De beste tips voor het aanvragen van de SPUK-isolatie
Indiening van de Specifieke Uitkering Lokale Aanpak Isolatie (LAI).
Er wordt steeds meer bekend rond de indiening van de Specifieke Uitkering Lokale Aanpak Isolatie (LAI). We hebben regelmatig contact met RVO. Omdat de laatste tijd belangrijke zaken zijn gewijzigd over de aanvraag, hebben we RVO een aantal vragen gesteld. Hieronder staan de belangrijkste tips vanuit ons en RVO voor het indienen van een aanvraag.
Je leest hieronder meer over de procedure van het indienen van de aanvraag, hoe monitoring en rapportage in z’n werk gaat, wanneer je als gemeente geld moet terugbetalen en waar je terecht kunt voor meer informatie.
Hoe werkt het indienen van de aanvraag?
- Elke gemeente dient een eigen aanvraag in voor de SPUK LAI voor de 1e tranche, ook als je in de aanpak/uitvoering samenwerkt met andere gemeenten.
- De aanvraag moet worden ingediend bij RVO via deze pagina. Je hebt hiervoor een eHerkenning niveau 3+ nodig. Vraag deze indien nodig tijdig aan, want hier kan tijd overheen gaan.
- Een voorbeeld van het aanvraagformulier is hier te vinden. N.B.: aanvragen worden door RVO niet inhoudelijk beoordeeld. Het geld is voor elke gemeente gereserveerd en er is geen sprake van competitie. De verantwoording voor aangevraagde middelen vindt achteraf plaats (zie kopje In welke gevallen moet de gemeente geld terugbetalen).
- Na indienen heeft RVO een behandeltermijn van acht weken, die in uitzonderingsgevallen eenmalig met acht weken kan worden verlengd. Bij positief besluit wordt deel één van de uitkering binnen zes weken uitbetaald. Deel twee wordt in 2024 gestort.
- Na openstelling werd bekendgemaakt dat er €100 miljoen uit de 2e en 3e tranche van het Nationaal Isolatieprogramma naar voren is gehaald. Dat betekent dat de budgetten die nu nog in de Staatscourant staan voor de 1e tranche grofweg 1,5x zo hoog worden (van 206 naar 306 mln).
Achter de schermen wordt nog gewerkt aan een bijgewerkte regeling en publicatie. We adviseren daarom even te wachten met indienen totdat deze gepubliceerd is. Heb je al ingediend, dan volgt er ofwel een bijwerkverzoek van RVO als je aanvraag nog in behandeling is, of dien je een tweede aanvraag in. De ‘totale pot met geld’ blijft vooralsnog gelijk; er is dus alleen sprake van een verschuiving tussen de tranches. - Voorheen was er sprake van twee aanvraagtijdvakken (1-3-23 t/m 31-5-23 en 1-9-23 t/m 31-10-23). Dat is nu één doorlopend tijdvak geworden met dezelfde sluitingsdatum (31-10-23).
Wat moet je als gemeente monitoren en rapporteren?
- Als aanvrager ben je verplicht om twee keer per jaar het monitoringsformat van RVO in te vullen. Daarin rapporteer je op adresniveau welke woningen middelen hebben ontvangen en welke isolatie/ventilatiemaatregelen hiervan zijn bekostigd.
Het formulier is hier te vinden. - Alleen grote isolatie- en ventilatiemaatregelen komen in aanmerking voor een bijdrage uit deze SPUK. Bovendien moet het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal voldoen aan de minimale oppervlakte- en isolatie-eisen van de ISDE-regeling.
Ga je aan de gang met een voucher of subsidieregeling, dan adviseren we deze bepaling of verwijzing naar de eisen uit de ISDE daarin ook op te nemen. - Minimaal 80% van de aangevraagde middelen moet terecht komen bij de doelgroep, d.w.z. koopwoningen met een afgemeld DEFG-label en een WOZ-waarde lager dan het gemeentelijk gemiddelde óf NHG-grens. Je mag de hoogste van de twee aanhouden.
Heeft een woning geen afgemeld label, dan moeten er sprake zijn van twee of meer slecht geïsoleerde bouwdelen. Zie voor definities van “slecht geïsoleerd” de onderstaande tabel (Bron: RVO).
In welke gevallen moet je als gemeente geld terugbetalen?
Het Rijk mag gemeenten vragen om de gelden (deels) terug te betalen als niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Dat in de volgende gevallen:
- Als er niet is voldaan aan de informatieverplichting, dus als je het format van RVO niet hebt ingevuld.
- Als de SPUK niet, niet volledig of onrechtmatig is besteed. Het uitgangspunt is dat in 100% van het aantal woningen waarvoor je geld aanvraagt, wordt geïsoleerd. Elke woning die SPUK-gelden ontvangt moet dus ten minste één grote isolatiemaatregel nemen. Lukt het niet om in alle woningen de gevraagde aantallen te halen, dan wordt het verleende bedrag naar rato van het gemiste aantal woningen teruggevorderd. Maar daar zit ook weer een soort ‘korting’ op. In de regeling staat het volgende voorbeeld:
Stel de gemeente heeft € 292.000,– voor de isolatie van 200 woningen ontvangen (200 x € 1.460,–). Na drie jaar zijn 145 woningen geïsoleerd. Een tekort van 55 woningen (28%). De gemeente wordt dan gevraagd 55 x € 1.460,– x 28% = € 22.082,50,– terug te storten.
- Die ‘korting’ geldt dan weer niet als je teveel woningen boven de WOZ-waardegrens helpt: Daarnaast geldt dat tenminste 80% van de geïsoleerde woningen een WOZ-waarde moet hebben onder het gemiddelde van de gemeente voor koopwoningen of maximale WOZ-grens die voor de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) wordt gehanteerd (€ 429.300,–). Wanneer deze grens wordt overschreden dan wordt het bedrag ad € 1.460,– per woning teruggevorderd voor het aantal boven de 20%. Stel de gemeente heeft middelen voor 100 woningen ontvangen. Ook 100 woningen met een slecht label zijn verduurzaamd, maar daarvan hebben 30 woningen een WOZ-waarde boven het gemeentelijk gemiddelde of de NHG grens. De grens is dan met 10 woningen overschreden. Dat leidt tot een verzoek om terugvordering van 10 x € 1.460,– = € 14.600,–.
Waar kan ik terecht voor meer informatie?
Veelgestelde vragen en antwoorden zijn hier te vinden.
RVO heeft daarnaast antwoorden gegeven op vragen die tijdens het webinar op 22 februari jl. zijn gesteld. RVO is tevens bereikbaar voor vragen over de regeling via niplokaleaanpak@rvo.nl.
Neem gerust contact met ons op.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.