Advertentie
financiën / Column

Leentjebuur

Gemeenten en provincies willen echt wel schatkistbankieren. Heus wel. Graag zelfs. Maar dan wel in Duitsland.

20 december 2013

Wie wil er eigenlijk nog zijn geld aan de Nederlandse staat uitlenen? Vroeger was dat een mooie belegging, met fantastische zekerheid dat je je geld keurig op de afgesproken datum terugkreeg, inclusief de beloofde rente. Maar tegenwoordig?

Nederland is volgens ratingbureau S&P geen supersolide AAA-land meer, maar gedegradeerd tot een tweederangs, inferieur AA+land, amper boven het niveau van knoflookland Frankrijk. Wie geld uitleent aan de Nederlandse staat, wil een premie voor de extra risico’s die hij daarbij loopt. Daarbij geldt in Europa de Duitse rente als de standaard.

Sinds het uitbreken van de kredietcrisis moet de Nederlandse staat 0,20 procent tot 0,60 procent meer rente betalen dan Duitsland. Daar zat zelfs een uitschieter bij van 0,80 procent, in het voorjaar van 2012, na de val van het kabinet-Rutte I dat het niet eens kon worden over bezuinigingen. Op dit moment is het renteverschil tussen Duitsland en Nederland 0,30 procent. Deze percentages leiden tot enorme bedragen. Als Nederland bijvoorbeeld 20 miljard euro moet lenen, betekent 0,30 procent renteopslag al 60 miljoen extra te betalen rente per jaar. Per jaar!

Die renteopslagen die de Nederlandse staat moet betalen zijn, zoals minister Dijsselbloem van Financiën bekent, een weerslag van het hogere risico van uitlenen aan de Nederlandse staat, vergeleken met uitlenen aan Duitsland. ‘Rente en risico kunnen niet los van elkaar worden gezien. De renteopslag weerspiegelt het extra risico dat gepaard gaat met het uitlenen van geld aan de Nederlandse staat.’ Beleggers die meer rendement willen halen dan ze krijgen van Duitsland, kunnen bij Dijsselbloem terecht, maar, zo geeft hij toe, ‘de relatief hoge rendementen die de Nederlandse staat biedt, zijn voor beleggers alleen bereikbaar door overmatig meer risico te accepteren.’

20 miljard euro, dat is wat minister Dijsselbloem hoopt op te halen met het verplichte schatkistbankieren van de gemeenten en provincies. 60 miljoen euro per jaar renteopslag! Dat is veel en veel meer dan de uiteindelijke schade van de verloren gegane beleggingen in Ceteco en Icesave bij elkaar. En dat elk jaar. Alsof elk jaar drie provincies beleggen in handelshuis Ceteco en er elk jaar vier kredietcrisissen in IJsland uitbreken. De Nederlandse gemeenten en provincies willen hun tijdelijk overtollig geld graag veilig beleggen.

Want dat is geld van de belastingbetaler, je moet het risico dat het geld verloren gaat zo klein mogelijk maken. Maar minister Dijsselbloem dwingt ze tot een tweederangs, inferieure belegging, namelijk in de Nederlandse staat, waarbij de gemeenten en provincies meer risico lopen dan wanneer er enkele elk jaar opnieuw in Ceteco en Icesave zouden beleggen.

Gemeenten en provincies willen echt wel schatkistbankieren. Heus wel. Graag zelfs. Maar dan wel in Duitsland.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie