Vernietigend rapport Noordelijke rekenkamer over innovatiesubsidies
De Noordelijke rekenkamer trekt vernietigende conclusies omtrent de innovatiesubsidies in Groningen, Friesland en Drenthe. Prestaties zijn vaag, de kosten exploderen.
Bij projecten die de noordelijke kenniseconomie moeten bevorderen zijn veel partijen betrokken. Maar het is allerminst duidelijk wie wat doet, informatie over prestaties van de door de drie provincies gesubsidieerde stichtingen ontbreekt grotendeels. Successen worden breed uitgemeten, maar mislukkingen niet onderkend, terwijl de kosten in de afgelopen acht jaar verdrievoudigd zijn.
Samenwerken in clusters
Dit concludeert de Noordelijke Rekenkamer in het rapport “Naar een noordelijke kenniseconomie”. De provincies Drenthe, Fryslân en Groningen willen de transitie naar een kenniseconomie versnellen. Wanneer bedrijven, kennisinstellingen (universiteiten, HBO’s, onderzoeksinstituten) en overheden in clusters samenwerken kunnen werkgelegenheid en economische groei bevorderd worden, zo wordt verondersteld. Drie belangrijke kennisgebieden in het Noorden zijn: sensortechnologie, watertechnologie en energie.
200 miljoen
Om partijen bij elkaar te brengen, projecten te ontwikkelen, de clusters te promoten en subsidies te verwerven zijn clusterorganisaties opgericht. Voor sensortechnologie is dat de Stichting Sensor Universe (SSU), voor watertechnologie de Stichting Water Alliance (SWA) en voor energie de Stichting Energy Valley (SEV). De provincies geven subsidie aan deze stichtingen en aan kennisprojecten. De drie provincies hebben zelf en via het Samenwerkingsverband Noord Nederland in de periode 2003-2011 meer dan € 200 miljoen bijgedragen aan de clusterorganisaties en kennisprojecten.
Niet binnen termijn afgerond
De sturing van de provincies bij deze op afstand geplaatste instellingen is wisselend, maar doorgaans beperkt, stelt de Rekenkamer. Acht van de negen onderzochte kennisprojecten zijn niet binnen de geplande termijn afgerond.
Alleen successen geëtaleerd
Ook de taakverdeling is niet duidelijk: niet alleen de clusterorganisaties maar ook andere partijen zoals de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en de provincies zelf houden zich bezig met het ‘bij elkaar brengen van partijen’ en projectontwikkeling. Volgens de Noordelijke rekenkamer is het lastig zicht te krijgen op de prestaties van de clusterorganisaties. De stichtingen zijn er vooral goed in hun successen en toekomstplannen te etaleren, meent de Rekenkamer. Mislukkingen worden niet onderkend en daardoor de kans om er van te leren niet benut.
De taken van de overheid zijn allemaal via de wet geregeld. En het ambtelijke apparaat hoeft alleen maar de wet te kennen en via hun eigen bedrijfsvoering uit te voeren. Dat is echt alles.
Maar innovatie, zoals deze waarschijnlijk bedoeld wordt door de Tweede Kamer heeft te maken met innovatie en kennis voor de markt.
Echter, de publieke sector heeft niet de kennis en kunde in huis om innovatie te stimuleren.
Hiervoor heb je ondernemers voor nodig die de behoefte in de markt kunnen 'zien' en er effectief op kunnen reageren.
De laatste 40 jaar zie je vaker van dit soort structuren/subsides/kortingen etc ontstaan. En zij mislukken allemaal. De groep die wint is de groep die het snelst de subsidiepot kan bereiken of die mensen die de pot beheren.
Iedere week lees ik op de site van BB dat er weer wanbeheer is gepleegd, bestuurders die er een puinhoop van maken. En de grap is, en iedere keer komt de sector met dezelfde oplossing, die niet werkt. Het ergste is dat er met belastinggeld wordt gewerkt, zuur verdiend geld en het wordt slecht beheerd. Alsof het normaal is.
Beste mensen die in de publieke sector werken, ga niet voor ondernemer spelen, DAT KUNNEN JULLIE NIET.