Rijk heeft geen idee van taken gemeenten
Het rijk blijkt niet in staat aan te geven wat het van gemeenten vraagt en welk budget daarbij hoort. Ministers ontbreekt het aan overzicht.

Het rijk heeft slecht zicht op de taken die het aan gemeenten heeft opgedragen: het weet niet goed welke taken de gemeenten uitvoeren, hoeveel geld ze daarvoor krijgen, of ze de taken goed uitvoeren, en wat ze eraan uitgeven.
Frustratie
Dat ontluisterende gegeven is een bron van frustratie voor niet alleen gemeenten maar ook het voor rijk, zo stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in het vandaag gepresenteerde advies Afrekenen met disbalans.
Het rijk vraagt gemeenten geregeld bepaalde taken uit te voeren. Dat heet ‘medebewind’. Voorbeelden zijn de jeugdzorg, de schoolgebouwen, en de hulp aan ouderen. De ROB stelt dat bij het budget voor veel medebewindstaken te weinig rekening is gehouden met de mogelijkheden voor gemeenten om te sturen op de kosten en de financiële risico’s. ‘Dit heeft geleid tot de bekende disbalans’, aldus de ROB.
Onvoldoende compensatie
Het rijk kan volgens de onafhankelijke adviesraad niet meer precies aangeven wat het van gemeenten vraagt en welke budgetten daarbij horen. En als er onduidelijkheid is over de exacte taken, bevoegdheden en middelen van de gemeenten, is er ook onduidelijkheid over de gevolgen ervan. ‘Als de gemeenten tekorten hebben bij bepaalde medebewindstaken, is onduidelijk wat daarvan de gevolgen zijn. Lossen de gemeenten die tekorten op door de uitvoering van andere medebewindstaken te beperken? Zo ja, van welke andere taken dan – en wat vindt de wetgever daarvan? Kunnen de gemeenten die tekorten dekken met overschotten bij andere medebewindstaken? Gaan tekorten op medebewindstaken ten koste van autonome gemeentelijke taken? Leiden ze tot hogere gemeentelijke belastingen?’ Op al die vragen kan nu geen antwoord worden gegeven, aldus de ROB. ‘Zulke antwoorden horen er wel te zijn.’ Daarbij komt dat al die vragen luider gaan klinken als de wetgever vanaf 2026 2,3 miljard euro kort op het gemeentefonds en de inflatie onvoldoende compenseert.
Tanend gezag
Tegelijkertijd is volgens de ROB ook helder dat gemeenten niet goed in staat zijn duidelijk inzicht te geven in de prestaties en kosten. ‘De gesprekken tussen ministers en gemeenten bieden steeds alleen tijdelijke oplossingen. Dat leidt aan twee kanten tot inefficiëntie’, stelt de ROB. De terugkerende discussies die er het gevolg van zijn ‘leiden af van de zorg voor de inwoners.’ En dat niet alleen: ze gaan ook ten koste van het gezag van de overheid.
Lijstjes maken
Het advies van de ROB is helder: terug naar de basis. Bij elke nieuwe taak gelden de uitgangspunten van de Gemeentewet en de Grondwet: taken liggen eigenlijk zo decentraal mogelijk, dicht bij de burger, behalve als het beter werkt om een taak bij het rijk neer te leggen. Bij medebewindstaken is het volgens de Raad zaak ‘continue’ goed te kijken naar de financiële gevolgen, een stap die vaak ontbreekt in het gesprek tussen het rijk en gemeenten.
In het advies raadt de ROB het rijk aan een goed overzicht gaan maken van de taken die het aan de gemeenten opdraagt – de ministers moeten zo’n lijst gaan opstellen – en van de voorwaarden, instrumenten en budgetten die erbij horen. Van gemeenten mag worden verlangd dat zij meer inzicht bieden in de kosten en de prestaties.
Output is over het algemeen zeer goed inzichtelijk.