D66 Veere wil 1,4 miljoen euro van Vlissingen

De gemeente Vlissingen moet 1,4 miljoen euro aan Veere betalen. Dat althans vindt D66 in Veere. Het is geld dat Vlissingen als centrumgemeente overhoudt op de uitvoering van de taken beschermd wonen, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.

Overschot

Vlissingen voert als 'centrumgemeente' een aantal taken uit voor heel Zeeland. Volgens een artikel in Binnenlands Bestuur heeft Vlissingen daarop nu een overschot van 31 miljoen euro, wat de gemeente zelf mag houden. D66 in Veere is het daar niet mee eens en zegt dat Veere recht heeft op een deel daarvan. D66-fractievoorzitter Jacco van Maldegem heeft daarover vragen gesteld aan het gemeentebestuur van Veere.

Schuldsanering

Het overschot wordt vermeld in het laatste rapport van de artikel 12-inspecteur over de actuele financiële situatie van Vlissingen. De stad staat al acht jaar onder curatele van het rijk. De inspecteur verwacht dat Vlissingen volgend jaar weer grotendeels boven Jan is, waardoor er waarschijnlijk nog in 2025 een einde kan komen aan de artikel 12-status op basis waarvan de gemeente jaarlijks miljoenen extra krijgt uit het gemeentefonds.

Risico

Het overschot van 31 miljoen euro mag Vlissingen volgens de artikel 12-inspecteur naar eigen inzicht besteden, omdat de Zeeuwse gemeenten geen afspraken hebben gemaakt over een onderlinge verrekening. Daar komt bij dat de mogelijke risico's die een centrumgemeente loopt ook volledig op het bordje van Vlissingen komen.

Gaten dichten

D66 in Veere vraagt aan het college van burgmeester of het klopt dat er geen verdeelsleutel is. De partij verwijst verder naar de nieuwe afspraken over beschermd wonen, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang die de Veerse gemeenteraad vorige week donderdag goedkeurde. Van Maldegem: ‘Op basis hiervan heeft Veere recht op 4,42 procent van het overschot, oftewel 1,4 miljoen euro. Wij vragen B&W of ze het met ons eens zijn dat dit geld Veere toekomt en dat Vlissingen het niet moet gebruiken voor het dichten van financiële gaten, die het grotendeels zelf heeft veroorzaakt.’