Burgemeesters: 'Burgers moeten realiteit onder ogen zien'
'Een klassieke troonrede', zo bestempelde burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag dinsdag de uiteenzetting over het kabinetsbeleid voor het komende jaar door koningin Beatrix. 'Het worden zware tijden, maar dat wisten we al. Ik had meer visie verwacht', zei Van Aartsen.
De aankondiging dat het kabinet vanaf 2011 de uitgaven op een twintigtal beleidsterreinen met 20 procent wil terugschroeven, is volgens Van Aartsen 'een technische excercitie'. Hij had graag gezien dat het kabinet duidelijker had gemaakt waar het met Nederland naartoe wil, en keuzes had gemaakt.
Geen prioriteiten
Van Aartsen (VVD) maakt zich vooral zorgen over voor de grote steden belangrijke onderwerpen als veiligheid, politie, jeugdzorg en re-integratie. Die dreigen volgens hem evenzeer te worden getroffen als andere sectoren, omdat het kabinet verzuimt prioriteiten te stellen.
Wennen
Volgens burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam zal het voor de burger wennen worden. 'Wij hebben een lange periode van grote voorspoed achter de rug, maar nu zit het tegen, en fors ook. Een tekort van 6 procent, dat doet denken aan de jaren zeventig', aldus de PvdA-burgemeester.
Uitgaven tegen licht
Ook Aboutaleb vreest dat het een 'tour de force' zal worden voor de grote steden om hun ambities op het gebied van veiligheid waar te maken. 'Wij zullen opnieuw de balans moeten opmaken. Alle uitgaven moeten tegen het licht. Daarover zullen wij ook eerlijk moeten zijn tegen de burgers.'
Kloof met realiteit
Zijn Amsterdamse collega en partijgenoot Job Cohen vindt het vooral zaak burgers uit te leggen dat zijzelf, 'linksom of rechtsom' de rekening voor de economische crisis zullen moeten betalen. De indruk bestaat volgens Cohen dat de consequenties van de crisis voor de burger wel meevallen. 'Dat is een enorme kloof met de realiteit.'
Schade beperken
Ook burgemeester Aleid Wolfsen van Utrecht (eveneens PvdA) zag in de troonrede 'een oproep aan iedereen om de realiteit onder ogen te zien'. Het zal volgens hem een 'geweldig ingewikkelde klus' worden om zo te bezuinigen dat de schade zo veel mogelijk beperkt blijft en de economie in gang blijft.
"Ik" (ik ben een burger)denk namelijk dat de burger al lang aan heeft zien komen dat er iets zou gaan gebeuren. Maar wat precies en in welke mate was de vraag. Want de macht van hen die het bepalen is zo ontzettend groot dat een burger daar niets tegen kan ondernemen. Bestuurders, staatshoofden, en dergelijke zijn degenen die zich daarmee bezig zouden moeten houden maar hebben het laten afweten. In Nederland, bijvoorbeeld, gaat het voornamelijk over de betutteling van de burger. Het grote overzicht is ver te zoeken. Dus kan "de burger" alleen verwachten dat zij het zwaarst getroffen zullen worden en de lasten van de idioterie moeten dragen.