De weg naar schoon en emissieloos: kleine stappen, grote voordelen
Hoe pak je dit als gemeente nu goed aan?
Bouw-, onderhouds- en sloopprojecten schoner en emissieloos uitvoeren: daar helpt het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) overheden, marktpartijen, brancheorganisaties en kennisinstellingen bij. Via het ondersteuningsprogramma SEB krijgen overheden hulp om stapsgewijs te gaan werken aan de inzet van emissieloos materieel. Ook staat er financiële en praktische ondersteuning klaar. Eric-Jan de Haan van SEB en Martijn Pijnenburg, wethouder bij de gemeente Harderwijk vertellen hoe het programma gemeenten helpt: “Het is fijn om een netwerk te hebben van overheden en organisaties die weer van elkaar kunnen leren.” Voor de gemeenten is er ook een Q&A.
De weg is er al
De ambitie van de Nederlandse overheid is om in 2030 minder stikstof, CO₂ en fijnstof uit te stoten. Hiervoor moeten overheden schoon en emissieloos gaan bouwen. Om deze transitie in goede banen te leiden, helpt het programma overheden om hier geleidelijk naartoe te werken. Door bijvoorbeeld gebruik van elektrische bouwwerktuigen te stimuleren. “De weg er naartoe is er al”, vertelt Eric-Jan de Haan, relatiemanager bij het programma SEB. “Met SEB wordt het iets makkelijker om die weg te bewandelen. Dat gaat niet in één keer, maar het is wel nodig. Daar helpen we bij, want er is vaak meer mogelijk dan je denkt.”
Goede ideeën geven vertrouwen
In oktober 2023 ondertekenden Rijksoverheid, de 21 waterschappen, 12 provincies, 12 gemeenten en verschillende branchepartijen het convenant SEB. Eric-Jan is blij met de gemeenten die zich al hebben aangesloten en hoopt dat meer gemeenten zullen volgen. Grote, maar vooral ook kleinere. “Door het convenant te ondertekenen, laat je aan de markt zien: wij investeren in schoon en emissieloos bouwen. Investeer daar zelf ook in. Plus: ondersteun je de markt met goede ideeën, dan geeft dit marktpartijen ook vertrouwen om meer in te zetten op duurzamer materieel.”
Nu al beginnen
Dat het voor gemeenten lastig is om ook hiervoor aandacht te hebben, naast alle andere opgaven, begrijpt Eric-Jan wel. “Maar vaak ben je als gemeente toch al in meer of mindere mate bezig met de duurzaamheidsopgave. Onderteken je het convenant, dan sluit je aan bij een gemeenschappelijke aanpak van allerlei partijen. Daarbij word je door andere gemeenten en experts geholpen, bijvoorbeeld bij het implementeren van de aanpak in je organisatie.”
Stel het niet uit, maar begin er nu al mee.”
Een andere meerwaarde van het ondertekenen van het convenant is de financiële ondersteuning voor gemeenten, die bijvoorbeeld een tegemoetkoming kunnen krijgen voor de extra kosten die ze maken voor het uitvragen van emissieloos materieel in aanbestedingen. “Met bijvoorbeeld de omgevingswet is er al veel in de wet geregeld waar je je als gemeente aan moet houden. Meewerken aan schoon en emissieloos bouwen is eigenlijk dan maar een klein stapje verder, waar je alleen maar veel voordeel uit haalt. Stel het dus niet uit, maar begin er nu al mee”, wil hij gemeenten meegeven.
Ruimte om te experimenteren
Eén van de ondertekenaars van het convenant afgelopen oktober was de gemeente Harderwijk, een kleinere gemeente met ongeveer 50.000 inwoners. Nog voor het zetten van de handtekening experimenteerde de gemeente al met schoon en zonder uitstoot bouwen. Zowel klein als groot. Zoals bij project Waterfront, een gebiedsontwikkeling waarvoor de gemeente een innovatieve aanbesteding in de markt zette: een emissieloze uitvraag waarbij de gemeente zelf de laadvoorziening aan zou bieden.
Door in de uitvraag al strikte eisen te hanteren, lukte het gemeente Harderwijk om vooraf goede afspraken te maken met ontwikkelaars en aannemer. “We hebben eerst met elkaar om tafel gezeten zodat we tot een plan konden komen met haalbare doelen”, vertelt Martijn Pijnenburg, wethouder bij gemeente Harderwijk. “En doordat wij als gemeente aan de voorkant insprongen op de behoefte om emissieloos te bouwen, was iedereen die meewerkte enthousiast over de ruimte die er was om te experimenteren.” De gemeente werkt ook al een aantal jaren aan het verduurzamen van het eigen wagenpark. Een groot deel van de voertuigen is al elektrisch. Ander materieel zoals kettingzagen en bladblazers zijn ook elektrisch.
Eigenaarschap over de missie
Ondanks dat Harderwijk een redelijk kleine gemeente is, kan de gemeente volop de ruimte benutten die er is om te investeren en uit te proberen. Martijn: “Het enthousiasme dat op dit onderwerp leeft, zorgt ervoor dat iedereen eigenaarschap voelt over de projecten die we oppakken. En dat mensen met goede ideeën komen. Daarnaast krijgen mensen sneller dingen voor elkaar omdat er vertrouwen is. Een idee hoeft vaak niet door zes of zeven lagen in de organisatie te gaan om akkoord te krijgen. Als gemeente geloven we dat mensen veel zelf kunnen doen. Dat is onze kracht.”
Steeds meer gemeengoed
Martijn ziet dat – sinds het ondertekenen van het convenant - emissieloos bouwen steeds meer gemeengoed wordt, vooral bij nieuwe uitvragen. “Daarvoor was het echt pionieren. In de uitvragen, maar ook met de mogelijkheden die er zijn. Doordat we nu meer ervaring en kennis hebben, mede dankzij het netwerk van het programma, gaan ook grotere partijen sneller mee in alles wat er komt kijken bij schoon en emissieloos bouwen.”
Wel ziet Martijn dat het nog lastig is voor bijvoorbeeld kleinere aannemers en ontwikkelaars om mee te gaan in de verduurzamingsontwikkeling. “Bij bijvoorbeeld de kleinere werkzaamheden en in de openbare ruimte hebben we al belangrijke stappen gezet, maar we missen nog ervaring en kennis om echt kwaliteit te bieden. Willen we een goed product ontwikkelen, dan is er nog veel meer onderzoek nodig. Het duurzaam aanleggen van asfalt bijvoorbeeld, dat is nu nog maar over kleine afstanden en oppervlaktes in te zetten. Om schoon en emissieloos bouwen verder te brengen, is het belangrijk dat meer partijen en vooral ook overheden zich aansluiten bij het convenant. Hoe meer partijen zich aansluiten, des te meer er mogelijk is.”
Nooit te klein
Als je het Martijn vraagt, is die gezamenlijkheid een van de grootste voordelen die SEB biedt. “Iedereen draagt een steentje bij. De transitie naar schoon en emissieloos bouwen is een transitie die je met z’n allen maakt. Daarom is het zo fijn om een netwerk te hebben van overheden en organisaties die ook weer van elkaar kunnen leren. Niet iedereen doet hetzelfde of begint op dezelfde manier, dus die verscheidenheid is waardevol. En het laat natuurlijk zien aan andere gemeenten hoe belangrijk het is om ergens te beginnen.”
Je bent nooit te klein om iets te doen.”
Volgens Martijn is er voor gemeenten dan ook geen reden om terughoudend te zijn in de verduurzamingsopgave. Zeker voor kleine gemeenten niet. “Je bent nooit te klein om iets te doen. Juist als kleine gemeente kun je grote stappen zetten doordat je makkelijker dingen kunt uitproberen. Bovendien kun je ook klein beginnen, met een elektrische kettingzaag of de kleinste elektrische graafmachine. Het hoeft niet in één keer. Je kunt altijd een manier vinden in de organisatie om iets te betekenen.”
Aanstekelijke voorbeeldfunctie
Tot slot is de voorbeeldfunctie die je als gemeente hebt door je aan te sluiten bij het programma aanstekelijk. Zowel binnen als buiten de eigen organisatie. Martijn: “Op het moment dat je inzet op schoon en emissieloos bouwen, reageert de markt daar vanzelf op. Zo wordt het ook voor kleinere partijen makkelijker om mee te komen in de ontwikkeling. Dit wordt uiteindelijk de norm, dus de investeringen die je nu maakt zijn ook voor na 2030.” Eric-Jan sluit zich daarbij aan. “Het is eigenlijk een hele logische stap om het convenant te ondertekenen”, zegt hij. “Waarom zou je niet nu instappen? De goede voorbeelden zijn er al en die laten zien dat kleine stapjes vooruit heel veel voordelen opleveren.”
Meer informatie
Meer weten over het programma Schoon en Emissieloos Bouwen? Of wil je als gemeente ook het convenant ondertekenen? Stuur een bericht naar Gilbert Mulder, die per 1 mei de werkzaamheden van Eric-Jan overneemt.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.