Amsterdamse woonwijk voorop in bestrijding netcongestie
Het project FlexCity daagt bewoners per app uit om hun energiegebruik flexibel te maken. Doel: het voorkomen van energiepieken.
‘Als het ergens moet lukken, dan is het hier’, spreekt Jasper Klapwijk, de bevlogen kwartiermaker van een project dat gedoopt is met de naam FlexCity. Hier is: Sporenburg, een wijk met ruim vijfhonderd huizen in het Oostelijk Havengebied in Amsterdam.
Sporenburg is een van de verstedelijkte schiereilanden ten oosten van het Amsterdamse Centraal Station, waar vroeger een industriële ertsoverslag zat. Direct zuidelijk van de inmiddels dichtbewoonde wijk razen de auto’s onzichtbaar door de Piet Heintunnel, de verkeersader die vlakbij onder het water van de IJ ligt.
De meterkast
FlexCity is een innovatiepilot waarvoor zich nu een kleine honderd woningeigenaren in de wijk hebben aangemeld. Ze hebben een meer dan slimme meter in hun meterkast hangen, die per seconde het huishoudelijk stroomverbruik doorseint aan een server. Ook het transformatorhuisje in Sporenburg-Oost is bemeterd en geeft haarfijn inzicht in het lokale energieverbruik. Daarnaast hebben alle deelnemers een app op de smartphone of tablet, die hen van moment op moment inzicht geeft in hun verbruik.
Ook krijgen ze via de app challenges: ze worden beloond als ze tijdens zonnige uren stroom gebruiken voor hun wasmachine of vaatwasser, en dat juist niet doen op momenten dat er een piek zit in het stroomverbruik.
Trafo met graffiti
Doel van dit alles is te onderzoeken of het lukt de pieken in het stroomverbruik af te vlakken, en dat in een geografisch nauw omlijnd gebied: het gebied dat wordt bediend door het transformatorhuisje van netbeheerder Liander op het Kees Brijdeplantsoen op Sporenburg (zie afbeelding hieronder). Deze onopvallende trafo, bespoten met graffiti, is het elektriciteitshart in de Amsterdamse wijk.
De energietransitie vereist dat er in Nederland duizenden van deze manshoge gebouwtjes worden bijgeplaatst. ‘Het vervangen van een trafohuisje kan tot wel vier ton kosten’, vertelt Hugo Niesing, een van de andere aanjagers van de pilot. Het scheelt de samenleving daarom handenvol geld als het woonwijken lukt hun energieverbruik zo slim in te richten dat er minder trafo’s hoeven te worden bijgeplaatst.
Niesing woont op een woonboot bij het belendende schiereiland Borneo. Met zijn bedrijf Resourcefully wordt hij door de gemeente Amsterdam ingehuurd voor de uitrol van het slimme laadpalennet in de stad. Hij is nauw betrokken bij het zo efficiënt mogelijk inregelen van de laadpalen, zodat ook hier stroompieken worden vermeden en auto’s op minder vermogen volgeladen kunnen worden op de allerdrukste uren van de dag. Sinds vorig jaar is hij ook een van de technische mensen achter de pilot in Sporenburg.
Geen keuken, wel magnetron
Maar terug naar Jasper Klapwijk, die uitlegt waarom Sporenburg de ideale plek voor deze pilot is. ‘Toen dit gebied in de jaren negentig werd herontwikkeld, had de gemeente de overtuiging: hier komen yuppen te wonen. Dus hier komen vooral appartementen, soms zelf zonder keuken en met alleen een magnetron; want die mensen gaan toch uit eten in het centrum. Nou, dat bleek totaal anders te lopen. Een deel van de voorzieningen die de gemeente niet had ingetekend in de wijk hebben de bewoners zelf opgepakt. Er was geen kerk, er was geen buurthuis, er was geen bejaardentehuis. Dus die buurt werd ongelooflijk zelfredzaam. Of eigenlijk: samenredzaam.’
Klapwijk: ‘Na verloop van tijd is er een wijkcoöperatie ontstaan rond een buurtcentrum dat de inwoners zelf hebben opgericht in een leegstaand kantoorgebouw, dat ze nu ook hebben gekocht. In 2019 was er een buurttop, waar een wijkagenda is opgesteld. Een van de prioriteiten was: verduurzaming. Die wijkagenda is een-op-een overgenomen door het stadsdeel, wat echt geweldig is. Het gebeurt zelden dat zoiets omarmd wordt zonder erin te krassen.’
Die ‘samenredzaamheid’ van de buurt is belangrijk voor stap twee van de pilot in Sporenburg: de oprichting van een energiecoöperatie. Allereerst is het de bedoeling om stroompieken te vermijden door het stimuleren van flexibel gedrag bij huishoudens, die daarvoor in het ideale scenario zelfs geldelijk beloond worden door de netbeheerder. Want die hoeft daardoor geen kostbare trafo bij te plaatsen.
Energie delen
Maar de droom is nog groter. In Sporenburg moet het dankzij een energiecoöperatie gaan lukken, onderling energie te delen. ‘Op elektronenniveau gebeurt dit al’, vertelt Jasper Klapwijk. ‘Als ik panelen op mijn dak heb, en mijn buurman heeft een laadpaal, dan gaan mijn overtollige elektronen naar mijn buurman. Die bereiken nooit het transformatorhuisje. Dus in de fysieke werkelijkheid gebeurt dit al. Alleen moet je dat ook administratief kunnen afrekenen.’
Momenteel is direct energie delen verboden. De huidige Elektriciteitswet bepaalt dat elke WOZ-eenheid een eigen stroomaansluiting heeft, zodat elk huishouden zelf kiest voor een energieleverancier. Dat maakt energie delen tussen twee huishoudens administratief onmogelijk. Ook de aankomende nieuwe Energiewet heeft hier nog geen juridische oplossing voor. ‘Waarschijnlijk gaat dat niet lukken, maar Jetten heeft beloofd dat er in dat geval een andere faciliteit voor komt, en deze mogelijkheid eventueel later in de Energiewet ondergebracht wordt.’
Ondertussen zal binnen FlexCity gekeken worden wat nu al mogelijk is. ‘Wij challengen de regelgeving’, zo formuleert Klapwijk dit. ‘Wij doen wat binnen de regelgeving technisch haalbaar is.’
Lees het tweede deel van het artikel in nummer 7 van Binnenlands Bestuur, dat ook online staat. Hierin vertellen ambtenaren hoe de pilot Flexcity past binnen de bredere strijd van de gemeente Amsterdam tegen netcongestie.
Misschien heel raar, maar ik wíl helemaal niet van moment op moment inzicht hebben in mijn verbruik. Ik heb wel wat beters te doen.
Weet u wat helpt tegen stroomverbruik? Minder mensen.