Advertentie
financiën / Column

Spaarpotjes die nooit leegraken

Gemeenten hebben spaarpotjes voor uitgaven die zeker komen, dus niet voor onvoorziene uitgaven maar voor ‘voorziene’ uitgaven. Die spaarpotjes heten daarom ‘voorzieningen’.

16 augustus 2013

Als kind droomde ik vaak van spaarpotjes die nooit leegraken, hoeveel je er ook uithaalt, om enorme bergen speelgoed van te kunnen kopen. Helaas, zulke spaarpotjes bestaan niet. Of toch?

Gemeenten hebben spaarpotjes voor uitgaven die zeker komen, dus niet voor onvoorziene uitgaven maar voor ‘voorziene’ uitgaven. Die spaarpotjes heten daarom ‘voorzieningen’. Elk jaar stopt elke afdeling van elke gemeente een deel van zijn budget in zulke spaarpotjes voor voorziene uitgaven, zoals voor nieuwe software die drie jaar meegaat, voor dienst­auto’s die na vijf jaar moeten worden vervangen, voor groot onderhoud aan wegen wat eens in de tien of twintig jaar nodig is, tot aan vernieuwing van het raadhuis over een halve eeuw.

Heel verstandig, zo vindt elke afdeling. Zo hebben ze zeker het geld als ze het nodig hebben. Elke gemeente heeft niet vijf of tien van die spaarpotjes, maar eerder vijftig of honderd of nog meer. Alle gemeenten samen hebben zeven miljard euro aan voorzieningen.

Elk jaar haalt een deel van de afdelingen uit die voorzieningen wat hij nodig heeft, om te besteden aan onderhoud of aan vervanging van versleten spullen. Eens in de zoveel jaar wordt dus elke voorziening aangesproken. Sommige voorzieningen raken eens in de zoveel jaar helemaal op, maar er zijn er ook die nooit helemaal leegraken.

Zulke spaarpotten bestaan dus niet alleen in mijn kinderdromen. Bovendien stoppen de andere afdelingen ongeveer elk jaar evenveel in hun spaarpotjes als er uit de aangesproken spaarpotjes wordt gehaald. De gemeentelijke spaarpotten blijven samen zodoende ongeveer even vol – waar ik vroeger alleen maar van droomde.

Wat voor elke afdeling verstandig lijkt, is voor de gemeente als totaal helemaal niet verstandig. Alle afdelingen van alle vierhonderd gemeenten samen hebben steeds ruim zeven miljard euro aan voorzieningen in hun spaarpotten. Jaar in, jaar uit houden ze ruim zeven miljard euro achter de hand voor uitgaven die zeker komen. In feite wordt die zeven miljard euro helemaal nooit gebruikt, nu niet en in de toekomst ook niet. De gemeenten hebben gewoon zeven miljard euro over.

Wel vinden veel gemeenten dat ze te weinig geld in reserve hebben voor onvoorziene uitgaven, en gaan ze daarvoor bezuinigen. Wel stijgt de onroerende zaakbelasting wegens geldgebrek, gaat de bibliotheek dicht wegens tekorten, en worden voorzieningen voor ouderen geschrapt.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie