Advertentie
juridisch / Nieuws

Bestuursorgaan gaat steeds minder vaak in hoger beroep

Bestuursorganen die het vaakst zijn betrokken bij een hogerberoepsprocedure zijn gemeenten. Zij zijn goed voor een derde van alle gevallen.

03 januari 2023
Amsterdam tekent vaakst hoger beroep aan tegen burgers

Wanneer een bestuursrechter uitspraak heeft gedaan, kunnen beide strijdende partijen – het bestuursorgaan en de burger – nog in hoger beroep. Uit onderzoek blijkt dat dit hoger beroep in 9 procent van de gevallen wordt ingesteld door het bestuursorgaan. Gedurende de jaren is dit percentage langzaam gedaald.

Strategisch beleidsadviseur bestaanszekerheid

Duo+ in opdracht van Gemeente Uithoorn
Strategisch beleidsadviseur bestaanszekerheid

Teamcoach S15/S16

JS Consultancy
Teamcoach S15/S16

Partijen die zich niet kunnen vinden in een beslissing van de bestuursrechter (van een rechtbank) kunnen in veel gevallen in hoger beroep gaan. Tussen 2017-2021 deden hogerberoepsrechters 32.222 einduitspraken – althans, die zijn gepubliceerd op de website van de Raad voor de rechtspraak (rechtspraak.nl). Van deze uitspraken is 86,3 procent ingesteld door burgers, 8,9 procent door bestuursorganen en 4,8 procent door beide partijen. Wel stelden bestuursorganen in 2017 procentueel gezien vaker hoger beroep in dan in 2021 – gedurende de onderzoeksperiode is het percentage gestaag gedaald.

Minder zaken

Dat blijkt uit het onderzoek Bestuursorganen in hoger beroep, uitgebracht door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. De gerechten waarbij hoger beroep is ingesteld zijn de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (algemeen bestuursrecht, omgevingsrecht en vreemdelingenrecht), de Centrale Raad van Beroep (ambtenarenrecht en socialezekerheidsrecht) en de vier gerechtshoven – voor belastinggeschillen. Opvallend is dat deze rechtscolleges steeds minder hogerberoepszaken afdoen. Waren het er in 2019 nog 7.012, twee jaar later is dat gedaald tot 5.627. Vooral geschillen over het ambtenarenrecht namen in die jaren langzaam af, en over het algemene bestuursrecht.

Gemeenten vaakst betrokken

De bestuursorganen die het vaakst zijn betrokken bij een hogerberoepsprocedure zijn gemeenten (in een derde van de gevallen), gevolgd door zelfstandig bestuursorganen (30 procent), ministeries (16 procent) en de Belastingdienst (12 procent). Provincies, waterschappen en de politie zijn goed voor vijf procent. De rest van de zaken (4 procent) betreft bestuursorganen die zelden partij zijn in een hogerberoepsprocedure.

Justitie en Veiligheid

Ook al zijn ministeries in 16 procent van de gevallen betrokken bij een hogerberoepszaak, zij zijn wel de bestuursorganen die het vaakst hoger beroep instellen. Vooral het ministerie van Justitie en Veiligheid doet dat regelmatig (1.325 keer in de onderzoeksperiode van vijf jaar), op grote afstand gevolg door de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (beide 76 keer). Verder is ook de Belastingdienst een bestuursorgaan dat vaak in hoger beroep gaat (659 keer) tegen een beslissing van een rechter.

Amsterdam

Gemeenten vormen de tweede groep bestuursorganen die hoger beroep aantekenen nadat ze bij een bestuursrechter een zaak tegen een burger hadden verloren. Het aantal keren dat ze dat doen is overigens de laatste jaren wel afgenomen. De gemeente die in de onderzoeksperiode het vaakst hoger beroep aantekende, was Amsterdam (121 keer), gevolgd door Rotterdam (68 keer) en Den Haag (20 keer). De andere grote steden deden het in de onderzoeksperiode (fors) minder. Van de zelfstandig bestuursorganen was het UWV het meest fanatiek om in hoger beroep te gaan (276 keer), gevolgd door de Sociale Verzekeringsbank (102 keer) en de Raad voor Rechtsbijstand (38).

Interpretatie wet

Uit de beroepsprocedures blijkt ook waarom bestuursorganen in appel zijn gegaan. Meestal wilden zij duidelijkheid over de interpretatie van een specifieke wet of regeling (ook APV’s, cao’s, beleidsregels en bestemmingsplannen) en van de Algemene wet bestuursrecht. Ook waren er geschillen over de feiten die zich hadden voorgedaan.

Rotterdam vaakst ‘ongegrond’

In hoger beroep gaan lijkt voor bestuursorganen te lonen. In 57 procent van de zaken oordeelde de hoogste bestuursrechter ‘gegrond’ en nog eens in 9 procent ‘gedeeltelijk gegrond’. In 29 procent van de gevallen werd het hoger beroep ongegrond verklaard. De gemeente Rotterdam scoort relatief hoog bij ‘ongegrond’, het ministerie van Justitie en Veiligheid kreeg het vaakst te horen dat hun hoger beroep ‘gegrond’ was.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Het geeft hooguit te denken over de wijze waarop bestuursorganen opereren. Er is op inhoud, kennis en juridisch opzicht dus nog 'een wereld' te winnen bij de Overheid.
Toine Goossens
De analyse van de heer Knapen is bijzonder interessant in het kader van de juridisering van de samenleving zoals hier eerder aan de orde is gesteld door Stavros Zouridis. Alles wordt door of namens burgers tot op de mm uitgeprocedeerd.

Ik ben erg benieuwd naar het aantal zaken dat door burgers is aangespannen bij deze rechtsorganen waarbij zij in het ongelijk zijn gesteld. Daarbij is het belangrijk om onderscheid te maken in aanvankelijke in gelijk stelling en een definitieve in ongelijk stelling; vaak neemt het bevoegd gezag namelijk een nieuw besluit dat wel aan alle juridische valkuilen voldoet.

Indien het percentage in ongelijkstelling hoog is, en ik heb het gevoel dat dat het geval is, dan hebben deze beroepsinstanties hun functioneren in de samenleving verloren.
Dan zij zijn namelijk een instrument geworden in de handen van burgers/instanties die vernieuwing willen tegenhouden. Dat is het pleasen van conservatisme in ultima forma.
Advertentie