Aanpassing waterschapsbelasting staat voor de deur
De laatste schriftelijke vragen van Eerste Kamerleden zijn beantwoord.
Na bijna vijftien jaar staat Nederland op de drempel van een belangrijke wijziging van de waterschapsbelastingen. Op basis van een wetsvoorstel dat door het vorige kabinet werd ingediend en nu bijna door de Eerste Kamer is, gaan huiseigenaren minder watersysteemheffing betalen. Dat is de uitkomst van een wetsvoorstel waarover de Eerste Kamer een laatste keer nog schriftelijke vragen had gesteld, die nu door minister Madlener van I en W zijn beantwoord.
Al snel na de invoering in 2009 van het nieuwe waterschapsbelastingstelsel klonk er kritiek op. Steen des aanstoots is dat agrariërs, natuurterreineigenaren, woningbezitters en bedrijfseigenaren op basis van de economische waarde van hun bezit een bepaald bedrag aan waterschapsbelasting moesten gaan betalen.
Pervers
Dat had perverse effecten: agrariërs kregen bijvoorbeeld een hoger bedrag opgelegd naar gelang er infrastructuur in het betreffende waterschapsgebied lag of werd aangelegd, waaronder spoorlijnen, wegen en bruggen.
Huiseigenaren op hun beurt moesten meer betalen naarmate de WOZ-waarde van hun woning steeg, wat vanaf 2016 ook gebeurde. Dat heeft als gevolg dat huiseigenaren binnen de waterschapsbelastingcategorie ‘bebouwd’ nu gemiddeld 82 procent van de heffingen betalen. Binnen die categorie zijn bedrijven minder gaan betalen. De reden is dat de WOZ-waarde van woningen de laatste jaren met 35,8 procent is gestegen, en van niet-woningen met 2,3 procent.
Blijdschap
In plaats van economische waarde worden gebiedskenmerken het criterium, in de nieuwe wet. Dat betekent dat agrariërs en natuurterreineigenaren gaan betalen op basis van het aantal hectares, en dat waterschappen voor woningen en niet-woningen uiteenlopende tarieven invoeren die zullen compenseren voor de wisselingen in de waarde van dit onroerend goed. Dit tot blijdschap van de Vereniging Eigen Huis, de Consumentenbond en de Unie van Waterschappen, maar tot onvrede van werkgeversorganisatie VNO-NCW.
Een verplichting
De Eerste Kamerfracties van de BBB, GroenLinks-PvdA en OPNL willen graag dat waterschappen zelf kunnen beslissen of zij de zogenaamde tariefdifferentiatie tussen woningen en bedrijfspanden toepassen. Zo ontstond het aanvankelijk ook opgeschreven in het wetsvoorstel. Maar onder minister Madlener wordt eraan vastgehouden dat dit een verplichting wordt. De reden is dat de grote stijging van de WOZ-waarde van woningen sinds 2016 een landelijk fenomeen is.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.