Zware tijden voor de boeg
Het beeld is heroïsch, de drenkeling die wordt gered, maar de redder zelf verdrinkt. Daar moest ik aan denken toen ik de aanhoudende reeks cijfertjes over bedrijven en overheden in crisis op me liet inwerken. Een schuin oog op de situatie in de VS versterkte dat beeld.
Overheden lopen daar financieel op hun laatste benen, staten hebben begrotingstekorten boven de 10 procent met uitschieters tot 20 of zelfs 30 procent, de federale overheid ruim 12 procent. Essentiële voorzieningen worden overal geschrapt, nieuwe cliënten afgewezen, publieke voorzieningen beëindigd. Ook ons staan zware tijden te wachten.
Zonder de helpende hand van de overheid hadden veel banken het niet gered. Onvoorstelbare bedragen zijn daar inmiddels aan besteed. Maar, weten we allemaal, als dat niet was gedaan, had het nog slechter kunnen aflopen. En de geholpen financiële instellingen betalen een stevige rentevergoeding voor de verstrekte publieke middelen. Op termijn kan de overheid er zelfs goed uitspringen wanneer de banken weer verkocht worden. Laten we hopen dat Bos een succesvolle investment banker blijkt te zijn nu hij bezig is banken te saneren en in stukken en (hopelijk) met winst weer te verkopen.
Maar door al deze investeringen en de conjunctuurcrisis stijgt de jarenlang gedaalde EMU-schuld van Nederland in twee jaar van 40 naar 50 naar zo’n 66 procent van ons nationaal inkomen in 2010. Bos moet in 2010, wanneer hij dagelijks ruim 100 miljoen euro meer uitgeeft dan ontvangt -dagelijks!- ook nog zorgen dat deze schuld, zo’n 400 miljard euro, regelmatig wordt (her)gefinancierd. Dus de reddende overheid zit nu al in de situatie dat ze zelf heel dik in de schulden zit en om de begroting weer in balans te krijgen jarenlang zal moet bezuinigen.
Terwijl bedrijven straks gaandeweg weer zwarte cijfers gaan schrijven - maar door compensabele verliezen nog niet in volle omvang belasting hoeven te betalen - zal de overheid nog vele jaren lang moeten besparen. Dreigt de overheid, die dan eerst zelf de drenkeling heeft gered, niet uiteindelijk het slachtoffer te worden?
Er breken zware tijden aan voor allen die in de publieke sector werken of afhankelijk zijn van publiek gefinancierde voorzieningen als de AWBZ, uitkeringsgerechtigden, ambtenaren, studenten, scholen, politie, defensie en meer. Het zal de publieke sector ook als werkgever flink raken.
Er stromen door vergrijzing veel medewerkers uit, terwijl er maar heel weinig of geen ruimte is voor een aantrekkelijk arbeidsvoorwaardenpakket dat in lijn is met de private sector, zeker wanneer die wel weer gaat renderen en beter kan concurreren op een krappe arbeidsmarkt. Steeds minder mensen zullen binnen de overheid steeds meer werk moeten gaan doen zonder dat die extra werkdruk of productiviteitsstijging kunnen worden vertaald in verbeterde arbeidsvoorwaarden.
Werken bij de overheid wordt het komend decennium voor de achterblijvers een fikse klus. Er zullen steeds meer niet of heel moeilijk vervulbare functies ontstaan, er zijn bescheiden beloningen, maar er is een groeiende werkdruk. Het zal worstelen worden, het is hopen dat de nu bejubelde redder van de banken zelf boven komt. Na de zomer volgt een lange herfst en winter.
Kunst is het om de tering naar de nering te zetten en de rekening niet steeds door te schuiven naar de toekomst. Wie "hoopt" op betere tijden waarin dan wel de rekening kan worden betaald is een zeepbellenblazer. Back to basics, voeten op aarde en niet meer uitgeven dan er in komt is de enige oplossing. Laat het Nibud de financien hier maar regelen.