‘Zonder Europese regels staatssteun stelt Nederlandse economie niets voor’
Hoogleraar Europees recht en decentrale overheden Bart Hessel maakt zich boos over pleidooien voor het ontduiken of zelfs afschaffen van Europese staatssteunregels. ‘Altijd die stuitende Jacobse en Van Es-vraag van bestuurders’.
‘Wat is de pakkans?’ is vaak een van de eerste vragen die de Utrechtse hoogleraar Bart Hessel hoort als hij aan een gezelschap bestuurders van gemeenten en provincies tekst en uitleg geeft over de Europese staatssteunregels. ‘De vragensteller bedoelt dan: wat gebeurt er als ik de staatssteunregels aan mijn laars lap? Op die Jacobse en Van Es-vraag heb ik geen antwoord. Ik vind het eerlijk gezegd nogal stuitend dat ie wordt gesteld.
Bestuurders die aan wet- en regelgeving willen ontsnappen, geven het slechte voorbeeld en zetten hun ambtenaren te kijk. Als ik word geconfronteerd met zo’n negatieve insteek, begin ik maar weer eens met zendingswerk en leg ik uit dat het goed is dat er staatssteunregels bestaan.
De Nederlandse economie zou niets voorstellen als staatssteun geoorloofd zou zijn. We zouden het finaal afleggen tegen landen waar types als Berlusconi en Sarkozy het voor het zeggen hebben zonder dat ze af en toe door Neelie Kroes op de vingers worden getikt. Onze export zou helemaal stil vallen en Nederlandse bedrijven kwamen niet verder dan Doetinchem.’
De Europese staatssteunregels werken helemaal niet zo belemmerend als veel bestuurders denken, stelt Hessel: ‘Het verlenen van staatssteun aan bedrijven is zonder aanmelden geoorloofd voor onder andere milieu-investeringen, innovatie en onderzoek. En voor het in dienst nemen van moeilijk plaatsbare werklozen. Kortom, er zijn tal van interessante mogelijkheden voor gemeenten en provincies om steun te verlenen.
De lijst met gevallen van staatssteun die je niet aan Brussel hoeft te melden, is behoorlijk ruim. En moet je toch iets aan de Commissie melden, dan geeft Brussel tegenwoordig binnen twintig werkdagen uitsluitsel of steunverlening mag of niet als je zelf meewerkt. Als reactie op de krediet- en economische crisis heeft de Europese Commissie de regels voor staatssteun bovendien tijdelijk verruimd. Overheden mogen ondernemingen meer rente- en kredietfaciliteiten bieden en het maximale steunbedrag is opgetrokken tot 500.000 euro.
Dit alles is ingebed in een uitstekend totaalplan om de Europese economie weer op de rails te krijgen, met innoveren en investeren in energie en milieu als kernbegrippen. Het Nederlandse crisisplan, waarover maar liefst drie weken is gebakkeleid, verbleekt bij de aanpak van de Europese Commissie. De Nederlandse regering wil weliswaar eerst stimuleren, maar direct erna bezuinigen. De Europese Commissie stelt zich op het standpunt: als het slecht gaat met de economie, moet je niet de hand op de knip houden.’
Gezond
In de verruimde staatssteunregels heeft de Europese Commissie bepaald dat de steunmaatregelen niet zijn bedoeld voor bedrijven die, ongeacht de crisis, toch al dreigden om te vallen. Een bedrijf komt pas voor de versoepelde steun in aanmerking als het op 1 augustus 2008 nog gezond was. Hessel: ‘Dat is de lering van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Toen is gebleken dat het totaal geen zin heeft te proberen niet levensvatbare ondernemingen overeind te houden.’
Hij adviseert decentrale overheden de staatssteunregels na te leven, in plaats van te pleiten voor een noodwet waarmee Europese regelgeving opzij wordt gezet. ‘Nog los van de vraag of zo’n noodgreep kan en mag: hij is nergens voor nodig. Het crisisteam van de Europese Commissie draait op volle toeren. Vertegenwoordigers kort geleden op mijn uitnodiging naar Nederland af gereisd om tekst en uitleg te geven over hun werk en om tips en kritiek aan te horen.
Helaas hebben wethouders en gedeputeerden het in dit debat laten afweten, ondanks het feit dat zij waren uitgenodigd. Zij staan met hun rug naar Europa. Zij roepen dat ze bedrijven uit hun eigen gemeente voorrang geven. Stel dat ook alle Duitse gemeenten dit gaan doen. Dat zou funest zijn voor heel veel Nederlandse ondernemingen.’
Voer de discussie over Europese regelgeving op de juiste plek, adviseert Hessel. ‘De Europese regels zelf moet je in Brussel bespreken, maar voor alle Nederlandse toevoegingen moet je in Den Haag zijn. En houd je vooral niet bezig met protectionisme.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.