Duur water
Hoogheemraadschap Delfland verleent projectontwikkelaars een keurvergunning om extra sloten te graven in een nieuwe woonwijk. Een voorwaarde is dat de ontwikkelaars de kosten voor het onderhoud van die sloten afkopen. Dat voorschrift is onwettig.
Ten westen van Naaldwijk wordt in vier fasen de nieuwe wijk Woerdblok gebouwd. De eerste twee blokken zijn Zandstrand en Waterwijk. Daarna volgen Waterrijk en Zandheuvel. Naaldwijk ligt midden in het dichtbebouwde Westland. Door de dichte bebouwing is de opvang en afvoer van water een groot probleem. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland wil daarom dat tien procent van het nieuwbouwplan bestaat uit water.
De in CV Woerdblok Naaldwijk verenigde projectontwikkelaars moeten daarom extra sloten graven en krijgen daarvoor een keurvergunning (een vergunning voor bouwen bij een water of dijk). In de voorschriften van de vergunning staat dat de projectontwikkelaars een financiële bijdrage moeten leveren aan de kosten om de gegraven sloten te onderhouden. Die kosten moeten voor vijftig jaar worden afgekocht.
Dat vindt de CV Woerdblok Naaldwijk echter te gortig. Het is bij nieuwbouwplannen niet ongebruikelijk om voor te schrijven dat wat je op de ene plaats dichtgooit, elders moet worden opengegraven. Maar hier dwingt het hoogheemraadschap de projectontwikkelaars eerst voor eigen rekening extra sloten te graven. Dan ook nog eens 120.000 euro vragen om de extra onderhoudskosten af te kopen, dat is dubbelop.
Terwijl de bouw van de huizen door gaat - de eerste twee fasen zijn inmiddels opgeleverd - tekent CV Woerdblok Naaldwijk vergeefs bezwaar en beroep aan tegen het voorschrift. Eind mei onderstreept de Raad van State echter - net als de rechtbank en in navolging van eerdere uitspraken - dat het college onder bepaalde voorwaarden financiële voorschriften mag verbinden aan een vergunning.
Zo moet de verplichting een directe bijdrage leveren aan de doelstelling van de wettelijke regeling. Dit staat ook met zoveel woorden in de Algemene Keur (verordening) van het hoogheemraadschap van Delfland. Verder moet de heffing noodzakelijk zijn in het algemeen belang. Bovendien moeten er geen andere, meer aanvaardbare, mogelijkheden zijn om de veranderingen aan de waterhuishouding te compenseren.
Anders dan de rechtbank vindt de Raad van State dat het financiële voorschrift hier níet wordt gebruikt om het belang te beschermen waarvoor de vergunning is verleend. Voor de financiële compensatie van de onderhoudskosten ontbreekt de wettelijke grondslag.
Voor Erika Samuels Brusse, advocaat van CV Woerdblok Naaldwijk is de strekking van de uitspraak duidelijk: als het hoogheemraadschap zelf de sloten graaft, mag het daarvoor een financiële compensatie vragen. Maar als het hoogheemraadschap dat overlaat aan de projectontwikkelaars mag het geen geld vragen omdat het die sloten moet onderhouden.
Volgens Hans Besselink, advocaat van het hoogheemraadschap, heeft de uitspraak ook gevolgen voor andere hoogheemraadschappen. De bepaling over de vergunningvoorschriften staat namelijk standaard in elke keurverordening. Volgens hem moet hoogheemraadschap Delfland nu zijn beleid of de verordening aanpassen.
Het Delflandse college van dijkgraaf en hoogheemraden bestudeert de uitspraak van de Raad van State nog.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.