Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Coronablog Breda: Spelen, seks of samenkomen?

Op de plek waar in Breda ooit het Pesthuis stond, is nu openbare ruimte en een parkeerterrein. Van quarantaineplek naar buitenlucht en mobiliteit. In de ruimtelijke ordening kan verandering soms lang duren. Maar in het echte leven blijkt het momenteel verrassend snel te gaan.

13 mei 2020
Cees-Vermeer-def.jpg

Op de plek waar in Breda ooit het Pesthuis stond, is nu openbare ruimte en een parkeerterrein. Van quarantaineplek naar buitenlucht en mobiliteit. In de ruimtelijke ordening kan verandering soms lang duren. Maar in het echte leven blijkt het momenteel verrassend snel te gaan.

De openbare ruimte is de gemeenschappelijke fysieke ruimte, die voor iedereen toegankelijk is en waar een groot deel van het publieke leven zich afspeelt. We lopen erdoorheen om van A naar B te komen, we kijken rond of rusten uit, we spelen, we sporten, we houden feesten, we exposeren, we bekeren, we demonstreren, we ondernemen. In onze compacte steden is openbare ruimte een schaars goed, zeker internationaal gezien: op het plein van de Hemelse Vrede in Beijing kun je met gemak het complete historisch centrum van een modale Nederlandse stad kwijt. De vele claims op het gebruik van de openbare ruimte leveren een verdelingsvraagstuk op. Met ruimtelijke ordening sturen we op beschikbaarheid en inrichting. En met regels en handhaving sturen we op het gebruik om de openbare ruimte leefbaar en veilig te houden. Alcoholgebruik en publieke seks worden meestal niet getolereerd.


Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren het beheer van delen van de openbare ruimte overgedragen aan bewoners of bedrijven. Zo onderhouden bijvoorbeeld buurtbewoners de beplanting en beheren tuinbedrijven rotondes als een soort etalages van hun bedrijf. Dat is voor gemeenten vaak ook financieel interessant. En veel gemeenten hebben beleidsdoelen rond ‘gedeelde ruimte’ waarbij verschillende typen gebruikers gestimuleerd worden om samen het gebruik van de openbare ruimte in te vullen.
 

Er is momenteel een tsunami van claims op de openbare ruimte. Winkeliers laten klanten op 1,5 meter afstand op de stoep wachten en willen graag een deel van hun nering naar buiten verplaatsen. Restaurants en cafés willen grotere terrassen. Culturele ondernemers zoeken ruimte voor evenementen. En de verwachting is dat een groot deel van de Nederlanders gaat recreëren in eigen land en zich daarmee door de openbare ruimte beweegt. En dat allemaal op hetzelfde aantal vierkante meter dat voor corona al krap was. Met bovendien 1,5 meter afstand tot elkaar.
 

Welke rol neem je als gemeente? Veiligheid en leefbaarheid van de openbare ruimte zijn deels de raison d’etre waarvoor onze voorvaderen ooit een gemeentebestuur hebben opgericht. En tegelijkertijd vraagt het van gebruikers gemeenschapszin om in de ‘gedeelde ruimte’ samen oplossingen te vinden. Het ligt voor de hand om één tafel te hebben waaraan alle typen gebruikers aanschuiven. Het alternatief om als gemeente bilateraal met alle belanghebbenden te moeten schakelen, lijkt me weinig aantrekkelijk. Niemand kan de openbare ruimte voor zichzelf claimen. Als gemeenten staan we aan de lat dat alle stemmen gehoord worden en dat alle belangen worden meegewogen, ook van bijvoorbeeld ouderen en mensen met beperkingen.
 

Soms verdwijnen er weer functies uit de openbare ruimte. Waar nu in Breda op de Grote Markt terrassen staan, werd op 17 april 1787 na een veroordeling wegens brandstichting de hand afgehouwen van ene Adriaan van Campen. Vervolgens werd hij in de openbare ruimte geradbraakt en onthoofd. Op het Galgenveld waar zijn lichaam werd verbrand, kunnen we nu onze auto kwijt.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Annemarie / waterschapsambtenaar
Is de grote overbevolking niet de reden van het virus? Men zegt wel eens dat de natuur zichzelf hersteld. Is dat nu ook aan de gang? Omdat wij door de eeuwen heen best slim zijn geworden zal het virus en daarmee de natuur niet winnen maar is dat wel zo handig?
Advertentie