Overheid kan meer halen uit nieuwe manier van aanbesteden
Een nieuwe vorm van aanbesteden, ook bekend als de contractvorm DBFMO, kan meer voordeel opleveren voor het Rijk, meent de Algemene Rekenkamer.
Het Rijk kan meer financieel voordeel halen uit een nieuwe vorm van aanbesteden van wegen, spoorlijnen en gebouwen als het daar zorgvuldiger mee omgaat. Ook zouden ministers de Tweede Kamer beter moeten informeren over deze manier van aanbesteden.
De Algemene Rekenkamer schrijft dat in een donderdag verschenen rapport over de contractvorm DBFMO. Bij deze vorm van publiek-private samenwerking betaalt de overheid niet in één keer voor een project, maar krijgt een consortium van bedrijven betaald naar prestatie gedurende de looptijd van het contract.
Gemeenten hebben belangstelling
Volgens de Rekenkamer waren er eind vorig jaar dertien van deze contracten in uitvoering: zes wegen en zeven gebouwen. In totaal ging het om ruim 6 miljard euro. Bij provincies en gemeenten groeit de belangstelling voor de contractvorm.
Besparing 800 miljoen
In de praktijk blijkt de overheid niet altijd te betalen naar prestatie, constateert de Rekenkamer. Volgens haar bestaat daardoor het risico dat het financiële voordeel van deze aanpak verwatert. Volgens het kabinet bespaart het Rijk op termijn voor 800 miljoen op de dertien projecten die al lopen. Maar volgens de Rekenkamer is dat een raming, terwijl het kabinet het cijfer als een feit heeft gepresenteerd tegenover de Kamer.
Beperkt beeld
De informatie die de Kamer van de ministers krijgt geeft slechts een beperkt beeld over de uitvoering van de contracten, zegt de Rekenkamer. In een reactie belooft het kabinet beterschap.
DBFMO contracten zijn eigenlijk alleen geschikt voor relatief grote opdrachten, boven de 25 miljoen zoals het rapport ook vermeldt. Prestatiegerichte contracten kunnen ook voor kleinere opdrachten geschikt zijn.