Waterschappen heffen ruim 300 miljoen euro meer dan in 2024

De waterschappen verwachten in 2025 zo’n 4,3 miljard euro aan heffingen te innen, ruim 8 procent meer dan in 2024. Vergeleken met vijf jaar geleden is de waterschapsheffing met 41 procent gestegen. De hoogte van de heffing verschilt sterk per regio.

Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van begrotingscijfers van de waterschappen. De 21 waterschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer van het oppervlaktewater (de watersysteemtaak) en de zuivering van afvalwater. De watersysteemtaak omvat de bescherming tegen hoogwater en wateroverlast, evenals het waarborgen van voldoende water. Het gaat hier bijvoorbeeld om de aanleg en het beheer van dijken. Voor deze taken verwachten de waterschappen in 2025 ongeveer 2,3 miljard euro te heffen, ruim 9 procent meer dan vorig jaar.

Afvalwaterzuivering

Voor de andere hoofdtaak – afvalwaterzuivering – begroten waterschappen 2 miljard euro aan heffingen. Dat is bijna 7 procent meer dan in 2024. Waterschapsbelasting wordt betaald door huishoudens, boeren, natuurterreinbeheerders en bedrijven in het gebied van het waterschap.

Fryslân en Brabant

Het CBS ziet grote verschillen in de hoogte van de waterschapsbelasting. Huishoudens dragen het grootste deel bij aan de heffingsopbrengsten. Elk huishouden betaalt via de lokale heffingen aan het waterschap. De hoogte hiervan verschilt per waterschap en hangt af van de WOZ-waarde, het aantal bewoners en de tarieven van het waterschap. Op basis van de gemiddelde landelijke WOZ-waarde, betaalt een meerpersoonshuishouden met een koopwoning in het Wetterskip Fryslân het meest aan waterschapsheffing: 679 euro per jaar. In Waterschap De Dommel in Noord-Brabant is dit met 370 euro het minst. Eenpersoonshuishoudens met dezelfde koopwoning betalen in deze waterschappen respectievelijk 474 euro en 206 euro.

Fors

In Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (waar Amsterdam grotendeels onder valt) ziet het statistiekbureau een ‘forse belastingstijging’. Dit waterschap kende de sterkste toename van de waterschapsbelasting in de afgelopen vijf jaar. In 2025 betaalt een meerpersoonshuishouden met een woning en een gemiddelde WOZ-waarde hier 78 procent meer dan in 2020. De kleinste stijging vond plaats in waterschap Hunze en Aa’s, waar de heffing voor een vergelijkbaar huishouden dit jaar 13 procent hoger is dan in 2020.

Boeren

De verschillen in waterschapsbelasting voor boerenbedrijven zijn nog groter. Na huishoudens dragen boeren de hoogste lasten. De heffing hangt af van de WOZ-waarde van de opstallen, het aantal vervuilingseenheden en het aantal hectare grond. Een boerderij met bijvoorbeeld opstallen ter waarde van 550.000 euro, 50 hectare grond en een aanslag voor drie vervuilingseenheden betaalt in Waterschap Vallei en Veluwe 3.496 euro aan waterschapsheffing. Een vergelijkbaar bedrijf betaalt dit jaar in het Hoogheemraadschap van Delfland 10.378 euro, bijna drie keer zoveel.