No cure no pay bij woz is verdienmodel
Er is voor no cure no pay-bedrijven een financiële prikkel om zoveel mogelijk bezwaar aan te tekenen tegen woz-beschikkingen, ook als die weinig kans van slagen hebben. Uit een rapport van onderzoeksinstituut Coelo blijkt dat er sprake is van een interessant verdienmodel voor commerciële bedrijven.
Er is voor no cure, no pay-bedrijven een financiële prikkel om zoveel mogelijk bezwaar aan te tekenen tegen woz-beschikkingen, ook als die weinig kans van slagen hebben. Uit een rapport van onderzoeksinstituut Coelo blijkt dat er sprake is van een interessant verdienmodel voor commerciële bedrijven.
Coelo heeft in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onderzoek gedaan naar de kostenvergoeding die bedrijven ontvangen als zij namens belanghebbenden bezwaar maken tegen de woz-waarde.
Winstgevend
Uit het onderzoek blijkt dat de huidige vergoedingsstructuur winstgevend is voor een bedrijf om ook bezwaar aan te tekenen, ook als de kans op succes gering is. Dat komt onder meer omdat de vergoeding niet meer aansluit bij de kosten van die bedrijven: bezwaren kunnen in veel grotere mate geautomatiseerd worden ingediend dan toen vergoedingsregeling van kracht werd (1995) en hoorzittingen kosten weinig tijd – gemiddeld nog geen vijf minuten per object. Om de proceskostenvergoeding te krijgen is het alleen nodig om te verschijnen op de hoorzitting, een inhoudelijke inbreng is niet vereist. ‘Een bedrijf kan in 2021 in de bezwaarfase 636 euro vergoeding krijgen,’ aldus de onderzoekers. ‘Voor het indienen van een bezwaar voor een woning (265 euro), het bijwonen van een hoorzitting (265 euro) en het laten opstellen van een taxatie op basis van een uitpandige taxatie (106 euro).’
Perverse prikkels
Deze vergoedingen worden enkel verstrekt bij de inhuur van derden, inwoners kunnen daar zelf geen aanspraak op maken. De VNG wil af van die ‘perverse prikkels’. Gemeenten betalen een steeds hoger bedrag aan kostenvergoedingen. Ook leggen de bezwaren die worden ingediend door bedrijven een steeds groter beslag op de uitvoeringscapaciteit bij gemeenten. Door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is daar onderzoek naar gedaan, maar dat onderzoeksrapport van februari 2021 beantwoordde een van de hoofdvragen niet: wat is de verhouding tussen de hoogte van de vergoedingen voor verschillende proceshandelingen en de werkelijke kosten die met die proceshandelingen zijn gemoeid? De VNG liet daarom Coelo onderzoek doen naar de achterliggende vraag of het huidige vergoedingssysteem bedrijven prikkelt om (te) veel bezwaren in te dienen, en dus aanpassing behoeft.
17 miljoen
De uitkomst van het rapport bevestigt volgens de koepelorganisatie de geconstateerde problemen van gemeenten. Die willen, met behoud van rechtsbescherming van huiseigenaren, een oplossing vinden voor ‘de onnodige kostenpost en uitvoeringsproblemen veroorzaakt door no cure no pay-bedrijven.’ Het grootste probleem is volgens de onderzoekers niet zozeer het bedrag dat wordt uitgekeerd als kostenvergoeding. In 2020 is dat naar schatting 17 miljoen euro. De ozb-opbrengst is daar een veelvoud van (4,3 miljard in 2020). ‘Een groter probleem is dat het grote aantal bezwaren een groot beslag legt op de afdelingen binnen gemeenten die de Wet woz uitvoeren.’
Brancheorganisatie
Omdat een toenemend aantal gemeenten zich verzet tegen de handelwijze van Woz-bureaus hebben die zich inmiddels georganiseerd in een brancheorganisatie. Niet alleen om sterker te staan tegen de overheid, maar ook omwille van de rechtsbescherming van de burger.
De WOZ-ambtenaar strijkt maandelijks een veelvoud aan procespunten op, ook als hij de zaak niet wint.