Advertentie
financiën / Column

Achterstand

Bij de verdeling van het geld uit het gemeentefonds dient rekening gehouden te worden met ingewikkelde verdeelmaatstaven.

20 juni 2014

Hoeveel subsidie krijgt u elk jaar van uw gemeente voor de onderhoudskosten van uw huis? Waarschijnlijk niets. 

En toch krijgt uw gemeente elk jaar voor elk huis ongeveer vierhonderd euro uit het gemeentefonds. Dat geld is niet bedoeld voor het onderhoud van uw huis, maar voor uw straat, voor het parkje in de buurt, voor alle andere dingen waar de gemeente voor zorgt. Dat geldt voor alle verdeelmaatstaven van het gemeentefonds. Uw gemeente krijgt bijvoorbeeld ook ongeveer driehonderd euro per jaar per kind dat in uw gemeente woont.

Maar u hoeft uw zoon niet langs te sturen bij de burgemeester om dat geld op te halen: het geld is niet voor de kinderen zelf maar voor de kosten van de openbare ruimte en van de voorzieningen die alle inwoners van uw gemeente gebruiken.

Uit heel ingewikkeld onderzoek blijkt namelijk dat de kosten van de straten, de parkjes en alle andere voorzieningen ongeveer vierhonderd euro per huis plus driehonderd euro per kind zijn. En dan zijn er nog zestig andere factoren, verdeelmaatstaven, die de kosten van de gemeenten beschrijven.

Vanaf volgend jaar is er een nieuwe verdeelmaatstaf in het gemeentefonds, namelijk achterstandsleerlingen. Dat is dus een van die zestig andere factoren. Een leerling telt als achterstandsleerling als zijn ouders hooguit lagere school hebben – u vergeeft me vast wel dat ik de zeven regels definitie wat lomp samenvat.

Alleen de acht gemeenten waar minstens 10 procent van de leerlingen een achterstandsleerling is, blijken extra kosten te hebben. Per achterstandsleerling boven die 10 procent hebben die acht gemeenten drieduizend euro extra kosten. Per jaar. Dat behoren ze dus uit het gemeentefonds te krijgen. Dat geld is niet voor die leerlingen, en ook niet alleen om scholen te bouwen, maar dat is voor de straten, de parkjes, kortom voor van alles. Maar volgend jaar krijgen maar zes van die acht gemeenten dat geld, in 2016 maar vijf, en in 2017 nog maar vier.

Waarom? Dertig jaar geleden ging bijna iedereen na de lagere school naar het middelbaar onderwijs, dus zijn er nu elk jaar minder leerlingen waarvan de ouders alleen lagere school hebben. Steeds minder gemeenten hebben 10 procent achterstandsleerlingen. Dat wil niet zeggen dat de acht gemeenten minder kosten hebben. Het geld is immers niet bedoeld voor de leerlingen, maar voor alle voorzieningen in de gemeente.

Dus krijgen volgend jaar twee van die acht gemeenten, in 2016 drie en in 2017 vier gemeenten te weinig geld uit het gemeentefonds. Gelukkig heeft minister Plasterk nog tijd om uit te zoeken hoeveel de ondergrens van 10 procent verlaagd moet worden. Zodat alle acht gemeenten uit het gemeentefonds krijgen wat ze nodig hebben.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie