Advertentie
juridisch / Column

De rechten van demonstranten

De minister van Justitie heeft een hogere roeping. Die staat voor de rechtsstaat als geheel.

10 februari 2023

Een gemeente mag de vrijheid van meningsuiting nooit beperken  De verbazing over het feit dat het ministerie van Justitie niet door een jurist wordt geleid, is wel geluwd. Alles went ten slotte. Maar de vraag dringt zich inmiddels op wat daar dan eigenlijk wél zit.

Daags na de arrestaties van de activisten die de A12 wilden blokkeren, meldde minister Yeşilgöz op televisie dat dit niets te maken had met het demonstratierecht. Opruiing was gewoon een strafbaar feit en daar houdt het OM nou eenmaal niet van. Juridisch is het onzin om dat zo zwart-wit te stellen, omdat de rechter altijd moet afwegen hoeveel burgerlijke ongehoorzaamheid door de demonstratievrijheid wordt gerechtvaardigd. Niet iedere demonstrant die door rood licht loopt, bevindt zich meteen buiten het bereik van het grondrecht.

Maar los van die juridische techniek is het vooral een dienaar van de Kroon onwaardig om zo door deze delicate kwestie heen te banjeren. Zes milieuactivisten in de vroege ochtend met een politiebusje thuis laten ophalen is misschien nodig voor de verkeersveiligheid, maar in een rechtsstaat hopelijk geen business as usual.

Iedereen snapt dat het campagneteam van de VVD aan de kijkers van WNL Op Zondag wilde laten weten dat de liberalen de politie liever op boeven laat jagen dan Bénédicte Ficq weer eens van de snelweg te moeten losweken, maar een minister van Justitie heeft een hogere roeping. Die staat voor de rechtsstaat als geheel. Waarin de voorbereiding van demonstraties ook door grondrechten wordt beschermd. En waarin de bevoegdheden daarop in te grijpen zorgvuldig en met waarborgen zijn belegd.

Wat dat laatst betreft, kraakt het al een tijdje. Vanouds is de verantwoordelijkheid om demonstraties in goede banen te leiden verdeeld tussen de burgemeester en Justitie. Burgemeesters letten niet op de inhoud van een demonstratie maar zoeken die binnen de openbare orde zo goed mogelijk te faciliteren. Justitie kijkt ondertussen mee en rekent achteraf de zwaardere strafbare feiten af. Deze verdeling staat echter onder toenemende druk. Deels omdat relschoppers elkaar via sociale media opjutten en deels door de demonstraties waarin burgerlijke ongehoorzaamheid geen bijproduct meer is maar doel op zich wordt.

Een gemeente mag de vrijheid van meningsuiting nooit beperken

De toenemende druk op burgemeesters doet hen grijpen naar nieuwe middelen om de boel in de hand te houden. Eén daarvan is het online gebiedsverbod, zoals de burgemeester van Utrecht probeerde. Afgelopen week kreeg zij echter van de rechter te horen dat ze daarmee te ver achter de voordeur had ingegrepen. Burgemeesters zijn er voor de openbare orde. Bovendien mag een gemeente de vrijheid van meningsuiting nooit beperken. En dat is uiteindelijk toch wat je doet, als je een dwangsom verbindt aan wat iemand in een groepschat zegt. Burgemeester Dijksma reageerde wel met de waardigheid die bij haar ambt past. Ze was teleurgesteld in de uitspraak, liet ze de gemeenteraad weten, en ze ging studeren op de mogelijkheid van het hoger beroep.

Ik meen echter dat het preventief beperken van demonstraties te fundamenteel is om over te laten aan burgemeesters die uit handelingsverlegenheid van alles proberen in de hoop dat de rechter het zal kunnen billijken of aan Officieren van Justitie die vast met opruiing aan de slag gaan. Dit zijn gevoelige categorieën uitingsdelicten waar de wetgever zelf aan te pas moet komen om de grenzen te trekken en de bevoegdheden te verdelen.

Daarbij valt te overwegen de rechter-commissaris naar voren te schuiven om de burgemeester terzijde te staan. In het strafrecht moet deze onafhankelijke magistraat er ook aan te pas moet komen bij de inzet zwaardere bevoegdheden, zoals bijvoorbeeld bij een bevel aan Twitter om een tweet te verwijderen. Een vergelijkbare rol zou de rechter- commissaris ook hier kunnen spelen. Raar is dat niet, want hij heeft al een bevoegdheid voor het handhaven van de openbare orde. Maar die ligt weg te roesten in het Wetboek van Strafvordering. Terwijl die bepalingen prima kunnen worden toegesneden op het snel en onafhankelijk afwegen van de noodzaak om vooraf een demonstratie te beperken.

Een mooi klusje voor een minister van Justitie.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie