Buffer redt Bargerveen
Boeren en natuurbeheerders hielden elkaar rond het Drentse Bargerveen in de houdgreep. Intussen dreigde het hoogveengebied te verdrogen.
Boeren en natuurbeheerders hielden elkaar rond het Drentse Bargerveen in de houdgreep. Intussen dreigde het unieke hoogveengebied te verdrogen. Herverkaveling lost het probleem op. Verbetering voor landbouw én natuur.
Het fietspad oogt vers. Zand van de aanleg stuift op over het beton. De blanco paddenstoel aan het begin wacht op plaatsnamen, kilometers. Nu lijkt de fietsroute slechts te voeren naar de Duitse windmolens in de verte. Toch belichaamt dit ogenschijnlijk naar niets leidende beton een markante scheiding. Links ervan glimmen de natte plassen van het Bargerveen in de lentezon. Rechts draait een boer op een tractor zijn rondjes over de akkers. Twee werelden op amper vijftig meter van elkaar, die elkaar tot voor kort vooral via de rechter spraken.
Het Bargerveen geldt als een van de laatste hoogveengebieden in West-Europa. Het ontsnapte in de vorige eeuwen aan winning van het bruine goud: turf. Er leven op de ruim tweeduizend hectare zompig veen honderden soorten vogels en vlinders en allerhande slangen en hagedissen. ‘Een luilekkerland voor natuurliefhebbers’, jubelt eigenaar Staatsbosbeheer. Maar: een verdrogend luilekkerland. Door de hoge ligging van het veen gutst het water eruit. Je ziet het aan de horizontale pijpen die de omliggende beek klaterend bevoorraden. Het droogvallend veen stoot veel CO2 uit.
En daar blijft het niet bij. Want het water dat uit het veen verdwijnt, belandt op de akkers van de nabijgelegen boeren en belemmert hun bedrijfsvoering. Een tussenliggend scherm van klei dat het veen meer water moest bezorgen en de boeren minder overlast, bood geen uitkomst. Zo kwam een nieuwe, duurzame oplossing in beeld. Een vochtige bufferzone van vijfhonderd meter breed die het leeglopende veen, Natura2000-gebied, van tegendruk moet voorzien. Maar wel aan te leggen op 220 hectare van de direct aangrenzende boerengrond. Opstand in zuidoost-Drenthe!
Zeker tien boeren vochten in 2009 het inrichtingsplan aan bij de rechter. Ze wilden voorkomen dat er een groot stuk van hun smalle, langgerekte huiskavels werd geknipt. En dan ook nog voor een betwiste ‘oplossing’. De boeren vreesden een kletsnat nieuw reservoir van waaruit het water nog steeds naar hun gekortwiekte akkers kon doorsijpelen. Ze procedeerden tot aan de Raad van State – tevergeefs. In die roerige tijd begon de bestuurscommissie Bargerveen- Schoonebeek met als opdracht de verbeten verhoudingen in het gebied door middel van herverkaveling vlot te trekken.
Groot offer
‘We waren er allemaal van overtuigd dat er iets moest gebeuren in het Bargerveen’, blikt Nynke Houwing terug. Als toenmalig wethouder van de gemeente Emmen (landinrichting, VVD) werd ze in 2013 voorzitter van de bestuurscommissie en is dat sindsdien altijd gebleven. ‘Iedereen, ook de boeren, erkende dat het Bargerveen een waardevol gebied is. Maar als je dat moet beschermen ten koste van jouw boterham, wordt het een ander verhaal. We wisten dat we vooral van de boeren aan de zuidkant van het veen, bij het dorp Nieuw-Schoonebeek, een groot offer zouden vragen. Maar tegelijk was het gebied slecht ontwaterd en zaten ze van oudsher hutjemutje op elkaar.’
Landinrichting door middel van herverkavelen dient van oudsher vooral de boeren. Sinds 1985 kan het middel ook worden ingezet voor andere functies in het landelijk gebied, zoals natuurontwikkeling en klimaatadaptatie. De provincies zijn hiervoor na de decentralisatie via de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) in 2007 aan zet, maar passen herverkaveling slechts mondjesmaat toe. Het is arbeidsintensief, vrezen ze, het neemt vele jaren in beslag en de door de rechter afdwingbare ruil kan de toch al vaak lastige verhoudingen tussen boeren en natuur beheerders in een gebied verder op scherp zetten.
De bestuurscommissie Bargerveen- Schoonebeek begon in 2013 wijselijk aan de noordkant van het natuurgebied. Daar was in het verleden al veel boerengrond aangekocht door Prolander, de uitvoeringsorganisatie van de provincies Groningen en Drenthe. De nieuwe bufferzone moest in de ogen van de commissie niet alleen het water vasthouden, maar ook een verbinding leggen tussen het Bargerveen en de dorpen Zwartemeer en Klazienaveen. Niet zozeer de boeren lagen er dwars, maar Staatsbosbeheer. ‘Ze wilden zo weinig mogelijk mensen toelaten in het gebied’, vertelt Houwing. ‘Die verstoren immers de natuur. Daardoor leefden de dorpen met hun rug naar het Bargerveen. Je kwam er vrijwel nooit en had er vooral last van vliegen.’
Dat veranderde door de nieuwe bufferzone. ‘De invulling is in samenspraak met de dorpsbewoners tot stand gekomen. Aan de noordkant kwam een oude pastorieboerderij terug in de vorm van een kunstwerk. Het is nu een populaire trouwlocatie. En er zijn veel meer fietspaden aangelegd, in en rond het Bargerveen. Daarin hebben we Staatsbosbeheer echt een beweging zien maken.’ Hoogtepunt vormde in 2018 de opening van de nieuwe schaapskooi, de grootste van Nederland, door Willem- Alexander. Houwing: ‘Na afloop greep een dorpeling me bij de arm: de koning is bij ons geweest! Je zag de trots in de dorpen groeien.’
Wenszitting
Toen begon de echte klus, die aan de zuidkant van het Bargerveen. Het gebied waar 220 hectare grond in bezit van boeren voor de buffer moest wijken. ‘We hebben een wenszitting gedaan waar alle grondeigenaren hun wensen konden uitbrengen’, vertelt Gerjan Meijer, senior projectleider bij het Kadaster, dat als onafhankelijke organisatie gebiedsontwikkelingsprocessen begeleidt. Een lastige puzzel omdat volgens de Wilg een boer er bij herverkaveling per saldo niet op achteruit mag gaan. Dat bleek hier alleen mogelijk door de smalle kavels te verbreden. Zo kon het aan de buffer verloren eindstuk in de breedte worden gecompenseerd. Om aan die extra grond te komen, dienden vijf boeren hun bedrijf naar elders te verplaatsen. Meijer: ‘Veel boeren gaven aan: wij blijven liggen waar wij liggen.’
‘Je hebt altijd mensen die specifiek opkomen voor hun eigen belang en die weinig oog hebben voor dat van de buren’, zegt medewerker gebiedsontwikkeling Dirk-Jan Leeuwerik van Prolander. ‘Dat moeten wij steeds zelf in de gaten houden.’ Toen de herverkaveling stilviel, stak de provincie er extra geld in. Onder meer om verhuizende boeren te kunnen laten begeleiden door een adviseur.
‘Je tovert kaarten tevoorschijn waarop staat dat de boeren de grond toch echt kwijt zullen raken’, zegt Meijer. ‘Een van de boeren had op een andere locatie al wat gebouwen staan en wilde daar uiteindelijk wel uitbreiden. Een andere boer kon naar een plek met betere grond worden verplaatst. Vergeet niet: het is hier kleinschalige landbouw. Daardoor dachten veel boeren: we moeten wat, willen we dit gebied nog een agrarische toekomst geven.’
‘Alle landbouwbedrijven zijn er door de herverkaveling op vooruit gegaan’, stelt projectmanager Jacomijn Pluimers van Prolander. ‘En door dit proces hebben we niet alleen de bufferzone, maar het hele gebied verbeterd. De schaapskooi trekt veel bezoekers. De nieuwe fietspaden worden goed gebruikt. Dit was altijd een uithoek van het land. Deze herverkaveling geeft een impuls aan het zuidoosten van Drenthe.’
Het wordt beaamd door Emmens wethouder Robert Kleine (recreatie, CDA). ‘Ik heb vorig jaar zomer een rondje gedaan langs de kleine campings rondom het Bargerveen. Die zijn van hobbyisten uitgegroeid tot ondernemers. In de feedback die zij krijgen van bezoekers zie je een groot verschil met tien jaar geleden.’
Pijn
De Drentse aanpak, waarbij naast de genoemde organisaties ook de provincie en waterschap Vechtstromen waren betrokken, lijkt een manier om de tegenstelling tussen boeren en natuurbeheer op te lossen. Is die ook naar andere delen van Nederland te kopiëren? ‘Misschien niet een op een’, denkt commissievoorzitter Nynke Houwing. ‘Maar wel in de basis. Ga met alle partijen praten en zoek wat je deelt. Zorg dat je als commissie in het gebied voortdurend zichtbaar bent. En luister naar de mensen. Van een van de verplaatste boeren zat de familie al generaties lang op die plek. Hou rekening met de pijn. En als er voor miljoenen in een gebied wordt geïnvesteerd, is het rechtvaardig dat de mensen er ook zelf wat aan hebben. Dat het meer is dan alleen natuurontwikkeling.’
‘Het gaat ook over het vergroten van leefbaarheid’, beaamt Kleine. ‘Over het aanhaken van dorpen op het gebied van recreatie en toerisme. Meer reuring, meer economisch perspectief. Het succes van de schaapskooi maakte verdere discussies overbodig.’
Volgens Gerjan Meijer van het Kadaster is herverkaveling een ‘heel goed middel’ om de stikstofdiscussie vlot te trekken. Hij ziet dat inmiddels meer provincies hun reserves laten varen. ‘In Friesland wordt aan twee, drie projecten gewerkt, in Zuid-Holland ken ik er ook eentje.’ Niet gek, vindt hij. ‘Als je de boeren had onteigend, was de hele landbouw in het gebied Nieuw- Schoonebeek om zeep geholpen. Dat zijn kostbare processen die zomaar tien jaar lopen. Hier zaten de boeren binnen drie jaar op hun nieuwe grond.’
Voorwaarde is volgens hem dat je als overheid wat beschikbare ruilgrond nodig hebt én de bereidheid bij een enkele boer om te verhuizen. Hij ziet het niet als grote obstakels. ‘Zo’n 60 procent van de boeren ouder dan 55 jaar heeft geen opvolger. Als je dat proces allemaal maar z’n gang laat gaan, raken de boeren hun grond straks aan de straatstenen niet kwijt. Je kunt herverkaveling ook gebruiken om de landbouw in Nederland een betere positie te geven.’
‘Voor een boer is die grond weg’
Jan Horring schoof in 2013 bij de bestuurscommissie aan als afgevaardigde van LTO. ‘Het was lastig om iemand te vinden die namens de boeren wilde optreden. Het kost veel tijd. En commissieleden wordt weleens nagedragen dat je er vooral voor je eigen voordeel zit.’ Dat speelde bij Horring geen rol. ‘Ik was gestopt als akkerbouwer en woonde niet in het gebied. Dan kun je afstand nemen.’ Toen Horring als commissielid begon, was de omstreden buffer al ingepland. Tijdens wenszittingen moesten boeren kenbaar maken hoe ze hun toekomst zagen. ‘We werden kritisch gevolgd. Een aantal boeren gaf aan: we zien elkaar voor de rechter.’ Horring kon zich er iets bij voorstellen. ‘Het is voor een boer niet niks om in een gebied van 1.500 hectare landbouwgrond zo’n 220 op te geven voor natuur. Voor een boer is die grond weg.’ Ook bestond er scepsis over de werking van de buffer.
‘In 1998 stroomde het hele gebied vanuit het Bargerveen bijna onder. Moesten we het dan nóg natter maken? Vanuit mijn achterban is geregeld gezegd: wij stoppen ermee. Maar dan wordt er alleen over je gesproken en heb je niks in de melk te brokken.’ Een paar maanden na de wenszittingen werd duidelijk dat nog eens een drietal boeren bedrijven moest worden uitgeplaatst om de rest een kansrijkere toekomst te bieden. ‘Het proces heeft een jaar stilgelegen tot er extra geld kwam van de provincie.’ Twee boeren kozen eieren voor hun geld en verkasten. ‘Uiteindelijk gaat het om de toekomst van je bedrijf. Waar het precies ligt, maakt niet zo veel uit.’
Nog steeds geeft volgens Horring een aantal boeren aan dat de herverkaveling nooit had mogen gebeuren. ‘Ze maken zich zorgen over de buffer en kunnen zich moeilijk voorstellen hoe het gebied er straks uit komt te zien. Ik hoop dat de boeren na de aanleg zullen zeggen: dit had jaren eerder moeten gebeuren.’ Zelf is Horring positiever over het proces. ‘Dat we als boeren veel grond hebben moeten inleveren is spijtig, maar gezien het nieuwe natuurbeleid een gegeven. Daar moet je niet in blijven hangen. Ik ben best een beetje trots op wat we als commissie in dit gebied tot stand hebben gebracht.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.