Géén slingers: onze netcongestie bestaat nu vijf jaar
In 2019 begon het probleem in het landelijk gebied, nu is het nog jarenlang overal.
Ballonnen en slingers zullen niet te zien zijn, maar de netcongestie in Nederland viert dit jaar zijn lustrum. Het was eind november 2019 dat de Tweede Kamer een eerste hoorzitting hield over de krapte op het stroomnet in de landelijke gebieden. Nieuw aan te leggen zonnevelden en windparken, nota bene door de overheid van subsidie voorzien via de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE), kregen een ‘njet’ te horen van de regionale netbeheerders.
Deel 1 van serie over netcongestie
Vijf jaar geleden kwam de dreigende overbelasting van het elektriciteitsnet voor het eerst in beeld. Inmiddels raken steeds meer delen van Nederland op slot. Hoe komen we uit de stroomcrisis? Dis deel 1 in een serie: hoe liep het af met de eerste slachtoffers?
‘Als u de huidige congestie vervelend vindt, dan heb ik slecht nieuws: er zal een heleboel meer komen’, waarschuwde een hoogleraar van een technische universiteit de toen aangeschoven Kamerleden, van wie het gros sindsdien uit de landelijke politiek is verdwenen.
De ijsbaan
Hij zou gelijk krijgen: in de jaren erna publiceerden de netbeheerders kaarten van Nederland met grote oranje en rode vlakken. De netcongestie vestigde zich eerst in het landelijk gebied, met relatief dunne stroomnetten, en rukte daarna op naar de steden. De schrik sloeg echt toe in 2022, toen landelijk netbeheerder TenneT meldde dat het stroomnet in heel Limburg en Noord-Brabant vol zat.
Zo erg was het drie jaar eerder nog niet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) bracht bij de hoorzitting een kaartje van Nederland in met daarop zeven voorbeelden van bedrijven en energiecoöperaties die kort ervoor in de knel waren gekomen. Eén daarvan betrof de ijsbaan Flevo On Ice bij Biddinghuizen in de Flevopolder. Als nu vijf jaar later daar de telefoon overgaat, neemt directeur Maarten van der Ven op.
Inmiddels is de ijsbaan verdwenen, vertelt hij. Flevo On Ice is omgedoopt tot de evenementenlocatie Flevo Nice. Die ommezwaai vond juist in die tijd plaats, zegt Van der Ven. Destijds stimuleerde de gemeente Dronten, waarbinnen Biddinghuizen valt, de aanleg van zonneparken. ‘Daar waren wij ook een locatie voor. We hebben toen allerlei procedures met de omgeving en met het bestemmingsplan doorlopen. Maar daarna zeiden onze vrienden van Liander: “Dat is leuk en aardig, maar dat kunnen wij niet aan.”’
In 2029 de eerste
‘Wij zijn toen gaan kijken naar alternatieven. Op dat moment was er een privé-netwerk in de maak, een gesloten distributiesysteem, waarbij wij ook een aansluiting hebben gekregen. Dat was een initiatief van boeren hier in de omgeving, die windmolens neerzetten. Wij zijn sindsdien via een kabel naar een onderstation rechtstreeks aangesloten op de hoogspanningslijn van TenneT.’
Ook nu zou Flevo Nice nog best een uitbreiding van de netcapaciteit willen. Maar de Flevopolder zit op rood, weet Maarten van der Ven. ‘Bij Liander zeggen ze dan: in 2029 ben je de eerste.’
‘Ik was over de emmer’
Ook genoemd op de VNG-kaart was een vestiging in Zwolle van het Zwitserse bedrijf Zehnder. Daar neemt facility manager Marjan Hendriksen vijf jaar later de telefoon op. Hendriksen had destijds een SDE-subsidie gekregen voor 3.600 zonnepanelen, vertelt ze, en naar haar idee het noodzakelijke overleg met provincie, gemeente en netbeheerder al afgerond. Maar toen de aanleg kon beginnen, bleek tot haar verrassing een aansluiting toch niet mogelijk. ‘Dus ik was een beetje over de emmer’, kijkt Hendriksen terug. ‘Want ik kon aantonen dat we met Enexis vele malen contact hadden gehad.’
‘We zijn daarna voor het gerecht geweest. Een hele kundige jurist heeft ons geholpen om aan te tonen dat het niet zozeer om echte netcongestie ging, maar om contractuele netcongestie. Die jurist heeft Enexis helemaal van tafel geveegd.’
Met de uitkomst dat Zehnder de aansluiting dan toch kreeg. Desondanks is er nu vijf jaar later alsnog echte netcongestie op het bedrijventerrein waar Zehnder zit.
Zwolse samenwerking
Op dit Zwolse bedrijventerrein Hessenpoort is Hendriksen nu voorzitter van een energiecoöperatie. Collegabedrijven krijgen voor hún zonnepanelen namelijk geen aansluiting meer. Binnen de energiecoöperatie zoeken de bedrijven samen naar een oplossing met hulp van een softwareplatform, dat de pieken van de zonne-opwek kan dempen zodat het stroomnet niet wordt overvraagd.
Hét probleem: FGU
Anno nu is het grootste probleemgebied van Nederland misschien wel dat wat in netbeheerdersmond heet: ‘FGU’. Oftewel: de Flevopolder, Gelderland en Utrecht. Het hoogspanningsnet van landelijk netbeheerder TenneT bestaat uit grote snelwegen zonder veel stoplichten. Die regionale hoogspanningslijnen bestrijken omvangrijke gebieden. Een lokaal capaciteitstekort wordt daardoor ook bovenlokaal een probleem. Dit is in FGU het geval.
‘Wat wij moeten doen om dit op te lossen is extra transformatoren en scheiders erbij zetten’, vertelt Eugène Baijings, programmamanager congestiemanagement bij TenneT. ‘Dat zijn technische units die moeten worden geïmplementeerd om de boel te kunnen knippen en per compartiment te kunnen managen. Die verzwaring van het net zou in 2029 of 2030 live moeten gaan. We hebben in FGU vier grote bouwprojecten die allemaal live moeten zijn om die compartimentering door te kunnen voeren.’
Kortsluiting en storingen
Het is een aanzienlijk probleeem waar TenneT in dit gebied mee zit, samen met regionale netbeheerders Liander en Stedin. Alle netbeheerders proberen te voorspellen wat de autonome groei in hun gebied zal zijn. Aanvragen voor nieuwe zware aansluitingen voor bedrijven kunnen zij weigeren als de broodnodige netcapaciteit ontbreekt. Alleen kan dat niet bij aanvragen voor kleine aansluitingen, zoals voor een huishouden of een boekwinkel op de hoek. Ook kunnen netbeheerders niet tegenhouden wat achter de meter gebeurt bij bestaande aansluitingen: de aanschaf van warmtepompen, elektrische auto’s, e-boilers of zonnepanelen.
‘We zien dat het overal druk is op het elektriciteitsnet, maar in FGU en met name de provincie Utrecht is het extreem druk’, vertelt TenneT-woordvoerder Peter Hofland. Volgens hem bereikt de netcapaciteit in Utrecht zijn grens in naar verwachting 2026, terwijl de verbouw van het net niet eerder klaar is dan in 2029. ‘Het is de uitdaging voor ons als netbeheerders om in Utrecht 250 megawatt aan vermogensvraag terug te dringen. Doen we dat niet, dan is de kans op kortsluiting en langdurige storingen groot.’
Lees de rest van het stuk in de papieren versie van BB21, en online.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
https://ecer.minbuza.nl/ecer/dossiers/energie/continuiteit-energievoorziening