar kijken, zeker ook als onderdeel van dat vergunningenonderzoek. Tegelijkertijd is participatie niet voor niks als open norm gedefinieerd. We zullen via jurisprudentie moeten ontdekken hoe de rechter daarnaar kijkt.’

Het omgevingsplan is op zichzelf al een klus. En als je dan ook nog een groot aantal BOPA’s daarin moet verwerken…

BB Een van jullie andere bevindingen is dat de deadline van 2032 voor het vaststellen van ene definitief omgevingsplan best krap is.

HK 

‘Ja. Het omgevingsplan is op zichzelf al een klus. En als je dan ook nog een groot aantal BOPA’s daarin moet verwerken… We vinden dat daar flink meer aandacht voor moet zijn. Wanneer je als gemeente het instrument BOPA inzet, moet je je realiseren dat er daarmee later nóg een klus te klaren is. Het heeft een vervolg. Als de ontwikkeling van veel BOPA’s zich doorzet, gaan we ook onderzoeken hoe zich dat verhoudt tot de gewenste integraliteit en de samenhangende benadering van de Omgevingswet.’

BB Jullie eindigen de reflectie met de onversneden oproep aan alle overheden om het instrumentarium van de Omgevingswet beter te benutten. Hebben gemeenten daar dan wel de tijd en de capaciteit voor?

HK 

‘Het is niet voor niks dat we de titel van onze reflectie het woord ‘onderbenut’ gebruiken. Kijk, het was voor gemeenten alleen al een enorme klus om de invoering van de Omgevingswet mogelijk te maken en ze werken ook keihard aan alle andere urgente opgaven – dus dat ‘onderbenut’ kan hier en daar best als een aanval worden opgevat. Maar tegelijk zien we dat er veel meer kan met de Omgevingswet. Laat alle overheden – van de minister van VRO tot gemeenten – de potentie van de wet daadwerkelijk gaan gebruiken.’  

BB Tot slot. Met de invoering van de Omgevingswet zijn vele miljarden gemoeid. De terugverdientijd voor gemeenten gaat inmiddels richting de veertig jaar. Wordt door jullie ook onderzocht of invoering van de wet überhaupt een goede zaak is geweest?

HK 

'Wij evalueren noch de totstandkoming van de Omgevingswet, noch de invoering ervan. Wij kijken alleen of de wet doet waar hij voor is besteld. Of de kosten daarbij opwegen tegen de baten, dat is niet aan ons.’

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

T. Simpelmans
Sorry, maar als het massale gebruik van BOPA's de grootste verrassing is, dan heb je een jaar lang onder een steen geleefd.
T. Simpelmans
Sorry, maar als het massale gebruik van BOPA's de grootste verrassing is, dan heb je een jaar lang onder een steen geleefd.
Advertentie