Gemeenten kunnen uitstootprobleem oplossen
Met de juiste regie-aanpak kunnen gemeenten helpen met het oplossen van de stikstofproblemen.
Rotzooi op de snelweg, opruimaannemers bedreigd en omgekeerde vlaggen overal waar je kijkt. Politieagent wordt vervolgd als hij op een als tank ingezette trekker schiet. Massapsychose aangevoerd door gekraai van het Farmers Defence Force. En al heeft dat veel weg van de kleuters van het Amsterdams Studentencorps, ze begrijpen wel de leefwereld.
Uiteraard hebben boeren recht op een fatsoenlijk inkomen. Tegelijkertijd mag de samenleving rekenen op een gezonde toekomst. De wetenschappelijke oplossing om enorme hoeveelheid stikstof, CO2 en verdwijnende biodiversiteit te tackelen is door de weg van circulaire landbouw te inslaan. Dit eist een krachtdadig en urgent handelen wat aan gemeenten de ruimte kan geven de zaak op te lossen.
Laten we wel wezen. De boerenacties lijken op een puber die het thuisfront terroriseert omdat hij of zij een te dure iPhone wil. Uiteindelijk wordt na ruzies de goede vrede dan gekocht. Ook hier zien we deze pavlovreactie. Naast poldergedrag van gesjacher en gesjoemel wordt alvast voor de goede vrede 25 miljard aan belastinggeld onttrokken.
Zoals het er nu uitziet komt dat geld terecht bij bedrijven die het milieu zwaar belasten. Grootschalige kippen-, varkens- en kalvermesterijen, dus geen boeren maar industrieën die werken voor de wereldmarkt. Ze vervuilen het meeste, dragen bij aan enorm dierenleed en spekken vooral de Rabobanken, Cargills, Jumbo’s, Royal De Heusen en de Monsanto's van deze wereld. Voor het gemak wentelen zij alle ellende op de samenleving af. Oplossen met innovatieve stalsystemen zijn een illusie. De enige weg is faillissement.
Dit gesloten netwerk van multinationals verweert zich met hand en tand. Volop geld wordt door hen gestoken in het verspreiden van onwelriekend nepnieuws en in subtiele reclames in televisieprogramma’s. Door subsidiering van een opzwepende FDF en een publiciteitsgeil Kamerlid worden boeren voor hun kar gespannen. Wanhopen hoeven de superbedrijven eigenlijk niet. Als touwtjestrekkers zijn deze strak politiek verstrengeld en regelen bij de borrel keurig hun zaakjes.
Mocht onverhoeds het kabinet haar poot wel stijf houden dan kunnen gemeenten de oplossing zijn. Met de juiste regie-aanpak kunnen zij zich richten op het overstijgende maatschappelijke doel waar biologisch en circulair boeren voorrang krijgt. Gemeenten staan immers dichtbij de boeren, kunnen zich inleven en met maatwerk in de weer zijn. Dan helpt 25 miljard aan belastinggeld aan een toekomst waar zowel milieu als boeren wel bij varen.
Gemeenten kunnen met hun totaal aan kennis, visies en ervaringen het overzicht houden en de informatie managen. Intussen maken ze inschattingen wanneer met de betrokken boeren, de middelen en de tijd de transitie mogelijk is. Om de kennis van de boeren te vergroten schakelt de gemeente deskundigheid in en zorgt voor bijeenkomsten, excursies, website en nieuwsbrieven. Zo maken boeren onmisbaar deel uit van het regieproces. Respect voor hun inbreng staat voorop.
Boeren van de toekomst hebben geen belang bij verdere verrijking van banken, vleesverwerkers of veevoermultinationals ten koste van het milieu. Door het regisseren van een proces van wederzijdse afhankelijkheid binnen de vastgestelde milieugrenzen kan en een gezond milieu met gezonde boerenbedrijven tot stand komen. Zo kan kortweg het kabinetsbeleid in 2030 uitgevoerd zijn. Helaas is de kans groot dat de met vee-lobby verstrengelde kabinetsknieën razendsnel verslappen.
Sowieso is er daarom een combinatie van landelijke/provinciale/gemeentelijke aanpak met een overallplan noodzakelijk.
Bovendien moet nu eerst eens goed wetenschappelijk worden vastgesteld en gecommuniceerd wat de achteruitgang van de natuur nou werkelijk veroorzaakt en in hoeverre het vaststellen van depositiewaarden daarin verbetering kunnen brengen. Moeten depositievoorwaarden daarom niet variëren en bijvoorbeeld aan het zich regelmatig wijzigende klimaat worden gekoppeld. Een oplossing lijkt meer te moeten worden gezocht in de klimatologische omstandigheden, innovatie bij bedrijven, vermindering van het aantal bosbranden, ook minder ganzen in de natuur e.d. Dus ook beter nadenken over beheer en uitbreiding van natuurgebieden.