'Gemeenten hebben beperkt zicht op het nut van energieopslag'
Minister Jetten publiceerde woensdag zijn Routekaart Energieopslag, over batterijen, waterstof en seizoensbuffers.
Met zonne- en windenergie is het hollen of stilstaan. Op sommige momenten leveren zonnepanelen en windturbines volop stroom, op andere momenten geven ze niet thuis. Opslag van die energie, in de vorm van elektronen (in een batterij) of moleculen (waterstof bijvoorbeeld), is daarom een noodzakelijkheid.
Om die reden had minister Jetten van Economische Zaken en Klimaat al lange tijd terug de Routekaart Energieopslag aangekondigd die woensdag verscheen. Wat is daaruit te halen voor de decentrale overheid, voor gemeenten en provincies?
Eén: marktpartijen klagen
Ter voorbereiding van het rapport organiseerde brancheorganisatie Energy Storage NL meerdere stakeholdersessies, waar Jettens beleidsadviseurs te horen kregen wat er leeft onder de bedrijven die zich met de opslag van energie bezig houden. Die gaven aan, aldus het rapport, 'dat veel decentrale overheden het belang van energieopslag voor het energiesysteem niet altijd voldoende inzien.' Daardoor ondervinden zij 'soms weerstand bij de realisatie van opslagprojecten'.
Dat belang is er wel degelijk, volgens het rapport, alleen hebben provincies en gemeenten 'soms beperkt zicht op het nut van energieopslag'.
Twee: helderheid ontbreekt
Het zijn juist de gemeenten en provincies die te maken hebben met veel aanvragen voor batterijaansluitingen. Het ministerie van Economische Zaken wil die beoordelingen, die worden uitgevoerd op al die verschillende provincie- en gemeentehuizen, stroomlijnen. Het rijk kan voorwaarden formuleren voor de inzet van batterijen, schrijven de rijksambtenaren in het rapport. Landelijk netbeheerder TenneT kan aangeven welke locaties technisch gezien voorkeur verdienen.
Daarnaast moeten het rijk en de decentrale overheden uitvechten wie welke verantwoordelijkheid heeft in de toewijzing van locaties. Onder de Omgevingswet hebben beiden daar een bepaalde zeggenschap over. Tot slot moeten de eisen van decentrale overheden uniformer worden. Dan weten marktpartijen waar ze aan toe zijn. Die eenduidigheid ontbreekt nu. De decentrale overheden gaan over de veiligheidsvoorschriften, de planvorming en de vergunningverlening. Volgens het rapport kijken zij naar de rijksoverheid voor kaders die helderheid geven.
Drie: warmteopslag is te onbekend
Binnen het Programma Aardgasvrije Wijken wordt op Vlieland en in Nagele (Flevoland) proefgedraaid met ondergrondse warmteopslag: in de zomer verwarmd water (dankzij zonnepanelen) wordt voor de herfst en winter ondergronds opgeslagen in een seizoensbuffer, netjes weggewerkt onder een grasveld.
Ondanks deze voorbeelden constateren de schrijvers van het rapport dat warmteopslag 'nog onvoldoende bekend [is] bij gemeenten', en beperkt terug komt 'in de transitievisies warmte en de ruimtelijke ordening'. Als oplossing komt er een handreiking in de vorm van een website, volgend jaar opgeleverd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Opvallend is ook de Hoge Temperatuuropslag (HTO) die het energiebedrijf ECW in het Noord-Hollandse tuinbouwgebied ondergronds heeft aangelegd, op een diepte van 370 meter. Een a-typische warmteopslag is het Mijnwaterproject in Heerlen, waar de oude mijnen zijn volgelopen met grondwater met een temperatuur van rond de 25 graden. Dit warme mijnwater, op honderden meters diepte, vormt de bron voor een lagetemperatuur-warmtenet in de voormalige mijnstad.
Overigens is warm water ook bovengronds op te slaan, zoals gebeurt in de e-boiler van het warmtenet in de wijk Ypenburg in Den Haag.
Vier: opslag waterstof moet in overleg met burgers
Zonne- en windenergie kunnen ook bewaard worden in de moleculaire vorm van waterstof. Tot en met 2030 is daar voldoende ruimte voor in de zoutcavernes op de locatie Zuidwending in de gemeente Veendam in Groningen. De afgelopen jaren draaide daar een proefproject. Voor de periode na 2030 moeten nieuwe locaties in beeld komen, in nauwe samenspraak met burgers.
'Bij deze vorm van opslag moet zorgvuldig worden omgegaan met de mogelijke gevolgen die het kan hebben voor de leefomgeving van bewoners', staat in het rapport. De reden mag duidelijk zijn. 'Hierbij zijn de adviezen van de Parlementaire Enquête aardgaswinning Groningen (PEGA) van toepassing', valt te lezen. 'Samen met decentrale overheden en bewoners moet worden bepaald waar de volgende opslaglocaties op land kunnen worden geaccommodeerd.'
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.