Nul komma niks
Vorig week besprak de Tweede Kamer de Justitiebegroting. Bijna was daarbij de minister van Justitie gesneuveld. Het debat eindigde namelijk met een motie van Rita Verdonk waarin ze het vertrouwen in hem opzegde. De reden was dat de minister ‘twee begrotingen heeft verspreid met verschillende inhoud en daarmee de Kamer bewust verkeerd inlicht c.q. misleidt’.
Wat is er aan de hand? De embargoeditie voor Prinsjesdag week af van de definitieve Prinsjesdageditie. Heel normaal, weten begrotingsdeskundigen. Maar tot ieders verrassing bleek tijdens het debat bijna de hele Kamer met een embargo-exemplaar te werken en net als Verdonk daardoor niet dezelfde versie als de minister te hanteren. De uitleg van de minister, ‘de officiële versie telt, niet de embargoversie’, was niet tot Verdonks genoegen. Ze diende de motie in. En zo mag ik het graag zien.
Het debat rond de begroting gaat ook over de wijze waarop het spel gespeeld wordt. De motie haalde het - terecht - niet. Wat heeft de Kamer dan wel bereikt? Dat weten we pas de avond voor het kerstreces, als alle ontwerpbegrotingen in stemming worden gebracht, plus ingediende amendementen. En die zijn dun gezaaid bij deze begroting. Neem het SP-amendement ten gunste van BONJO, de koepelorganisatie voor begeleiding van ex-gedetineerden. De subsidie moet worden opgebracht door aangesloten organisaties wat te korten. Zelfs als het amendement wordt aangenomen, verschuift er binnen dit begrotingsartikel ongeveer nul euro.
Waarschijnlijk wordt per saldo nul komma niks verschoven in de Justitiebegroting en wordt alle dikke stukken, Kamervragen, debatten, amendementen en moties ten spijt, de begroting ongewijzigd aangenomen. Meer algemeen: het gemiddelde van alle aangenomen amendementen is jaarlijks minder dan een kwartje per honderd euro.
De reden? Ten eerste disciplineert het parlement zichzelf. Het houdt zich - althans de regeringspartijen - aan het regeerakkoord, aan nadere coalitieafspraken en aan de partijdiscipline. Ook houdt het parlement zich zelfs aan de interne kabinetsafspraken om geen extra uitgaven te doen zonder dekking te zoeken.
Ten tweede is de huidige opbouw van begrotingsstukken niet gunstig voor amendering, omdat veel beleidsartikelen erg geaggregeerd en omvangrijk zijn en daarmee weinig inzichtelijk. Zie dan maar uit te vissen waar het geld precies heengaat, wat een betere besteding is of - waar nodig - dekking kan worden gevonden.
Ten derde is de kennis van parlementariërs ontoereikend. Er zijn weinig Kamerleden die inhoudelijk en financieel adequate tegenspelers zijn van bewindslieden. Dat de Kamer haar eigen ondersteuning beperkt, is al jaren een zorg, maar is aan niemand anders te wijten dan de Kamerleden zelf. Ze kiezen er niet voor om een sterkere onderzoeksfunctie te vervullen en het naadje van de kous te willen weten. Dan zoeken ze het ook maar zelf uit.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.