Nederland schond mensenrechten bij arrestatie krakers

Een klap in het gezicht van Nederland maar ook van Amsterdam, door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Bij het massa-arrest aan de Passeerdersgracht in 2011 waar 150 mensen zijn opgepakt en beboet, is de vrijheid van vergadering met voeten getreden.

Bescherming

Dat is het oordeel van het Europees Hof van de Rechten voor de Mens (EHRM) over de arrestaties bij krakersbolwerk Schijnheilig. Het EHRM is glashelder: de bijeenkomst van de krakers en sympathisanten, die massaal het einde van krakersbolwerk Schijnheilig markeerden, valt onder de vrijheid van vergadering. Ze zouden beschermd moeten worden door de Nederlandse staat in plaats van met politiegeweld opgepakt en opgesloten te worden.

Bivakmutsen

De kantonrechter dacht er zo al over: de demonstratie zou onder de wet openbare manifestaties vallen. Maar het gerechtshof en de hoge raad vonden dat niet. Die magistraten oordeelden dat de krakers van af het begin al op geweld uit waren. Daardoor zou de bijeenkomst niet onder de wet openbare manifestaties of onder bescherming van de Europese mensenrechtenconventie vallen. Toenmalig politiecommissaris Leen Schaap zei in 2015 in het Parool dat de krakers en hun sympathisanten uit waren op geweld omdat ze een aantal bivakmutsen bij zich hadden. Volgens Schaap hadden ze ook luchtbedden bij zich om klappen van de ME af te weren. Daarop besloot hij de hele groep aan te pakken en op te sluiten.

Trouwjurken

De arrestanten hebben altijd ontkend dat ze uit waren op geweld. En bivakmutsen waren niet de enige kledingstukken. Andere manifestanten droegen trouwjurken.

Vijf opgepakte mensen procedeerden uiteindelijk tot in Straatsburg. Ze beklaagden zich er over dat hun opsluiting in strijd is met artikel 11 van de Europese mensenrechtenconventie en kregen gelijk.

Schadevergoeding

Ze kunnen nu na de uitspraak een schadevergoeding van 200 euro per persoon tegemoet zien, en enkele honderden euro’s per persoon aan onkosten. Ook volgt de Raad van Europa of Nederland de zaak correct afhandelt.

De Nederlandse overheid kan binnen drie maanden in hoger beroep gaan tegen dit oordeel van de Chamber met zeven rechters. Bij een beroep buigt de Grand Chamber van het hof zich er over met 17 rechters en een uitspraak kan dan lang duren.