Ozb stijgt met twee procent

Dit blijkt uit een steekproef van Binnenlands Bestuur. De primitieve begrotingen van 44 gemeenten zijn onder de loep genomen. Strikt formeel mogen alle gemeenten tezamen de opbrengst van de lokale lasten volgend jaar met 4,3 procent laten stijgen. Dat is de ruimte die de door het Rijk opgelegde macronorm biedt. Uit de steekproef in 44 van de in totaal 441 gemeenten – van klein tot groot – blijkt dat die capaciteit niet wordt benut. Veel gemeenten passen wat betreft de onroerendezaakbelasting (ozb) de inflatiecorrectie toe of gaan daar net boven zitten. Nijkerk wil het ozb-tarief in 2010 met 1 procent opschroeven, maar geeft in datzelfde jaar elk huishouden 100 euro terug.

Uitschieters naar boven zijn bijvoorbeeld Brummen, Hoorn, Hulst en Venray. In die gemeenten stijgt de lastendruk met zo’n 3 procent. Slechts een paar colleges van burgemeester en wethouders (Lingewaard, Voorst, Geertruindenberg) stellen de gemeenteraad voor de lasten met meer dan 5 procent te verhogen, de gemeente Dongeradeel liefst met 20 procent.

Grote steden

Opvallend is dat de dagelijks besturen van de grote steden Den Haag en Utrecht ruimte zien de ozb in het verkiezingsjaar 2010 fors te verlagen: Den Haag met 6 procent, Utrecht met liefst 9 procent.

Niet meegewogen in deze inventarisatie is de tariefontwikkeling in de overige lokale lasten, zoals de toeristen- en hondenbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. Zo wil het college van B en W van Rijssen-Holten de ozb-tariefstijging in 2010 tot 3,75 procent beperken, maar de begrafenisrechten met 5 en de toeristenbelasting met 10 procent verhogen. In alle gevallen moeten de gemeenteraden (in november) nog beslissen over de begroting.