Vergeten vleermuizen verhinderen nationale isolatieplannen
De ecologenmarkt zit op slot. Daardoor kraakt het Nationaal Isolatieprogramma in zijn voegen als een bouwvallig pand.
Toen in de lente van 2022 toenmalig minister van Volkshuisvesting Hugo de Jonge het Nationaal Isolatieprogramma aan het land presenteerde, ging het niet over de gewone, ruige of rosse dwergvleermuis. Evenmin werd gedacht aan de laatvlieger of aan de franjestaart. Slechts weinigen dachten aan de schemerdieren, verstopt in de kleinste holten bij kozijnen en in de spouwmuren van de 2,5 miljoen woningen met slechte energielabels die het kabinet nu in hoog tempo wilde isoleren. Maar deze dieren zijn wel strikt beschermd volgens Haagse en Brusselse wetten.
De hand gelicht
In wezen werd al jaren de hand gelicht met de Wet natuurbescherming tijdens de verbouw van woningen. Hoeveel huiseigenaren lieten nou in werkelijkheid voor duizenden euro’s een ecologisch onderzoek uitvoeren voorafgaand aan het plaatsen van een dakkapel of het opvullen van een spouwmuur? Gehandhaafd werd er ook niet. Of het moest zijn dat een buurman de verkliklijn van de omgevingsdienst opbelde: ‘Mijn buren zijn aan het verbouwen en volgens mij zitten er huismussen/vleermuizen.’
Maar Nederland heeft het geweten: inmiddels kraakt het Nationaal Isolatieprogramma als een bouwvallig pand in zijn voegen. Gemeenten zijn bedoeld als de grote uitvoerders, maar zitten in de knel. Het breekpunt was vorig jaar: een isolatiebedrijf werd door de Utrechtse omgevingsdienst op de vingers getikt, omdat het niet natuurvriendelijk genoeg werkte. Dat culmineerde in een uitspraak van de Raad van State, die doortrilde tot in alle overheidslagen: isoleren mag niet zonder ecologisch onderzoek.
Hommeles
Sindsdien is het hommeles. Voor een individueel huishouden is een ecologische toets te duur. Dus willen gemeenten ontheffingen van hun provincie krijgen op basis van een soortenmanagementplan (SMP). Dat is een gemeentebreed ecologisch onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde vliegers, zoals vleermuizen. Maar er is nauwelijks een ecologisch bureau dat op de aanbestedingen hiervoor reageert. Volgens de VNG zit de ecologenmarkt op slot, waardoor de isolatiedoelen niet worden gehaald, en hebben de gemeenten nu veel meer geld van het rijk nodig.
‘Het rijk heeft tachtig miljoen euro beschikbaar gesteld voor het maken van SMP’en, maar het ziet ernaar uit dat gemeenten eenzelfde bedrag moeten bijleggen’, aldus een VNG-woordvoerder. ‘Terwijl de gemeenten hier officieel geen wettelijke taak voor hebben.’
‘Gi-gan-tisch’
Ook Floor Duinstra, de bevlogen oprichter van de jonge onderzoeksclub Gaia Ecologie, voorziet problemen. ‘De overheid denkt dat in drie jaar tijd alle gemeenten een soortenmanagementplan kunnen hebben. Nou, dat ga je in die tijd nooit redden. De mensen zijn er helemaal niet. Er is een gi-gan-tisch tekort aan ecologen.’
Vleermuizen kunnen al door een gaatje van zes millimeter ergens naar binnen kruipen, vertelt Duinstra. ‘Je moet echt een afgesloten betonnen bunker van een huis hebben, wil je geen vleermuizen kunnen hebben.’
Bat detector
Toegegeven, Duinstra heeft er baat bij de problemen niet kleiner te maken dan ze kunnen zijn. Gaia Ecologie heeft een veldwerkopleiding ontwikkeld die, aldus Duinstra, jaarlijks honderd junior vleermuiswerkers klaarstoomt. Daarmee springt hij in het ecologengat dat er onmiskenbaar is. Al rondlopend voeren de junior vleermuiswerkers in een app hun observaties in, die doorgewinterde ecologen daarna analyseren. Het seizoen om vleermuizenpopulaties in kaart te brengen loopt van april tot en met september. De crux is, zegt Duinstra, dat gemeenten bijtijds aangeven dat ze een SMP nodig hebben, zodat hij de benodigde veldwerkers kan opleiden.
Vleermuisobservaties doen, is geen sinecure, blijkt uit zijn verhaal. Observeren doe je in de schemering, als het niet kouder is dan tien graden. Om conclusies te kunnen trekken moet een ecoloog vaker terugkeren naar dezelfde plek. Met een bat detector in de hand moeten geluidsfrequenties van achttien soorten worden onderscheiden. Maar óók: zijn het sociale geluiden of jachtgeluiden op het sonogram? Herbergt het gebouw een kraam-, zomer-, of paarverblijf?
Schaarste aan ecologen
‘Er is een schaarste aan ecologen. Dat klopt’, zegt Bas van Leeuwen, secretaris van het Netwerk Groene Bureaus. ‘De vraag naar ecologen is de laatste jaren erg toegenomen: bij alle economische activiteiten is wel een ecologische component aan de orde.’ Samen met het ministerie van Landbouw Visserij Voedselzekerheid en Natuur praat zijn branchevereniging met hogescholen en universiteiten over het afleveren van meer ecologische adviseurs.
Maar dat gemeenten misgrijpen met hun aanbestedingen komt niet alleen door dit tekort, zegt hij. ‘De ervaring van onze leden is dat gemeenten de vraag niet goed formuleren. Dan gaat het bijvoorbeeld om de afbakening van de onderzoeksgebieden, of om de timing.’ Zo is het onhandig om midden in het voorjaar onderzoek aan te vragen, want dan is het seizoen waarin het onderzoek moet plaatsvinden al bijna voorbij. Daarom zouden provincies moeten helpen aanbestedingen te standaardiseren, vindt Van Leeuwen. De provincie Utrecht pioniert daar nu al mee.
Portemonnee trekken
Daarnaast moeten gemeenten de portemonnee durven trekken, zegt Van Leeuwen. ‘Van oudsher mochten ecologen niks kosten’, stelt hij namelijk. ‘Natuur was voor vrijwilligers. Maar als het drukker wordt op de markt, gaan ecologen toch kijken: kan ik mijn uren rendabel maken? Gemeenten moeten wennen aan het feit dat ecologisch onderzoek geld kost. Als er een brug wordt aangelegd, kan een ingenieur flinke tarieven rekenen, en je ziet dat de ecologie ook die kant op gaat. Er is een flinke concurrentie op de markt.’
Iets meer ontspanning
In de provincie Utrecht zit ambtenaar Wendy van Poppel er iets ontspannener bij dan collega’s elders in het land. Al lang vóór het Nationale Isolatieprogramma realiseerden zij en haar collega’s zich dat die ecologische toetsen te duur waren voor individuele huishoudens. ‘Dus toen al hebben gezegd: we willen dit op gemeentelijk niveau aanpakken, om burgers te ontzorgen en woningcorporaties veel tijd en geld te besparen. Want een woningcorporatie is zo tussen de vijftig- en honderdduizend euro per jaar kwijt aan ecologisch onderzoek. En dat nog zonder de verrassingen die je dan kunt aantreffen: “O, er zit een zeldzame vleermuis. Nu loopt het bouwproject een aantal maanden of jaren uit.”’
Dus zij wist al wat andere gemeenten het afgelopen jaar pas merkten: ‘Voor SMP-onderzoek heb je echt een ervaren ecoloog nodig. Het is heel wat anders dan alleen maar voor een huis staan en kijken: vliegt er wel of niet een vleermuis naar binnen? Van ervaren ecologen zijn er maar zoveel in Nederland. En die zijn de komende twee jaar in Utrecht rondjes aan het fietsen, oneerbiedig gezegd.’
Ze zoekt het even op: ‘In de provincie Utrecht hebben we 26 gemeenten. En nummer 26 is nu net met de aanbesteding bezig. Dus over anderhalf, twee jaar zijn wij volledig SMP-dekkend.’
Een ‘pre-SMP’
Die geslaagde aanbesteding is bepalend: wanneer een gemeente namelijk een opdrachtbrief kan laten zien, geeft de provincie zolang het ecologisch onderzoek duurt een ‘pre-SMP’-vergunning af. Dat betekent dat in de gemeente al tien tot dertig procent van de grondgebonden koopwoningen geïsoleerd mogen worden. Onder de voorwaarde dat het isoleren natuurvriendelijk is, wat onder andere inhoudt dat de vleermuizen de kans krijgen hun verblijfplekken te verlaten en er alternatieven voor de dieren komen.
Lees de rest van het uitgebreide stuk in Binnenlands Bestuur #20, op papier of straks online.
Daarmee kan elke particulier met een grondgebonden woning, zonder natuuronderzoek de woning laten isoleren, zolang er in die gemeente nog geen (pre-) SMP is. Voorwaarde is dat het isolatiebedrijf werkt volgens de eisen van natuurvriendelijk isoleren.
Waarom zijn alle journalisten zo happig om dit verhaal buiten proporties op te blazen en waarom doet BB daar aan mee?