Advertentie
financiën / Achtergrond

‘Het financiële systeem is lek’

De Algemene Rekenkamer luidt de noodklok over de manier waarop het financiële stelsel is ingericht. Het huidige stelsel staat een goede controle op de publieke euro in de weg staat.

29 maart 2013
algemene-rekenkamer.jpg

Als het rijk taken decentraliseert richting gemeenten, moeten ze ook echt worden gedecentraliseerd. Zo vrij mogelijk. ‘Dat betekent gemeenten verantwoordelijk maken voor de verantwoording’, zegt Algemene Rekenkamerlid Kees Vendrik. ‘Anders gaat het mis.’

Of Den Haag de Awbz al dan niet overhevelt naar de gemeenten, daarover gaat de politiek. Daar zal de Algemene Rekenkamer niets van vinden, laat staan er kritische uitspraken over doen. 

Maar over de manier waarop dat die decentralisatie geschiedt, daarover voelt de Algemene Rekenkamer zich wel vrij iets te zeggen. Sterker nog, aan het Haagse Lange Voorhout wordt de noodklok geluid over de manier waarop het financiële stelsel is ingericht. Aan het touw hangt Kees Vendrik. Zijn boodschap: het huidige stelsel staat een goede controle op de publieke euro in de weg.

Waarom geeft u nu een waarschuwing af? Het is toch nog niet duidelijk hoe de taken in het sociale domein worden gedecentraliseerd?
‘Een jaar geleden brachten we als Algemene Reken­kamer al een kritisch rapport naar buiten over de verantwoording van de specifieke uitkeringen. Onze boodschap toen: dat is geen optimaal systeem. Er gaat een bedrag om van ruim 13 miljard euro. Wij constateerden dat van iets meer dan 10 procent van dat bedrag – 1,4 miljard euro dus – niet vast te stellen is wat ermee is gebeurd, of het goed of slecht is besteed.’

‘Met andere woorden: het systeem dat zekerheid moet geven over de rechtmatigheid van de uitgaven, sluit niet goed. Het systeem is lek. Gemeenten krijgen het geld van het rijk, dat in ruil verantwoording eist over de uitgaven. De controle erop moet geschieden door de gemeentelijke accountant. Die moet dus, op kosten van de gemeente, werk doen voor het rijk. Dat werkt niet.’

‘Daar komt bij dat gemeenten geen prikkel ervaren om de specifieke uitkering zo doelmatig mogelijk uit te geven. Het geld is er, dus gaat het op. Anders vloeit het terug de staatkas in. Het budget vormt daardoor geen onderdeel van politieke afweging, zoals dat bij de vrij besteedbare algemene uitkering wel het geval is. Die specifieke uitkeringen komen terecht in een soort bestuurlijk niemandsland. Niemand heeft er belang bij dat het goed functioneert.’

‘Dit is een wake up call, nu er zo meteen bij de grote decentralisaties jaarlijks nog vele miljarden meer – 15 à 16 miljard euro extra – richting gemeenten gaan. Gaat het via een specifieke uitkering, dan hebben gemeenteraden, wethouders financiën, lokale rekenkamers of rekenkamercommissies er weinig boodschap aan hoe het budget wordt besteed. Wij houden een pleidooi om de bestedingsvrijheid van dat bedrag zo groot mogelijk te houden door het via de algemene uitkering te laten lopen. En bij decentrale bestedingsvrijheid hoort lokale verantwoording. Dan moet je de lokale checks and balances hun werk laten doen.’

Kunnen die lokale checks and balances dat wel aan? Ik bedoel, de uitspraak van voormalig Rekenkamerlid Gerrit de Jong in Binnenlands Bestuur was dat er in het land nogal wat slaaprekenkamers waren.
Aarzelend: ‘Je maakt in elk geval een enorme sprong vooruit door gemeenteraden, de wethouders financiën en de lokale rekenkamer(commissies) in stelling te brengen. Vrij besteedbare gelden leiden tot debat, tot politieke discussie. Daarmee komt het meer in de openbaarheid.’ ‘Er zal druk moeten komen, met een discussie over de uitvoering en een goede lokale verantwoording als onderdelen daarvan. Dat vraagt sterke raden, sterke rekenkamercommissies. Dat zou moeten kunnen, misschien niet overal meteen vanaf het begin.

Het is ook een kwestie van durven en vertrouwen. Het geeft een kans op meer en beter inzicht in de besteding van publieke middelen. Juist in deze tijd van crisis, waarin de middelen schaars zijn, verdient een zo doelmatig mogelijke besteding van publiek geld een aanmoediging.’ ‘Echt, er is veel te winnen als je doordecentraliseert via het gemeentefonds. Dan verdwijnt het accent op het principe van ‘‘maak het geld maar zoveel mogelijk op.’’ Dat moet eens te meer aanspreken bij een kabinet dat krap bij kas zit.’

Maar loslaten is moeilijk, zeker voor de Tweede ­Kamer.
‘Dat klopt. De bekende lantaarnpalendiscussie ligt snel op de loer. Maar wat je nu hebt is een systeem waarbij de verantwoording over de publieke euro maar matig is. Als Algemene Rekenkamer worden wij daar niet gelukkig van. De vraag is of je het zo moet laten.’

‘De wens van landelijke controle op lokale bestedingen bij de vele specifieke en decentralisatie- en integratie-uitkeringen holt het lokale proces van checks and balances uit. Ik bedoel het zo: veel decentralisaties zijn in wezen semi-decentralisaties, waarbij het rijk met aanvullende (informatie)wensen komt. Op lokaal niveau komen debat en checks and balances dan onvoldoende uit de verf omdat het rijk bij de verdeling aan het stuur zit, wat leidt tot bestedingsdrang.’

‘En ook op rijksniveau is er geen debat omdat daarvoor de informatie ontbreekt. Als je de verantwoordelijkheid over de uitvoering bij gemeenten legt, moet je ook de verantwoording daar neerleggen.’

Wat adviseert u de minister van Binnenlandse Zaken?
‘Consequent zijn, daadwerkelijk decentraliseren via het vrij besteedbare gemeentefonds maar tegelijkertijd in de wet prestaties opnemen die door gemeenten minimaal geleverd moeten worden. Zoals het uiteindelijk ook bij de Wet maatschappelijke ondersteuning is geregeld. De minister wil als systeemverantwoordelijke niet weten hoeveel geld er is uitgegeven, maar wel of een aantal prestaties is geleverd. Dat kun je met een goed informatiearrangement over geboekte resultaten regelen. Zo kan een stuk bureaucratie en informatie-uitwisseling op het terrein van financiële verantwoording komen te vervallen – dat vindt dan lokaal plaats – terwijl de systeemverantwoordelijkheid van de minister beter uit de verf komt omdat hij over betere informatie over de inhoud beschikt.’

‘In zijn Decentralisatiebrief gaat de minister een heel eind die kant uit, maar toch koerst hij op de invoering van een zogeheten deelfonds in het sociale domein. Dat lijkt weer een nieuwe vorm voor een specifieke uitkering. Wij zijn als Algemene Rekenkamer niet tegen innovaties, maar op het gebied van de specifieke uitkeringen is de creativiteit de laatste jaren wel erg groot.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie