Advertentie
financiën / Nieuws

Pensioenverhoging dichterbij ‘in een onrustige tijd’

ABP: ‘Op onze bestuurstafel ligt nu de vraag welke verhoging verantwoord is.’

20 oktober 2022
onzekerheid
Shutterstock

Het rendement van ABP op de beleggingen blijft negatief, maar de rente blijft stijgen en dus blijft een verdere pensioenverhoging dichterbij komen. Het pensioenfonds buigt zich nu over de vraag welke verhoging verantwoord is.

Directeur Facilitair Bureau

Gemeente Amsterdam
Directeur Facilitair Bureau

Communicatieadviseur

Yacht
Communicatieadviseur

Gunstig

Onder invloed van onder meer de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne boekte ABP in het derde kwartaal een rendement van 25,8 miljard euro in de min (oftewel -5,3 procent). Tegelijkertijd stijgt de rente, waardoor het pensioenfonds 26 miljard euro minder in kas hoeft te hebben om aan de verplichtingen. Alles tezamen betekent het een stijging van de dekkingsgraad van 122,7 naar 124,2 procent.

Kerncijfers

Q3 2021  

Q4 2021  

Q1 2022  

Q2 2022  

Q3 2022

Actuele dekkingsgraad (%)

105,3

110,6

117,4

122,7

124,2

Beleidsdekkingsgraad (%)

98,8

102,8

106,5

111,6

116,4

Beschikbaar vermogen (€ miljard)  

528

552

531

486

460

Verplichtingen (€ miljard)

502

499

452

396

370

Rekenrente (%)

0,5

0,6

1,1

2,0

2,5

Het is nu al het derde kwartaal dat de waarde van beleggingen afneemt maar dat de stijgende rente juist zorgt voor een hogere dekkingsgraad. ‘De stijgende rente is gunstig voor de financiële situatie van het pensioenfonds’, schrijft ABP. ‘Tegelijkertijd staat de waarde van de beleggingen onder druk door een stijgende inflatie, een mogelijke economische recessie en onrust in de wereld, zoals escalatie van de oorlog in Oekraïne. Naar verwachting houdt deze druk aan.’

Overstap

De prijzen stijgen enorm en ‘het is dan ook goed te begrijpen dat onze deelnemers uitkijken naar een nieuwe verhoging van het pensioen’, vertelt bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen. Pensioenverhoging ligt in de lijn der verwachting, maar ‘op onze bestuurstafel ligt nu de vraag welke verhoging verantwoord is’. Drie belangrijke overwegingen zijn de onrustige tijd, de belangen van de verschillende groepen deelnemers en de aankomende (dure) overstap naar een nieuw pensioenstelsel. ‘ Eind november weten onze deelnemers waar ze volgend jaar aan toe zijn.’

Onlangs werd bekend dat de invoering van de invoering van de Wet toekomst pensioen vertraagd is van 1 januari naar 1 juli 2023. De datum dat pensioenfondsen aan de regels moeten voldoen, na de periode van transitie naar het nieuwe stelsel, is nog steeds 1 januari 2027.

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Met een overwaarde aan vermogen van 90 miljard euro kan het ABP ruimschoots compenseren.
marten bosma
Er wordt nogal zorgelijk en zuinig gedaan over de daling van het vermogen van de pensioenfondsen. Het (flink) verhogen van de pensioenen wordt zelfs door sommigen om die reden afgeraden ondanks de stijgende dekkingsgraden. Ook wordt op de invoeringskosten van het nieuwe stelsel gewezen. De afgelopen tien jaar hebben de pensioenfondsen leuke rendementen gemaakt maar niet geindexeerd; een enkel fonds uitgezonderd. Er zit flink wat vet op de botten; de vermogens zijn dus aanzienlijk gegroeid in die jaren. De dekkingsgraden zijn niet alleen door stijgende rente omhoog gegaan; de andere helft van de deling (het vermogen) is gezond, omvangrijk en kan zo blijkt tegen een stootje. Stijgende vermogens waren in de afgelopen 10 jaar geen reden de pensioenen te verhogen want daar hadden we de dekkingsgraad voor als maatstaf. En daar viel en valt veel voor te zeggen. Dat moet het omgekeerde natuurlijk niet gedaan worden: dalende vermogens als argument gebruiken om de pensioenen te verhogen terwijl de dekkingsgraden stijgen. Verder: pensioenvermogens zijn opgebouwd voor pensioenen en niet voor het bekostigen van de invoeringskosten van het nieuwe stelsel. Vrijwel niemand in de pensioenwereld heeft om dat nieuwe stelstel gevraagd; het is een poliek speeltje van met name D66. Als er dus één partij is die de invoeringskosten moet betalen dan is het Den Haag en niet fondsen, dwz de deelnemers en gepensioeneerden.
marten bosma
typo: ...dalende vermogens als argument gebruiken om de pensioenen NIET te verhogen terwijl....
Hielco Wiersma
Belangrijke items rond de nieuwe pensioenwetgeving zijn nog steeds:
1. wie betaalt de administratiekosten, die de pensioenfondsen moeten maken, voor het overboeken/invaren naar een nieuw stelsel (totale raming meer dan
E 1 miljard)?
2. wat wordt de hoogte van de vaste pensioenpremie in het nieuwe stelsel? Voordat überhaupt wordt overgestapt dient daarover duidelijkheid te zijn. Is in dit kader voldoende gegarandeerd dat pensioenvermogens niet weer opnieuw worden gebruikt voor werkgevers vanwege financiële ondersteuning van eigen bedrijven/organisaties en voor werknemers vanwege inkomensverbetering?
3. hoe hoog wordt de financiële buffer bij gebruik van de solidaire methode (10%?) en hoe en door welke generatie(s) wordt deze buffer financieel opgebouwd?
4. sowieso zullen de deelnemers een UPO willen ontvangen van de situatie voorafgaande aan het invaren en een UPO van de periode na het invaren.
Hielco Wiersma
En.........uiteraard moeten de premiebetalers en de gepensioneerden, dus alle deelnemers, op enerlei wijze in hun pensioen worden gecompenseerd voor de achterstallige pensioenindexering over de periode vanaf 1 januari 2000 tot 1 september 2021 De ramingen hiervoor variëren van 25% tot 30%.
Nico Bos
Ik begrijp dat in de nieuwe wet de pensioenfondsen meer aan hun klanten moeten uitbetalen als het beursrendement afneemt (ABP 3e kwartaal 2022 25,8 miljard verlies!). Een soort zelfdestructie als de ECB rente stijgt wegens inflatie.
Wat een stupide constructie.... maar goed, ik ben ook maar een leek. Zie:
https://www.abp.nl/over-abp/actueel/nieuws/stijging-rente-zorgt-weer-voor-betere-financiele-positie.aspx
Advertentie