‘We staan op drempel van Omgevingswet’
Decentrale overheden zijn volgens Hugo de Jonge op een punt beland dat extra uitstel van de Omgevingswet meer schade oplevert dan invoering.
Meer risico's
Volgens De Jonge staan de bij de Omgevingswet betrokken partijen door ‘jaren van investeren, voorbereiden, testen en (…) oefenen’ inmiddels op de drempel van invoering. ‘Het moment is gekomen dat het nog langer voor ons uitschuiven van de beslissing over de datum meer risico’s met zich meebrengt dan het langer uitstellen. Dat geldt ook voor het door u terecht genoemde maatschappelijk vertrouwen.’
Kort mogelijk
‘De klimaatverandering wacht niet’, aldus De Jonge. ‘We moeten de grote maatschappelijke opgaven zoals de woningbouwopgave en de energietransitie in samenhang aanpakken. Het is dan ook van belang om de wet zo spoedig als mogelijk in werking te laten treden en het uitstel zo kort mogelijk te laten zijn.’
Vervolggesprek
Volgens De Jonge was er op 15 december (vorige week donderdag) een eerste overleg met de medeoverheden en rijkspartijen over de huidige stand van zaken en staat er in januari een vervolggesprek met hen gepland. ‘In mijn voortgangsbrief van januari 2023 breng ik u op de hoogte van de uitkomst hiervan.’ Alom wordt verwacht dat De Jonge dan alsnog de invoeringsdatum van 1 januari 2024 naar buiten zal brengen en dus toch met langer uitstel akkoord gaat.
Extra kosten
PvdA en GroenLinks probeerde de minister tevergeefs te verleiden tot een nog langer uitstel, overeenkomstig de bevindingen van het Adviescollege ICT-Toetsing (en zoals onder meer ook door de in de NEPROM verzamelde projectontwikkelaars werd bepleit). ‘De regering herkent de analyse van de NEPROM’, aldus De Jonge. ‘Het bepalen van een moment van invoering van het stelsel van de Omgevingswet brengt de nodige dilemma’s met zich mee. Dat zou ook gelden als de wet twee jaar wordt uitgesteld. Veel partijen bereiden zich intensief voor op de inwerkingtreding. Langdurig uitstel leidt tot extra kosten en brengt de voordelen die de Omgevingswet biedt voor gebiedsontwikkeling verder weg. Het gaat er om dat invoering verantwoord kan geschieden.’
Wat is zijn argument: we moeten maar gewoon op het ravijn af, want hij heeft geen zin om terug te lopen.