Onderbesteding Gelderland

In het artikel met de kop ‘Gelderland houdt steeds meer geld over’ in de Special Financiën wordt ten onrechte het beeld geschetst dat de provincie Gelderland grote sommen geld overhoudt die teruggegeven zouden kunnen worden aan de burger. Het artikel noemt voor de jaren 2004 tot en met 2006 bedragen van 62 miljoen, 63,8 miljoen en 121 miljoen euro.

Het is onjuist te veronderstellen dat onderbesteding (volgens de definitie van de Rekenkamer Oost-Nederland) leidt tot vrij besteedbare middelen. Niemand wordt rijker van het later (dan gepland) uitgeven van geld, de provincie dus ook niet. Als de bouw van uw huis vertraging oploopt, dan geeft u dat geld toch ook niet uit aan andere zaken? U houdt het geld apart om alsnog de verbouwing te betalen. Zo gaat het ook met provinciale projecten.

Wanneer een project een jaar vertraagt, leidt dat volgens de definitie van de Rekenkamer in het eerste jaar tot onderbesteding. Omdat het bedrag het jaar daarop wel nodig is voor de uitvoering, kan dat geld niet worden teruggegeven aan de burger of gebruikt worden voor andere projecten. Houdt de provincie dan helemaal geen geld over? Jawel, in de jaren 2004 tot en met 2006 is aan vrij beschikbare middelen overgehouden 1,9 miljoen,10,4 miljoen en 9,4 miljoen euro.

Deze bedragen geven in onze ogen een heel ander beeld over de provincie Gelderland dan het artikel suggereert. De Rekenkamer heeft geconstateerd dat de provincies aandacht hebben voor onderbesteding. Dat klopt. Wij hebben in Gelderland dan ook al concrete acties ondernomen naar aanleiding van de aanbevelingen van de Rekenkamer Oost-Nederland.

Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, Theo Peters, Gedeputeerde Financiën