Zo kan het ook: de Kruispuntbank
In België hoeven inwoners niet eindeloos veel formulieren in te vullen. Overheidsorganisaties vragen data op uit de federale Kruispuntbank.
Een Algemene Informatiewet moet de informatiehuishouding van de overheid straks op orde brengen: efficiënter en met de rechten van de burger als uitgangspunt. In België zijn ze wat betreft de uitwisseling van data van burgers al heel wat verder. Reden om eens polshoogte te nemen bij de zuiderburen, bij de federale Kruispuntbank.
Algemene Informatiewet
Nu veel overheidsorganisaties dreigen vast te lopen door versnippering in het informatiedomein, biedt de Algemene Informatiewet als het goed is straks meer duidelijkheid. De wet, die op dit moment ter consultatie voorligt, voorziet onder meer in betere sturing op verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het informatiedomein, met aandacht voor de rechten van burgers en concrete verplichtingen van de overheid, zodat de burger zo goed mogelijk kan worden ondersteund.
Proactieve dienstverlening
Een belangrijk aspect binnen de informatiehuishouding is de omgang met data, de uitwisseling van die gegevens en de infrastructuur die dat regelt. Regeringscommissaris Informatiehuishouding Arre Zuurmond, die vanwege ziekte zijn werkzaamheden tijdelijk heeft moeten stilleggen, ziet in een Belgische uitvinding het schoolvoorbeeld van proactieve dienstverlening. Het gaat om de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, volgens Zuurmond een inspirerend concept van veilige en goede gegevensuitwisseling.
Afstudeerscriptie
De nu 63-jarige topambtenaar Frank Robben richtte de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, onderdeel van de federale overheid in België, alweer zo’n dertig jaar geleden op. Toen de eerste computers opkwamen, kwam hij op het idee van een nieuwe methodiek voor het uitwisselen van data. In zijn afstudeerscriptie werkte Robben het idee van een Kruispuntbank uit. Hij kreeg de kans te gaan pionieren en het verder uit te bouwen, tot de organisatie die het nu is, met zo’n 85 werknemers.
Robben legt uit hoe het werkt: ‘Alle elektronische uitwisselingen van gegevens van burgers die bekend zijn bij zo’n tweeduizend sociale organisaties gaan hierlangs. Met als één belangrijk voordeel: die data hoeven maar één keer te worden opgevraagd.’ Het uitgangspunt waar Zuurmond zo over te spreken is: de overheid weet al vaak zo veel van een burger, en heeft de data al zo vaak opgevraagd, dat het bij een aantal dienstverleningsprocessen beter is om de dienst ongevraagd te leveren.
Alle elektronische uitwisselingen van gegevens van burgers die bekend zijn bij zo’n tweeduizend sociale organisaties gaan hierlangs. Met als één belangrijk voordeel: die data hoeven maar één keer te worden opgevraagd.
Verkeersregelaar
Je moet zo’n kruispunt zien als een netwerk of verkeersregelaar in plaats van een centrale databank, benadrukt Robben. Alle informatie, voornamelijk dossiers, blijft bij de bron. ‘Vanuit onze organisatie worden afspraken gemaakt met de verschillende sociale diensten: wie zamelt wat in, wie controleert de data op tijd, wie slaat wat op en wie moet wat krijgen? Jaarlijks worden zo’n twee miljard berichten uitgewisseld.'
De autonomie van al die verschillende sociale organisaties blijft zo overeind. Tegelijkertijd is de dienstverlening voor de burger verbeterd. ‘Op deze manier kunnen we een stuk efficiënter werken. Als je telkens opnieuw data moet opvragen, is dat enorm tijdrovend en omslachtig. Nu is dat goed afgestemd en georganiseerd.’
Weg met bureaucratie
Bovendien biedt de Kruispuntbank de kans om de problemen van mensen sneller te identificeren en te adresseren. Robben: ‘Neem iemand met een beperking. Dertig jaar geleden moest die een aanvraag doen voor een tegemoetkoming. Maar hij of zij had ook recht op een sociaal tarief voor openbaar vervoer, voor gas, water en licht enzovoort. Dan moest die persoon zomaar met tien formuliertjes naar buiten, om die bij de verschillende instanties af te geven.’ Dat levert natuurlijk een enorme bureaucratie op, nog los van de grote frustratie van die persoon zelf. ‘Nu gaat dat allemaal automatisch.’
Privacy?
Al die miljarden automatische opvraagverzoeken van data en dossiers per jaar: het roept vragen op over de privacy. Het kan dan wel decentraal geregeld zijn, maar uiteindelijk heb je toch te maken met datastromen en heel veel ogen die de gegevens zien. Maar die zorgen wuift Robben weg. ‘We hebben het mijns inziens goed geregeld. De beslissing wat mag worden uitgewisseld en met welk doel wordt telkens bepaald door het federale parlement. We hebben een parlementair onafhankelijk informatieveiligheidscomité dat bepaalt of instantie A data mag overhandigen aan instantie B op basis van bijvoorbeeld proportionaliteit, de aard van de gegevens en over welke periode die data gaan.’
Voor Robben is die democratische machtiging heel belangrijk: de beslissing mag niet liggen bij een ongekozen ambtenaar. Bovendien is transparantie een belangrijk onderdeel, zegt hij. ‘De burger kan alle beraadslagingen over machtigingen bekijken, want die zijn publiek toegankelijk. En diezelfde burger kan de dossiers ook naar
hartenlust inzien.’
Over onze hang naar privacy en gegevensbescherming wil Robben nog wel wat kwijt. ‘Natuurlijk, privacy is heel
belangrijk. Dat moet je ook goed waarborgen. Maar je wilt ook dat mensen in hun sociale rechten kunnen voorzien. Met andere woorden: dat we hen kunnen helpen in hun bestaansmiddelen, zodat ze niet in
armoede vervallen.’ Op zijn eigen site publiceerde hij daar een artikel over.
Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 12 van deze week (inlog)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.