EP: 171 miljard voor 2020, meer voor klimaat
Het Europees Parlement wil 171 miljard reserveren voor de Europese begroting voor 2020. In november wordt de begroting voor 2020 uit onderhandeld.
171 miljard; dat moet gereserveerd worden voor de Europese begroting voor 2020 als het aan het Europees Parlement ligt. Het parlement in Straatsburg stemde afgelopen woensdag in overgrote meerderheid voor dat standpunt. Daarmee wil het parlement bijna 3 miljard verder dan de 168,3 miljard die de Europese Commissie voorstelt en 5 miljard verder dan de Raad (waarin de lidstaten zitten) wil uitgeven, daar blijft de teller steken op 166 miljard euro. In november wordt de begroting voor 2020 uit onderhandeld.
Deze bedragen betreffen vastleggingskredieten (‘commitments’). Het daadwerkelijk uit te betalen bedrag zal in 2020 iets lager liggen, omdat projecten over meerdere jaren lopen. Voor 2020 wil het Europees Parlement 159 miljard euro beschikbaar stellen, de Raad 153 miljard. Het voorstel van de Europese Commissie zit daar iets tussen, op circa 156 miljard.
Gevolgen
Op een totaal van 28 lidstaten lijkt het verschil van een paar miljard niet zo groot. Toch kunnen de gevolgen iets groter zijn per lidstaat. De EU-begroting is een investeringsbegroting waarbij andere actoren co financieren. Wat er uiteindelijk beschikbaar komt voor bijvoorbeeld regionale ontwikkelingsprojecten is dus iets groter. Daar zit vaak een hefboomfactor van drie tussen. Vandaar dat decentrale overheden in de EU ook hard lobbyen om te zorgen dat hun regeringen juist meer beschikbaar stellen, klinkt het in Straatsburg.
Tegenstanders
Overigens zijn niet alle Nederlandse partijen voor de begroting. Forum voor Democratie stemde tegen en ook de SGP is geen voorstander net als de Partij voor de Dieren. CDA, D66, 50Plus, PvdA, ChristenUnie en VVD hebben voor gestemd. Van GroenLinks kon geen standpunt worden vernomen.
Inhaalslag klimaatdoelen
Het Europees Parlement wil vooral extra geld, omdat er een inhaalslag op klimaatdoelen moet worden gemaakt. De doelstelling voor de budgetperiode, het meerjarig financieel kader 2014-2021 is om twintig procent uit te geven aan klimaatdoelen en daar zit het nog iets onder, volgens de christendemocratische begrotingsrapporteur Monika Hohlmeier. Zij zegt dat dat komt door de geringe klimaatinvesteringen in 2014, het eerste budgetjaar van de huidige budgetperiode die tot 2020 duurt. Toen is slecht 14 procent naar de klimaatdoelen gegaan.
Laat overeenstemming
2014 was sowieso een moeilijk begrotingsjaar omdat de Raad pas laat overeenstemming bereikte over de budgetperiode 2014-2020 en dus de begroting van 2014. Daardoor kon ook later worden geïnvesteerd in de Europese beleidsterreinen, zoals regionale ontwikkeling, klimaat en het landbouwbeleid. ‘2014 was weg’, zei een EU-official eerder dit jaar spijtig.
Onzekerheden
Nu hebben de lidstaten nog geen standpunt over wat ze de komende zeven jaar, 2021-2027 willen investeren en dat wordt nog eens versterkt vanwege de onzekerheden rondom de Brexit. Want dat raakt mogelijk ook het budget van de Europese Unie. Vandaar dat het Europees Parlement regelmatig oproept om snel met een gemeenschappelijk standpunt te komen. Ook de Europese Commissie wees daarop bij de presentatie van het budgetvoorstel in 2018, al. De Commissie maande de lidstaten toen ook al tot spoed.
De onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de lidstaten moeten half november worden afgerond. Eind november moet het formeel bekrachtigd worden in de plenaire zitting van het EP.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
2. Beoordeel vervolgens wat de uitvoering daarvan kost.
3. Stel daarna vast welk budget voor de kerntaken/prioriteiten beschikbaar kan komen.
4. Het beschikbaar stellen van financiële middelen voor EU-kerntaken/prioriteiten moet uiteraard geschieden door de gezamenlijke landen en niet door het EU-parlement.
5. Het aanwenden van het jaarlijks beschikbare budget via de EU-begroting geschiedt door de EU-commissie, onder controle van het EU-parlement.
Overigens zou dit parlement m.i. kunnen worden gehalveerd. Bezuinigd kan o.a. ook worden op de halfjaarlijkse verplaatsingen, de vergoedingen van de parlementsleden, de subsidies etc.