Advertentie
financiën / Column

Ongemakkelijke vraag

Een rotje in de regen. Daar lijken gemeentelijke verkiezingsbegrotingen wel een beetje op. Het belooft spectaculair te worden maar uiteindelijk is een teleurstellende sisser je deel. Wat moet er in de gemeentelijke begroting 2022 komen te staan?

25 augustus 2021

Een rotje in de regen. Daar lijken gemeentelijke verkiezingsbegrotingen wel een beetje op. Het belooft spectaculair te worden maar uiteindelijk is een teleurstellende sisser je deel. Wat moet er in de gemeentelijke begroting 2022 komen te staan? Een voor raadsleden momenteel relevante vraag. 2022 is een verkiezingsjaar. De nu zittende gemeenteraden hebben nog zeggenschap tot en met maart 2022 en geven dan het stokje door aan hun opvolgers.

Traditioneel is de neiging van colleges om dan een beleidsarme begroting voor te stellen om het nieuwe gemeentebestuur de ruimte te geven om zijn eigen afwegingen en prioriteiten te maken. Meestal zit er in die laatste begroting ook een cadeautje verstopt voor alle coalitiepartijen om uit te delen aan hun eigen achterban. Helpt altijd in de campagne. Een incidenteel overschot is daar natuurlijk uitstekend voor in te zetten.

En overschotten zijn er. Veel plannen uit de begrotingen voor 2020 zijn niet uitgevoerd met dank aan meerdere lockdowns en prioriteiten die vanwege het coronavirus echt ergens anders moesten liggen. Het is daarmee niet verwonderlijk dat gemeenten over 2020 met positieve jaarcijfers kwamen, zoals in maart 2020 ook al te voorzien was. Ik durf zelfs de stelling aan dat veel colleges het ‘overschot’ onder de streep nog optisch hebben verkleind door meer aan de reserves toe te voegen dan ze (primitief of gewijzigd) hadden begroot. Een te groot overschot oogt politiek niet zo lekker en leidt terecht tot ongemakkelijke vragen van raadsleden.

Toch is het als raadslid nodig om die ongemakkelijke vragen te stellen. Vooral ook aan jezelf en je collega-raadsleden. Het is een eenvoudige reflex om politiek verontwaardigd te doen over die overschotten. In het licht van de structurele tekorten bij gemeenten is het ook te simpel (hoewel waar) om je te beperken tot de reactie dat je structurele gaten niet kunt dichten met eenmalige overschotten.

De echt relevante en ongemakkelijke vraag is: voor welk maatschappelijk tekórt staan deze financiële overschotten? Wat is er niet onderhouden, aangelegd of verzorgd? Welk beleid is niet uitgevoerd? Met welke gevolgen, in financiële én maatschappelijke zin? Voor de korte en lange termijn? Welke kosten zijn daar op lange termijn voor de gemeenschap mee gemoeid?

En wat gaat de raad doen om deze maatschappelijke tekorten op te lossen? Want gemeenteraden hebben het budgetrecht en zij hebben bij de vaststelling van de begroting in november de verantwoordelijkheid om te bepalen of en hoe dat financiële overschot van 2020 wordt ingezet. Welk debat wordt daarover gevoerd? Welke prioriteiten stelt de gemeenteraad als hoogste orgaan binnen de gemeente? Deze insteek levert op dat politiek niet over de cijfers maar over de inhoud gaat.

Het voor de hand liggende antwoord zou kunnen zijn dat de prioriteiten uit de begroting 2020 en 2021 die vanwege corona niet zijn uitgevoerd alsnog de aandacht krijgen die ze verdienen. Het overschot van 2020 inzetten voor de maatschappelijke opgaven die in 2020 zijn blijven liggen? Dat klinkt logisch. Dat zou zelfs verantwoordelijk bestuur zijn. En dat verhaal zou het zomaar ook goed bij de kiezers kunnen doen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie